zaterdag 9 november 2013

‘n Avondje Antwerpen


Allerheiligenweekend. Ik ben in Antwerpen voor een combine van werk en ontspanning. Dat laatste bestaat vooral uit een Wanneske doen (in de straten verdwalen).
Nadien ga ik aperitieven en een kleinigheidje eten. Maar waar? Al die fastfoodketens. Wat prijs ik me als Bruggeling gelukkig. We hebben nog steeds een centrum zonder een McDonalds.

Maar waarom zit er zo’n verschil op drankprijzen soms? Bij Café Tante Lies betaal je 2,90€ voor een Duvel “triple hop of gewoon, menier?”. Het toilet met witte tegels en een stokoud urinoir met klassieke reuksteen voelt bijna aan als een verlossing. De weekenddrukte passeert druilerig op mijn netvlies. Waarom zijn op feestdagen, net dan, zovele musea dicht? Dit overkwam me nu al zoveel keer.
Ik hoor de Nederlanders naast me zeggen: “Lekker dat vies potje”. Que? Blijken ze een vispannetje te eten. Er zijn verdorie in het weekend meer Nederlanders dan autoch- en allochtonen samen in de scheldestad. In een collectieve verbijsteringkramp “waarom is de stad dicht, mijnheer?” (het is 1 november).

Adolescenten van vooral vreemde komaf flaneren voorbij in een bestudeerd ritme en met kapsels waarover is nagedacht en hard aan gewerkt. De juiste gescheurde jeans, de oogopslag, niet echt macho meer maar duidelijk vele oefeningen voor de badkamerspiegel om cool  te ogen: een soort macho-understatementlook.
2 Oost-Europees uitziende mannen vragen mij in gebrekkig Duits:” Wo sind die Mädchen strassen?” Eerst begrijp ik niet wat ze bedoelen, dan wel. Het Schipperskwartier natuurlijk. Altijd rechtdoor en vraag het dan nog eens, grinnikt het slecht karakter in mij. De “Duitsers” klampen meteen een andere man aan.

Ander terrasje. Druk. Ik spreek een Aantwaaarpenaar aan over zijn leuke koffie verkeerd in 3 nette laagjes. Omdat ik algemeen Nederlands spreek, denk ie allicht dat ik nen Ollander ben. In minder dan 1 ongevraagde minuut krijg ik de volgende onstuitbare boodschap mee: “Vroeger was alles beter. Nu zijn we nog alleen goed om belastingen te betalen voor de vreemdelingen. En die betalen geen belastingen. Ons land gaat failliet”. End of message.
De avond maakt zich op voor het nachtleven. “Oh, my Goooood!” Op mijn terras stormt een blonde del met een dik Russisch accent vol rollende rrr’en en roken, roken… naar buiten. Skinny jeans, megapumps. Ik vang op: “he’s fucking man … No, no, sushi is fuck….. Looking for a job, hey, it’s normal”. Tegen een licht geagiteerde man met zijn ogen constant op haar borsthoogte: “Hey? I am a grandma, you know that?.... You fucking Egyptian man…. Why you not speak good language. Speak language!” Gevolgd door een enorme sigarettendamp. Dan gaan ze samen weg, drukdoend. Om 3 minuten later terug te keren. Ik informeer me. Straks wordt hier al gedanst, de beats gaan al luider. Allerlei nationaliteiten. Stevige veertigers met een willetje. Geen Marokkanen, valt me op….

Een peroxide witharige vamp met loodzware borsten gecorrigeerd door een ruguitsparing met lintjes, rode jeans met Robin Hoodbotjes met luipaardmotief parkeert haar derrière frontaal voor mij. Ik hoor een mengelmoes van talen. Het is nog maar 8 uur maar daar is Billie Jean al. Allen even vlug naar binnen en dan weer massaal buiten roken, tetteren. Veel vrouwen dragen het soort oorringen die me doen denken aan een combinatie van een bomma, een del en … een taart ( van het Engelse tarty dan).
Ik praat met de jonge dienster van Mexicaanse afkomst, zij over de verloedering van de Keyzerlei, geen groen mijnheer. Ik over de vele restaurants, bistro’s en eethuizen, waarop zij: “Ja, maar Antwerpen mist wel nog een Hardrockcafé”. Ik vraag uitleg over de Chinese boog in de straat naast het Astridhotel. Buiten dat er in die straat 2 Chinese eettentjes zijn, krijg ik geen fatsoenlijke uitleg.“We’re lost in Music” schalt naar buiten. Iedereen vlamt weer naar binnen. 4 minuten later sigaretten... De Russische: “Sorry, I go very slow.... I am not romantic..... She’s bad woman! He? Easy boy?”

Het is duidelijk. Vanavond speelt het leven zich niet af voor mijn haardvuur. Filmscriptschrijvers aller landen, ik ken een inspirational environment en denk dus in some kind of movie te zitten. In de toiletten word ik overenthousiast begroet door een stevige leeftijdsgenote met kort ros haar. Help! Maar het blijkt de eigenaarster te zijn die handdoeken vervangt. Wat 2 uurtjes “de avonturen van Wim in Antwerpen” met een mens kan doen.
Ik ben duidelijk niet meer van deze wereld. In de Taj Mahal ben ik gecharmeerd door de gaten in het tafelkleed. Het eeuwenoud vast tapijt, very seventies, leidt naar een onooglijk toilet waar niemand in past en 2 mensen elkaar niet kunnen kruisen, een kronkeltrap met theelichtjes. De menu smaakt naar de reden waarom ik het koos: cheap. 3 Scandinaviërs aan het tafeltje naast me vragen de Indiër: “You have dark beer? Yes? O.K. 3 Duvel!” Ik vind het geweldig. Eens buiten is het nachtleven volop staring in the face. Woekerend. Ik bedenk snel welke BBC-detective er speelt op de VRT en haast me naar mijn hotelkamer. Ja, ik ben een watje. Maar de volgende dag zou ik vlakbij heerlijke biertempels, leuke kroegen, fijne bistro’s en een open museum ontdekken…

woensdag 24 juli 2013

Reisverslag Languedoc: Carcasonne en Lac du Salagou juli 2013


Zaterdag 29/06.
Eerst Tanya ’s ochtends vroeg in Zaventem droppen voor haar vlucht naar Nepal, waar ze in Kathmandu 4 weken met arme weeskindjes zal werken en Engels geven aan meisjes in een Boeddhistenklooster als vrijwilligerswerk. Dan rijden we  door naar Charleroi waar we heel wat tijd moeten zoek maken voor onze vlucht aan de beurt is. Altijd ellendig, dat tijd doden op luchthavens. Na landing in Carcasonne meteen ons huurwagentje ophalen en kort daarna zijn we al in ons gîte te Cavanac vlakbij. Een schattig chaletje in een pijnboombosje tussen de wijngaarden. We trekken meteen naar onze vrienden Stefaan en Ariane waar we hartelijk verwelkomd worden in hun “doening” die ze zich recent aanschaften. Een supergrote ex-B&B met een enorme tuin. Gloednieuw prachtig gebouw met reuzenruimtes, alle comfort en faciliteiten erop en eraan.. Weg van alles, helemaal privé en toch vlakbij Carcasonne met vooral een onbezoedeld schitterend uitzicht. We beleven een heerlijke avond waarbij het barbecuevlees ons om de oren vliegt (inside joke) en besluiten in een van de gastenkamers te overnachten.

Zondag 30/06.
De volgende ochtend zijn we kattelam en we besluiten vandaag vooral niks te doen. In een lokaal winkeltje kopen we net voldoende om de eerste dag door te komen. Ik kokkerel wat, we siësten, dolce far niente.

Maandag 1/07.
We trekken naar de Katharenstad, eerst de benedenstad Bastide Saint-Louis en dan in de zon de Cité op. Zon jawel. Want de eerste 2 dagen bleek het weer niet je dat. We verdelen de oude vestingstad in twee en doen de kant van de basiliek. We terrassen op het drukke, gezellige Place Marcou en gaan dan in een lommerrijke terrastuin dé lokale specialiteit waar ik zo dol op ben, degusteren: salade de gésiers en een koninklijke cassoulet. Na de middag vinden we met moeite de Hypermarché Casino waar we voorraden, water, drank en Zuid-Franse ingrediënten inkopen. Zonnen, zwemmetje. Wel vervelend zwembad. Blijkbaar moet nu in Frankrijk elk zwembad beveiligd zijn tegen “per ongeluk erin vallen”. Het alarmsysteem moet daarvoor telkens ontsleuteld worden. Maar het werkt niet altijd. Vervelend als je erin duikt en dat alarm begint te loeien… wat enkele malen gebeurt. Hapjes met de wijn van het landgoed. Het vakantiegevoel is er eindelijk.



Dinsdag 2/07.
De ochtendlijke croissants haal ik op 700 m in het enige, bijna niet te vinden piepklein epicerietje dat haast niks heeft. Qua groenten b.v. enkel uien en knoflook... Aandoenlijk. We besluiten een boottocht te maken op de Canal du Midi. Deze ervaring wekt bij mij de goesting op om eens een boot te huren en voor lange tijd ergens  zo’n lange kanaalvaart te doen. Langs het rustgevende met platanen omzoomde water, even die meer dan 60 sluisjes doen, en zalig relaxerend genieten van het ritme. Sommige huurboten hier bevatten tot 6 fietsen en meestal alle comfort. Toekomstplannen. Het is echter winderig en killig. Languedoc in juli en slechts 18°? Klimaatopwarming mijn, ahum r***. Na dat al hele jaar povere weer…
Enfin, we lunchen licht en vestigen dan het wereldrecord siësten, van 15 uur tot 19.30 uur! We gaan eten in ons dorpje dat dus letterlijk niks heeft buiten dat tja winkeltje en een coiffeuse, maar wel een château met een enorm restaurant en een zeer ruim keuzemenu van 45€ wijn en all in. Vrij lekker maar wel flauwe wijn (van hun eigen domein), vandaar allicht….

Woensdag 3/07.
Nog altijd slecht weer. En alsof de vermoeidheid nu pas echt van ons valt, doen we de hele dag niks, komen zelfs niet buiten. Tijdens mijn ontbijtzoektocht vind ik heerlijke campagnardeworsten die ik op de BBQ later omtover tot quasi-delicatessen met eigengemaakte ai oei li ! (aioli). Bij het bestellen van de worst zegt de man: “Il n’y a pas de soucis.” Hoe zo? Il n’y a pas de saucisses? Net voldoende warm om toch buiten te eten, daarna niksen, dutten, siësten, luieren, amai.

Donderdag 4/07.
Tijd voor actie. Ik stippelde een autotrip uit die hier en daar de Canal kruist. Trèbes, Rieux-Minervois en uiteindelijk Caunes-Minervois met zijn mooie abdij en een paar km verder het idyllische Notre Dame du Cros, een kapel naast een kabelende beek, mooie falaisen en een prachtige groene setting. We kopen ergens een vaasje in het rode marmer van hier, dat ook gebruikt werd bij o.m. de bouw van Versailles, Opéra de Paris tot de St-Pietersbasiliek van Rome toe. In het jachthaventje van Trèbes in een bocht van de Canal zijn er uitnodigende terrasjes, maar we eten gegrilde  vis ergens binnen (te fris) voor een prikje. We passeren het Truffeldorp, jammer dat het geen seizoen is, om eens terug wat verder te lezen en te rommelen.

Vrijdag 5/07.
 Vroeg op weg naar Lagrasse, zo’n “un des plus beaux villages de France”.

Ik koos een binnenweg door de heuvels langs smalle, soms gevaarlijke bergpassen, kronkelend maar vol mooie uitzichten. Lagrasse is een verstild dorp, zo’n postkaartfotoplek en we schieten dan ook volop dergelijke beelden. Oude bruggetjes over lege riviertjes, rustiek, erg rustig, er is  bijna niemand. Dan wordt het tijd om Carcasonne deel 2 te doen.
Dit uitgepuurde middeleeuwse Unesco-erfgoed is ergens best vergelijkbaar met Brugge. Toch valt het als toeristenstad nog mee met de drukte voor begin juli. Eigenlijk overal in de streek dus… Al blijft Brugge een echte  leefbare, bruisende stad en kreeg het vroeger het verwijt een Bokrijk of Disneyland te zijn of te worden. Dat klopt niet. Maar eerlijk is eerlijk, hier is dit anders. Nauwelijks echte inwoners in de historische kern, de meesten komen dus naar het “quasi-atttractiepark” werken.
We dompelen ons onder met het bezoek van het kasteel, een echte burcht uit de boekjes die een boeiende gevarieerde geschiedenis kent.. Er wordt een opvallend knap gemaakte en meeslepende audiovisuele presentatie getoond op dubbelscherm. Dat vertelt in 12 minuten op een zeer infotainende en toch interessante manier alles wat je moet weten. Perfect voor elk publiek. Zoiets hebben we nog tekort in Brugge en het is jammer dat het Historium deze invalshoek niet inhoudelijk beter bespeeld i.p.v. van hun keuze voor een fictieverhaal. Dan verder slenteren in straatjes, terrassen. Fotootje. Een echte ochtend voor de Homo Turisticus.

Violène, het meisje aan de deur, overtuigt ons haar restaurant Auberge des Musées binnen te stappen. In de binnentuin wil men ons enkel een tafeltje voor twee bezorgen die of in de zon zitten of een verdomhoekje lijken. Een tafel van vier kan niet. Het is 13.15 u. en het is er maar halfvol. We dringen aan en het personeel behandelt ons uitermate kort en onvriendelijk. Dan maar weer weg. Violène vangt ons op en plaatst ons aan een leuke tafel voor vier wat voor spanningen zorgt tussen het personeel. Nadien hebben we de hele tijd het gevoel dat we “gestraft” worden. We worden geïgnoreerd en mijn schotel nochtans van het dagmenu, de huisspecialiteit cassoulet natuurlijk, komt 15 minuten nadat Nella haar hoofdgerecht al op had. Naderhand bleken de helft van de tafels nooit bezet… Ook hun vestimentaire outfit vind ik minnetjes. Bedienen in je casual kledij is hier overal de gewoonte maar laat het smart casual zijn i.p.v. landlopercasual of een uniformshirtje, waarom niet. Voor het eerst zal ik een vlammende tripadvisor-recensie schrijven. Kijk, dit is wat gebeurt als toeristen “vanzelfsprekend” worden. Een gevaar dat ook de hospitality in bepaalde gelegenheden in Brugge bedreigd en op termijn de reputatie van een stad. Brugge bewaak uw onthaalkwaliteit en behandelingen van toeristen. Het blijven gasten die respect verdienen.
Als ik de parking wil uitrijden weigert de automaat mijn ticket. Als ik bij de parkeerdienst beland, bemerk ik dat ik voortdurend probeerde met het ticket van Q-Park Charleroi. Ahum.
Een avondlijke zonsondergang verdrinkend in de wijngaarden. Morgen verlaten we l’Aude voor l’Herault, toch een kleine 2 uur rijden.

Zaterdag 6/07.
De afrekening loopt vlot. We consumeerden hun eigen wijnen, olijfolie, confituur…
Ik rijd eerst door de Minervoisstreek naar Béziers. Het is heet. Er is een reuzenrommelmarkt. Als lunchtussenstop gaan we voor de schandalig goedkope fruits de merschotels op een terrasrestaurant langsheen een soort derderangsramblas. Reuzenoesters en -crevetten en 6 andere schelpdieren. Je kan hier een enorme pot mosselen-friet eten op 5 wijzen (o.m. met roquefort uit de streek) voor slechts 9,9€. Hallo België! De portie is enorm en de mosselen best groot en overweldigend ruikend. Nog maar eens valt op hoeveel goedkoper restaurants zijn vergeleken met ons land, uitgenomen de bieren met soms weinig keuze… maar we zitten in de grootste wijnstreek, dus…
Na een mooi uitzicht over de Pont Vieux en de stad met kathedraal erboven torend, op weg naar Liausson, ons gehucht bij Clermont-l’Herault, dat uitziet over het heel bijzondere Lac du Salagou. Turkoois water, kalkplateauheuvels vol garrigue met bruine strepen van de ruffe, rode aarde door ijzeroxidatie. Een merkwaardige plek. Onze gîte is een pareltje. Dat het supercomfortabel is en alles heeft is zeker meegenomen maar we hebben een privéterras met uniek zicht op het meer en dat is fantastisch natuurlijk. De hele omgeving is ook knalproper en naar ons verblijfje is het door lommerrijke bossen vol kermeseikjes en goed onderhouden straten. We zitten dan ook in het natuurpark van de Cevennes. Voor commerces moeten we wel telkens naar Clermont (7 km). We gaan snel inkopen doen, vooral dranken, fruit en groenten. En tanken. Dorst! Ik smeek Nella ergens een blik koud bier te vinden. Ze komt terug met een citroendrankje dat lijkt op bier… Dan volgt de welkom door de eigenaars met verse eitjes en 2 flessen wijn. De gîte is aangebouwd aan hun zeer charmant mooi verblijf. Zo’n huis waarvan je zou dromen als je een stek in Zuid-Frankrijk wil. Aangenaam, licht, nee, geen gerenoveerde fermette. We installeren ons, maar wat is het opeens heet geworden, 38° aub. Hoezeer ik dat voorheen al meemaakte, de volgende dagen wordt koelte zoeken toch een hoofdthema. Luiken dicht, ontelbare koude douches, soms gewoon binnenblijven. En ik die boos word als mensen, van zodra het eindelijk wat warmer wordt, al meteen beginnen klagen dat het té is.

Zondag 7/07.
Broodhalen is een halfuurtje weg zijn. We doen een minitrip langs Villeneuvette, charmant, en dan de attractie van de streek le Cirque de Mourèze, een keteldal met zijn vele grillig gevormde rotschaossen uit dolomietsteen.

Even wordt het klimmen, ploeteren, puffen. Vandaag weer 38°. Geen idee waarom de eigenares ons gisteren nog een donsdeken gaf. Maar we genieten. Lag bij de eerste week de nadruk eerder op cultuur dan staat de tweede in het teken van de natuur. We eindigen op een minizondagsmarktje in Sarcasc en tanken vloeistof in het enige volkscafé. Met vlees voor de BBQ , 5 groenten van de boer, geen 2€, huiswaarts via heerlijke zichten op de Lac en roodbruine rotsformaties waar verliefden met witte keien overal namen en boodschappen op nalieten.
Avondbarbecue met varkenshaasje en contorni op ons nagloeiend terras en dan opeens zijn daar een paar druppels, lekker, niks van aantrekken. Maar dan breekt het toch los, we hadden net zowat gedaan met eten. Onweer, regen en later als het donker is, staan we onder het afdak ademloos in bloot bovenlijf te genieten van de ozon en de zuurstof in de lucht kijkend naar een symfonie van kletterende donder en bliksems die als steekvlammen het meeroppervlak in vuur lijken te zetten. Het koelt wat af, wat welkom is. Tegenzijde is dat alle vliegen, motten en hun vriendjes uit de buurt nu bij ons wonen. Tabletje tegen muggen maar het gezoem leidt tot opstootjes bij deze jongen. Dat de constant bij ons vertoevende lapjeskat die nu eens allemaal kon vangen hé. Nop.

Maandag 8/07.
Parapentedag! Maar help, ik voel me niet echt lekker. Overvloedige diarree en zo slap als een vod.

De ochtend gaat verloren. Maar de al maanden gemaakte afspraak op Pic de Vissou gaat door om 16.00 uur.
De wind uit het zuiden is ideaal en sterk genoeg en de warmte dusdanig dat ik kan zweven boven de heuvels in T-shirt. Geen honger, dan maar met lege maag op weg, het is niet ver, wat zoeken en tenslotte 2 km langs een hobbelige stoffige puttenpiste, een uitdaging voor ons goedkoop huurchevroletje. Alles onder een verzengende, loden zon. Volgende keer toch een auto met airco en een die geen roofbouw pleegt op mijn, om medelijden smekende, rug na elke rit...
Halfuurtje te vroeg en nergens schaduw. Patrick arriveert gelukkig op tijd en we beginnen eraan. Ai, we moeten klauterend afdalen naar het startveld en Nella is daar niet op voorzien, zeker niet qua schoeisel, een benauwelijk moment want ze wil het opstijgen meemaken en fotograferen natuurlijk.. Maar ze redt het en een collega van Patrick zal haar weer naar boven begeleiden. In een zucht zijn we weg op de perfect, ideale zuidenwind. Ik zie zwevend boven de hoogste pieken, zelfs Sète en zijn lagune en de kust van de Middellandse Zee, toch op 50 km. Ik geniet weer volop. Ja echt, geluk en totale vrijheid is … eens goed van de grond gaan. Lol. (Op de foto: stipje beneden tussen mijn benen = Nella)

Dinsdag 9/07.
We vertrekken naar St-Guilhem-le-Désert, nog een plus beau village.

Eerst bezoeken we de Pont du Diable waar een leuke duivelse legende aan vastzit en dan langs les Gorges de L’Herault, riveropwaarts naar het dorp. We betrappen ons erop dat dit de vakantie is van de foto’s op of voor mooie bruggen met achtergrond. Guilhem, lokaal dialect voor Guillaume, Wim dus in ’t Nederlands, een neef van Karel De Grote die in de streek veel betekende. Het mooi bebloemde dorp is eigenlijk één smalle klimmende straat met boven de romaanse Abbaye de Gellone  en een leuk plein. Nog niet veel zag ik zoveel romaanse gebouwen die getuigen van de echt vroege middeleeuwen nog van voor het feodalisme. Eens terug gaan we in Clermont aan de centrale Allée in Le Tournesol, door iedereen aangeraden, een tweegangen-dagschotel eten voor slechts 13€.
Later gaan we even zwemmen en zonnen in onze stek. De eigenaars zijn weg voor familiale perikelen en we praten met hun vriend, Alain uit … Merchtem die op het huis past. Ze zijn al tientallen jaren bevriend geraakt en leerden elkaar kennen in... Damascus (Syrië).

Woensdag 10/07.
Marktdag in Clermont, een van de oudste van Frankrijk en de moeite, druk en gezellig langsheen de oude straten en halfpleinen van het oude stadscentrum. Als espadrillefan koop ik me een paar echte lederen voor 15€ al lijk ik er later wel erg grote voeten mee te hebben. Nella op zoek naar een superlicht zomerjurkje koopt een snoezig rokje. Dan terrassen en observeren van de va et vient van zovele mensen in vestimentaire niemendalletjes. Lokalen en toeristen haal je niet uit elkaar, sandalen, shorts en een shirt of iets negligé. Eerst nog een biertje. Bij grote dorst toch altijd uitkijkend voor Belgische bieren. In de Estaminet de Commerce schenken ze zelfs Grimbergen blanche en blond van het vat. En ABinbev is gelukkig overal aanwezig want sommige Franse pilsen zijn te doen (1666), maar als ze enkel Heineken hebben, ga ik toch weg. Maar bij het eten wordt het uiteraard streekwijn en hier dus vooral rosé. We ronden af, waarom niet, met een gelukkig gereserveerde plek op het bomvolle terras van Le Tournesol.

Opvallend het gratis karafje water dat je in Frankrijk altijd kreeg aan tafel is overal aan het verdwijnen. Jammer. Je moet er nu echt zelf om vragen.

Ik die altijd op zoek ben naar de lokale keuken, bestel wat ik anders een zwaktebod vind: entrecôte maar ik doe het voor de roquefortsaus. Deze kaas werd in deze streken uitgevonden. U kent het verhaal van de herder en zijn vergeten kaas in de grot wel. Na de salade perigourdine voel ik a.h.w. de cholesterol in hun handjes klappen maar goed, deze reis aten we toch vooral licht en gezond. Eens terug geeft  Nella een impressie van de Venus van Botticelli en ik van een Griekse krijgsheer die ten strijde wil trekken.
We krijgen ook nieuwtjes van ons Nepalese dochter via de iPhone zoals “Tanya- mosquito’s 0-16”. Hier is het “vliegen - Wim & Nella 16-0” maar ik voer een forcing.  Dra is de stand 20-5.

Donderdag 11/07.
We willen zee zien. Op naar Sète waar we langs Bouzigues (oestervelden) en de Etang de Thau de vissershaven en het centrum doorkruisen om uiteraard weer te belanden achter een enorme portie fruits de mer met een halve krab en halve kreeft voor nauwelijks 50€ beiden, met aioli, toastjes en een fris witje. Uitgezocht uit de tientallen visrestaurants langs de kade. Overal heben de terrassen van die heerlijk automatische benevelaars en democratische prijzen voor vele soorten verse vis en bouillabaisses. Wat me weer opvalt is hoe kinderen geconditioneerd worden. Kindermenu’s blijken in Europa overal hetzelfde: spaghetti, kip met friet of pizza. Zo kweek je slechte eenzijdige gewoontes. Een kwartetje gaat de terrasjes rond. Ik voorspel 4 nummers van hun medleyrepertoire juist (in de hele wereld overal ’t zelfde toch?): O sole mio, Nava havila, het Russische Nje kati en.. we zijn er niet ver van… het onvermijdelijke E viva Espana waar Samantha nooit een frank aan verdiende.
Vrijdag 12/07.

Laatste dag. Ik sta vroeg op en bestijg het klimwandelpad vlakbij van 7 km dat me tot op de Pic de Liausson moet brengen met uiteraard een schitterend zicht over de Lac du Salagou. Die kleine drie uur klauteren, niet meer gewoon, puf puf, loonde dus, maar de afdaling onderschat ik en even ga ik op mijn rug, klauw in distels, maar goed. De dag gaat op aan onze restjes opeten en laatste dingetjes doen.

Zaterdag 13/07.
Even ziet het er naar uit dat voor de terugrit naar Carcasonne op deze piekdag we te laat vertrokken en we belandden rond Béziers in een trechterfile, maar ik kan onstnappen langs kleine wegen. Uiteindelijk eten we vistapas voor 10€, ditmaal op het terras naast de Canalbocht van Trèbes met haventje en mooie boten lekker buiten. Dan huurwagen indienen , we deden toch bijna 1 000 km. Voor slechts 300€ all in. Vlotte terugreis. Om 21 uur zijn we thuis.

donderdag 16 mei 2013

Bologna, verrassende citytrip, mei 2013

Op superkorte termijn besloten we Bologna, ook La Dotta (De Geleerde), La Grassa (De Vette) en La Rossa (De Rode) geheten, te bezoeken. Het eerste slaat op de oudste universiteit ter wereld (stad van boeken en bibliotheken ook), het tweede op Bologna als gastronomische hoofdstad van Italië, denk maar aan bolognaise en mortadella, en het derde oorspronkelijk op de rode daken van de middeleeuwse, ooit ’s werelds derde grootste stad, later eerder op het linksprogressieve politieke denkklimaat daar, ten bewijze de memorabele bomaanslag op het station in 1980 door rechtse extremisten.

Donderdag
We laten Brugge’s Heilig Bloed achter om een dagje Charleroi of all places te doen. Met een ochtendvlucht om 6.25 uur is goedkoop sporen en een nacht aan € 37 in een Best Westernhotel een betere oplossing dan onchristelijk vroeg op te staan en met de auto te rijden.
We worden begeleid vanaf het station door groenzwarte uitbundige-lawaaierige hordes die meetreinen naar Brussel voor de voetbalbekerfinale tegen Genk. Geen idee hoe iemand die 's middags al constant zingt, brult en drinkt, het er ‘s avonds nog van terecht brengt. We bezoeken even Charleroi centrum maar de stad is uitgestorven… Er is weinig bezienswaardig maar dat wisten we. Urbanistisch wordt hier vooruitgegaan maar de rest moet nog volgen. Het sympathieke barmeisje bevestigt me in een gezellig gesprek criminaliteit, vandalisme, werkloosheid, inefficiëntie en overlast, maar ik besluit niet depressief te worden. ‘s Avonds gaat Cercle moedig strijdend en helaas ten onder.

Vrijdag
De volgende ochtend 5.00 uur. Donker. Stilte. Niemand. Onze taxi bestaat uit 2 (twee!) enorme mannen waarvan de tweede (een lijfwacht voor ons?) er uitziet als het personage dat in gangsterfilms in beeld komt als de bandietenbaas iets zegt als: “Enrico, will take care of you”. Kortom op ons gemak voelen we ons niet.

Ryanair. Goedkoop. Vertrekt op tijd. Maar het systeem noopt tot chaos allerhande. De handbagage die gemeten wordt b.v. Een zakenman heeft een minisporttas en een laptop. Mag niet. Laptop moet in tas. Kan niet. Probleem. Had hij een grotere tas gehad en beide erin gestopt dan kwam hij nog niet aan de helft van het toegestane volume. Een volle Boeing 737 en iedereen met een maximum aan handbagage, dat kan toch niet allemaal in de bovenkastjes? Never! En de ontoegewezen plaatsen. Gevolg: bagage soms gestapeld een eind verder en dan loopt het menselijk verkeer in de nauwe binnengang constant kortsluiting op. Nervositeit. Geduw. Vertrapte voeten.
Grappig is dat, om commerciële opbrengsten te genereren, er constant van alles verkocht wordt, over en weer, maar niemand geïnteresseerd noch gepast cashgeld. Dit is echt een vol-o-ventes.

Maar 3 1/2 uur later staan we al in het centrum, op zoek naar Le Stanze del Carro, een moeilijk
vindbaar en hoogst rare B&B gerund door drie jongedames. Onze Marco Polokamer bevat een kooi als bed, op de wc, net een hoge troon, moet je klimmen en het inhuisrumoer wedijvert met het straatnachtlawaai. Als beloning voor onze moeilijke nachtrust is er een quasi onbestaand ontbijt. Meteen in de namiddag maken we al een deal met Best Western Hotel San Donato, geen 100 m verder, waar de zon- en maandagavond er nog plaats is. Dat was ons oorspronkelijk plan, maar het bleek bezet in het weekend. Het hotel bevat een 360° verbluffend panorama over de stad. En bar en ontbijt kan op een terras met zicht op de okeren, gele, bruine en rode tinten van daken en huizen, inclusief kerk- en de vele (scheve) torens. Pisa eat your heart out. We verkennen het centrum met zijn Piazza Maggiore, de schitterende Palazzo dell’ Archiginnasio met wel 700 wapenschilden en versieringen allerhande, maar ook de kleine straatjes met zijn delicatessenzaken die een aanslag plegen op onze visuele smaakpapillen. In de oude Tamburi sta ik met mijn hoofd tussen de saucissen. We zoeken een trattoria voor de locals, die zeker qua drankprijzen ver afliggen van die op de toeristische terrassen in de zon. Nog maar eens besef ik dat bij ons lekker eten duur is.

Zaterdag 
Ik  neem een stadsbus naar het station om onze Erasmusdochter Tanya op te halen die 1 dag overkomt vanuit Lugano, Zwitserland. Via Milaan en de Freccia Rossa = 300 km in 1.05 uur tijd. Bologna stazione met nog steeds een oude klok op dat fatale uur. Daar is ze. Vliegt in mijn armen. Een gezellige knuffeldag zal zich voltrekken in een zoemende stad. Lamborghini stelt op de Piazza Maggiore honderden wagens tentoon. Bedrijvigheid alom. Sfeer. Bologna trekt resoluut de kaart van een verkeersvrij centrum op zaterdag en zondag wat een volledig ander openbaar transportplan met zich meebrengt, maar het werkt wel. We polsen naar de echte lokale, niet toeristische, betere trattoria om onder meer (natuurlijk!) de échte tagliatelle bolognese te eten.
Wanneer de eigenaar van de Belfiore snapt hoe wij in elkaar zitten stelt hij voor: “Lasciami fare”. Laat me doen! We eten vier assaggini (kleine porties) pastabereidingen. Bij de tortelini brengt onze goeierd een slokje rode wijn. Oudjes doen dat om de smaak naar boven te trekken, beweert hij. En inderdaad, wonderlijk. Met een flesje sprankelende Pinoletto uit de heuvels en een klare amaro voelen we ons deelnemen aan een culinair festijn en de prijs is belachelijk. In de namiddag wandelen we weer en bezoeken onder meer San Stefano, een merkwaardige kerk die eigenlijk uit 7 kerken bestaat, op en naast elkaar gegroeid in de tijd. Merkwaardig historisch.
We sluiten af met een authentieke megapizza en duwen onze dochter om 21.30 uur de trein op. Gelukkig zien we haar binnen een week al terug, dan zit de buitenlandse stage erop. Nog een lange wandeling en een zwoele avond op een terrasje om een van de fijnste dagen van mijn leven af te ronden.

Zondag
We verhuizen naar San Donato waar we een stuk minder betalen (€ 76 per nacht incl. ontbijt) dan in de rommelige verwarde B&B. Fijn hotel met supervergezichten. Flaneren, aperitieven en dan laten we ons weer verwennen in Belfiore met nieuwe proevertjes maar houden het ‘s avonds sober. Het is mooi geweest, ik zat net weer onder 80 kg maar ik vrees ervoor…

Maandag
Met de opendaktoeristenbus geven we de rest van Bologna sightseeing een kans. De eeuwige arcaden en gebouwen vormen een door Unesco erkend erfgoed. Charme en onderschat. Mag zo naast Venetië, Firenze en Rome staan. Lang in de zon 'antipasteren'  en een friturra mista di pesce (vis), ‘n siësta en s' avonds kletsen op het terras van het plein voor het hotel van deze superstudentenstad met o.m. een Poolse, Californische en Russische studentin. Heerlijk. Toch maar op tijd naar bed want er wacht ons weer een ochtendvlucht om 6.50 uur en … een ijzig, miezerig kikkerlandje.

Meer foto's op Flickr: http://www.flickr.com/photos/wimvanbesien/sets/72157633510399802/






vrijdag 8 maart 2013

Reis en cruise Bali-Lombok-Java-Singapore 11-26/02/20132


Reis met cruise van Bali naar Singapore 11-26/02/20132
Voorwoord: op vraag van sommigen die best wel een volledig reisverslag wensten, maar mijn invalshoek indachtig (beschouwingen, bedenkingen over de tourist trade, Indonesië, luxecruising in deze tijd en leuke details die me opvielen…) zal dit een eerder lang stuk worden. Ook reflecteer ik over de luxecruises in het licht van mijn verleden als cruise director. Wie mijn boek “Toeristenvallen en –opstaan” las, kan dit stuk een beetje als een opvolger ervan beschouwen.

Inleiding: Na meer dan 20 jaar ga ik terug op cruise, ditmaal als passagier. Ik stopte destijds op een vijfsterrenplus schip van Cunard als Cruise Director (vanwege oncombineerbaar met mijn vers huwelijk). We besluiten het dan ook maar meteen in stijl te doen en gaan voor het beste van het beste. Het wordt Silversea ******, de awardwinning top company in het luxesegment (video). Want we realiseren ons ook dat als ik de werkgerelateerde reizen van die tijd en reizen met een dochter wegdenk, Nella en ik eigenlijk nooit op huwelijksreis waren met z’n twee alleen. Dus noemen we het maar “onze honeymoon”… De tickets arriveren in een mooie zilveren doos met een prachtige lederen tas met daarin alle documenten inclusief grote lederen bagagelabels.
Escape to Bali. We vertrekken 3 dagen vroeger, de vlucht is veel  goedkoper dan en met het gewonnen geld verblijven we zowat gratis in Bali. We kiezen opnieuw voor het heerlijke Sanur, maar in het bescheidener hotel Parigati vlak naast het spectaculair-prachtige Bali Hyatt waar we een paar jaar terug waren. Omdat we eigenlijk al alle hoogtepunten op Bali bezochten toen we daar 2 weken waren, concentreren we ons op puur, rustig genieten.

Met de HST naar Düsseldorf waar we met KLM rond 18.40 uur via Amsterdam en met stop in Singapore naar Denpasar vliegen. Het begint goed. We zijn nog maar net vertrokken en de paus besluit af te treden. De luchthaven van Düsseldorf is vrij nieuw en duidelijk “op de groei gekocht” maar steriel. Tijdens de nachtvlucht bekijk ik films. Ik zie eindelijk het sterke “Jagten” van Vinterberg, “Lincoln” (m.i. overroepen) en de biografiefilm over Hitchcock. Wel ellendig weinig hellende zetels voor een 16 en 1/2 uur durende vlucht.
Als we de warmte op ons voelen vallen en een taxi ons naar het schattige Parigata voert, voelen we ons meteen exotisch gelukkig en de mooie herinneringen overvallen ons in elk detail. Ik maak korte metten met de visumaanschaf en het taxiopbod want ik weet perfect de juiste prijs (internet!). De receptioniste begroet me met een brede glimlach “Welcome Mister Wiiim!” en een fruitpunch. Het is 21.30 uur, snel eten dus. Overal is er free wifi en na een laat lokaal maal om de hoek, skypen we (tijdsverschil 7 uur) met onze dochter Tanya op Erasmus in Lugano, Zwitserland, die het goed blijkt te stellen.
De volgende ochtend meteen vroeg op. Eerst de zon zien opkomen. We zitten de hele reis dicht bij de evenaar, dus zon op rond zowat 6.20 en onder om 18.25 uur. Dan zo snel mogelijk het frisse zwembad in, eigenlijk een lauwwarm bouillonnetje, waar ik tussen de waterstraalspuwende watergeesten en de onvermijdelijke waterval – het regent! - dol als een kind. Het ontbijt. Sober qua keuze. Toch weer mensen die hun borden kunstig opladen. Zwelg-art. Dan snel gaan ATM’n en Rupiahs kopen. Dankzij mijn app converter is het snel omgezet want 1€ is ongeveer 12 657 Rupiahs (IDR). Anders constant rekenwerk. We namen ons voor als eerste activiteit naar Gina te gaan die aan het strand stevige bodymassages verschaft à 4€ voor een uur. Een en ander lijkt al veranderd maar we vinden haar nog en laten ons door haar medewerksters kneden onder airco maar met de geur van de zee. Dan ga ik meteen naar mijn geliefd simpel strandbartje maar de toenmalige meisjes zijn er niet meer en het werd overgenomen door een wat excentriek uitziend maar sympathiek koppel uit … Nieuwpoort!
Ze gaven zichzelf 2 jaar om te slagen hier en offerden daarvoor 3 horecazaken op. Een administratieve jungle, ploeteren door de lokale gewoonten, ‘afdrachten’ en in een mum Balinees geleerd. En je moet maken dat je goed staat met de lokale gemeenschap, de Banjar, want die bepaalt alles  Bij neen, kan je het vergeten. Snel volledig geïntegreerd werk geven aan een pak personeel waarmee je niet met Vlaamse managementprincipes moet afkomen, faut le faire. Maar kijk wat ik ervoor terug krijg, zegt Frederiek, en hij wijst naar de kleurrijke omgeving, de zee, de weelderige plantengroei en het klimaat. De mensen op Bali zijn ook erg vriendelijk en relatief weinig opdringerig vergeleken bij elders in de wereld. Dat komt o.m. vanwege de hoge aanwezigheid van Hindoes die constant kleine bloemen, planten, vruchten en wierookoffertjes brengen op hun duizenden altaartjes, naast een tolerantie met diverse ander godsdiensten. Indonesiëkenners waarschuwden ons: op de andere eilanden is het overwegend moslim en de gedragsverandering is idem dito…

Ik slurp aan de Bintangbiertjes (bintang = ster, hun Stella dus) die erin gaan als water en trouwens meer kosten dan mijn heerlijke veggie curry die ik extra spicy bestelde (3€). Alle Belgische vuiligheid ga ik uit mijn lijf branden, nè! Even een groot onderhoud voor mijn eco-systeem.
We plukken verder de dag. Wandelen langs de zee in een verzengende hitte om te siësten in onze koele kamer. Jetlag overwinnen is ont-jet-liggen. Winter ontvluchten direct smeken om airco. Helaas reisregel nr. 568 treedt in werking. Bel s’ ochtends de receptie als iets stuk is, zeg dat er geen haast bij is en je de hele lange voormiddag niet op de kamer bent, dan komen ze… juist. Ik constateer verder dat ondanks jaren ervaring en het benutten van alle voorbehoedsmiddelen hij daar al weer is: Wim’s knalrode neus.

’s Avonds trekken we op shoppingavontuur want dochterlief moest perse een of ander Chanelleke hebben die hier goedkoop zijn. Buiten het levendige, gezellige gedoe langs de straatjes is dit voor mij een dieptepunt maar kom, de sfeer is betoverend. We slaan om de minuut een vervoeraanbod af en ik moet lachen met de “Tourist Office”. Gewoon een standje op straat met foldertjes allerlei erin, meestal vlakbij een autoverhuurder. We zoeken het restaurantje waar we vroeger een paar keer echt fijn aten. De setting is dezelfde, de food delicious maar alles is meer verwestert en toeristischer met de gehate geplastificeerde afbeeldingen van gerechten en een deurlokster. Ik heb ook niks met een Australiër die op elektrische gitaar Creedence staat te kwelen. We willen beide de gamelanklanken (orkest bestaande uit o.m. diverse soorten xylofonen) die zo mysterieus en zenachtig rustgevend zijn. Maar we beseffen dat straks ook hier het authentieke karakter zal oplossen in de grote globaliseringslokop. Het eten b.v. is helaas al niet meer 100 %  wat zij ooit kookten en aanboden, maar wat zij denken dat wij denken dat zij zouden moeten klaarmaken en hoe wij het willen gepresenteerd zien. Doodjammer vind ik dat altijd. En verwarrend ook: een biertje kost ergens 32 000 IDR, elders 32 000 IDR, jamaar meneer + 12% governementtax en + 5% servicetax. Dan nog elders 32 000 + 21% governementtax. Hoe zit dat hier? Ah, in het paradijs moet dat kunnen.


De volgende ochtend zwembad. Wat Michelinvrouwtjes lopen rond geflankeerd door mannen met spruitendlang grijs borsthaar gedragen boven een goed bedoeld punt. Ik spits de oren, hoor Deens, Frans, Australisch (logisch, Bali is wat Tenerife is voor Europeanen) en red code alarm … Russen. Hoewel deze hier blijkbaar alleen komen om te ‘wonen’ in het zwembad, zou ik toch niet in Kuta willen zitten (badplaats Kuta is ook het lively uitgaanscentrum van het eiland). En alle oudjes hier zitten in ligstoelen met een iPad. Ook deze ouwe jongen.
Vrijheid is altijd en overal je eigen plekje hebben. Straks op de cruise! Hier wordt echter strategisch gedacht. Stoel gescoord in de schaduw, maar straks komt de zon. Beslommeringen. Vandaar de handdoekenboekhouding. In het begin lijkt er een systeem achter te zitten. Elk paar badhanddoeken aan het zwembad wordt per kamer opgeschreven. Waarna later op de dag niemand er nog naar omkijkt en iedereen toch doet wat hij wil. Bali en tolerantie. Er is een poolman die zogezegd toekijkt om alles volgens de regels te laten verlopen, maar nooit iets zal zeggen, want als een klant over hem klaagt, is hij zijn job kwijt. Maar waarvoor dient hij dan? Overal staat b.v.: neem eerst een douche. Waarom ben ik altijd de enige die dat effectief doet?

Iedereen heeft hier een job, weliswaar slecht betaald, maar de uitvoering ervan is op zijn zachtst dubieus. Zo zijn er overal bewakers. Maar de zin ervan ontsnapt me soms. Bagageonderzoek en een metaaldetector aan de hoofdingang van het Bali Hyatt zorgt voor een veiligheidsgevoelshowtje, maar langs het strand kan iedereen over 400 meter ongehinderd het hotel recht binnenwandelen. Als ik de barman wijs naar hun speciale Cocktails of the House, er een “Sunset on Bali” uitpik, begint hij in paniek een soort handleiding te zoeken, over en weer te rennen om raad, om 15 minuten later te vertellen dat een bepaald ingrediënt er niet meer is. Schouderophalen. Maar leuke tropische namen, dat wel. Niet platjes zoals in Albufeira (massatoeristspot Algarve): cocktails met  namen als Viagra, Orgasm en ga maar door. Wel leuk op de barlijst: onder het hoofdstuk Scotch whisky staat: Johnny Walker, J&B, Canadian and Irish Whisky (zonder eind-e). Maar taalfouten zijn er overal: een meunière van vis mét een escalope, que? blijkt escalope van vis te zijn natuurlijk.
We hebben een afspraak met Made Catra, onze privégids van toen. Op de tweede dag gaat het schip naar Tanah Ampo in Oost-Bali. We bezochten in die hoek al veel zoals het justitiepaleis in Klungklung (heerlijke muurschilderijen) en het pre-hindoe zelfbedruipende dorp Tenganan, maar waren nooit bij de Besikah moedertempel bij de vulkaan Agung geraakt. Vanaf Tanah Ampo ware dat ideaal en Made ging ons een trip maken met een en ander dat we nog niet voorheen zagen. Noteer daarbij dat excursies aan boord zeer duur zijn, net omdat vele van dit soort passagiers absoluut niet geconfronteerd wil worden met hassle and chaos en de beste probleemloze reisomstandigheden eisen. Maar da’s niet mijn reisfilosofie. Helaas hadden we net voor de cruise een itinerary change gekregen. Bleek dat er een kleine tsunami was geweest in Indonesië en de jetty (aanlegsteiger) er was weggespoeld zodat er eenvoudig weg niet meer met sloepen kan getenderd worden. Hetzelfde gold voor het vrij ontoegankelijke en dus niet-toeristische Bangka island waar ik ontzettend naar uitkeek. Een verloren groot zandstrand met Seychellenachtig grote ronde rotsen. Mja, er heeft altijd al een Robinson Crusoë of Columbus in mij geleefd. Dit ware toch, noem het, minimale compensatie. Ook al omdat dit een mooi contrast of aanvulling was “in de balans” van de cruise. Na de drukke, hectische miljoenenstad Jakkarta, wat rustig natuurschoon en eenvoudige prilheid. Helaas ook daar was de aanlegsteiger dus washed away. Bedenking: ik moet dringend weer eens het ‘weinig ontdekte’ ontdekken of een boomhut maken ;-). Boys wake up call J.

Wat kan ik nog doen? Ook de mogelijkheid om te paragliden (in het zuidelijk schiereiland) is er niet : foute westenwind. Allemaal jammer voor Made die desperate is voor business. En klaagt. Maar baruitbater Frederiek zegt me later “Er is wel een toeristenterugval en ’t is laagseizoen maar ze zijn zoals de horeca aan onze kust, van zodra ze kunnen, klagen ze”. Belgische nuchterheid. Ik bestel meteen een Bintangbier.
We gingen opnieuw voor een massage want voor de prijs kan je niet sukkelen. Daarna vocht opnemen bij Komilfo, zo heet de tent van Frederiek en Miyu. Ik neem er een cocktail met Bali rum en veel verse vruchtenmix. Het is Valentijn vandaag en Frederiek neemt vanavond zijn personeel met hun liefjes mee naar de McDonald’s. Daar zijn ze hier in de wolken van. Voor hen is dit zo uitzonderlijk, zelfs al moeten ze een uur aanschuiven en bestellen ze gewoon rijst met kip. De McDonald’s verpakkingen zullen een lang souvenirleven leiden in hun huisjes. McDonald’s op Valentijn, het is eens iets anders.
Wijzelf worden geprikkeld om “iets” te doen. Honingmaan, Valentijn, een romantische omgeving…. Ons hotel maakt reclame voor een Valentijndiner met orkest en dans. Het menu is duidelijk stukken duurder dan elders, het ziet er slecht georganiseerd uit, slingertjes en hartjes uit de kleuterklas, ze lijken zelf nog niet alles goed te weten maar we zijn vlakbij onze kamer, ’t is de laatste avond and what the hell… We zien wel… We eten een soort pompoensoep en gegrilde vis. De avond met een Aziatisch eenmansorkest die in fonetische Engels klassieke songs verkracht, lokte 4 koppels. Valentijn die tristesse uitstraalt. Maar we bekijken het van de humorzijde. Jamaica Farewell van Harry Belafonte, dé Caraïbenhit op Valentijn in Bali? Wanneer een koppel de tafel verlaat midden het menu loopt een kelner er in paniek achteraan. Waar gaan jullie naartoe? “Wij gaan dansen, meneer.”


The Silversea Experience. De volgende ochtend koop ik nog wat mooie lekker zittende polootjes en zwembroeken. Het spel van afdingen. Kleine percentjes, rijke ventjes en Nella in een onbarmhartige hoofdrol. Dan opweg naar de haven Benoa en het cruiseschip Silver Shadow. Supereffeciënte check-in, flashing smiles en begroetingen en nadat er van ons snelle foto’s werden gemaakt zal ik vanaf dan voor de rest van de cruise door iedereen die ertoe doet in de sociale context constant begroet worden met “Good morning Mr. Wim” of “Evening Mr. Vènbussien”, zelfs al zag ik ze nooit voorheen. Dit is het systeem dat we in de tijd bij de fivestarplus operation invoerden. Op dit niveau weten wie elke gast is en wat ze willen. Na 1 keer in de bar onthouden ze al je favoriete drankjes of suggereren er die bij je mood moeten passen, een Sea Breeze b.v. Pour it out, Russell!
We worden begroet door Heri Kupaeri, onze kleine Indonesische butler met zwarte zwaluwstaart, grote witte strik en schattige flaporen die ons door de eerste keuzes begeleidt: welke lijn amenities voor de badkamer, keuze uit 6, willen we? We kiezen Bulgari. Welke type kussen willen we? Weeral 6 types (allemaal tot in het detail beschreven) en welke dranken of hapjes willen we at all time in onze koelkast? Mineraalwater, softdrinks, bier, maar ook  champagne kan en fijne wijnen. Ik suggereer “misschien een kleine whisky voor laat op onze veranda als afzakkertje?”. Ik krijg prompt een grote fles Johnny Walker Black die ik van de hele cruise niet zou aanraken. De deal bij zessterrenschepen is simpel: alles is inbegrepen, tenzij laundry, casino, welness, de boetieks aan boord (waaronder een H. Stern), wifi en excursies. En dineren in het intieme Le Champagne restaurant by Relais and Chateaux waar wat bijbetaald moet worden voor net nog iets verfijnder en geraffineerder eten en de kans op exclusievere wijnen, cognacs en sigaren kan wel, maar tegen een kleine opleg na reservatie. Plaats bemachtigen blijkt moeilijk. Maar mijn oude reputatie is me voorafgegaan en we krijgen na elkaar van diverse diensten: gratis laundry, 500 minuten gratis wifi voor een waarde van 170$, 200$ krediet op onze rekening, dus vrij spenderingsbedrag uitgenomen de casino, 1 gratis diner in le Champagne en nog een en ander. Met die 200$ zal Nella 4 tassen van Harrods kopen, want net in solden, en samen een excursie. We bestellen een avondje in Le Champagne en de wifi is voor ons natuurlijk heel belangrijk. Maar via de satelliet is dat toch een stuk moeilijker en trager dan aan land, komt daarbij het hele tellersysteem en de berekening van het in blok aankopen, wat ik hier het enige minpunt vind aan boord. Bij aankomst werd onze credit card geregistreerd en alles gaat er automatisch vanaf. Uiteindelijk zou dat op het einde maar een paar 100-den dollars zijn. Als repeater krijg je ook snel bonussen. Zo ontmoette ik gasten die tegen het einde van de cruise zochten om nog snel 1 000$ krediet op te maken.
Die eerste avond gaan we naar de voorstelling van de staff en de lecturers in de Panorama Lounge en de 6 zanger-entertainers, Wendee, Anastasia, Kashena, Jonathan en Kyle (allen Amerikanen) ronden af met een indrukwekkende “Brindiamo” uit “La Traviata”. We toasten inderdaad. Dan doen we The Bar aan en The Restaurant voor een fijn diner overgoten met allerlei wijnen die ons constant worden voorgesteld zodat we zelfs foto’s nemen met onze iPhones om ze bij een volgende gelegenheid te herinneren. Nadien is er een Balinese show die we echt flut vinden vergeleken bij de spectaculaire en acrobatische spektakels die we vroeger zagen en gaan met plezier onder de wol van het zachtste bed ooit. Want goed slapen was er tot nu niet bij. Vigilo, ergo sum. Geen idee waarom.

Het ontbijt in La Terraza is een feest. Eindelijk de koffie zoals we die echt willen en er is een pletwals aan keuzes van op het moment klaargemaakte warme gerechten. Steevast wordt je bord dan door een ober naar je tafeltje gebracht, stoel onder je en servet op je. Je krijgt ook echt het tafeltje dat je wenst. De maître d’, vooral Marcello (een zeer entertainende Italiaan) moeten meesters zijn in hun vak. We besluiten buiten te eten hoewel het panorama er door de grote vensters overal is. Omdat door de routewijziging het schip een dag langer in Benoa blijft liggen, genieten we van de faciliteiten van het schip. Ik bezoek sporadisch activiteiten, neem een dip in zwembad of jacuzzi, een kort zonnebad, lees in mijn boek Back to Blood van Tom Wolfe (weer een klapper!) of pluk van de mooi gepresenteerde vruchtenschotel in de suite. Elke dag allerlei vers, soms voorgesneden, exotisch fruit waaronder snake en dragon fruit. Butler Heri smeekt a.h.w. dat we hem dingen vragen en zelfs al doe ik het niet, blijken mijn avondschoenen toch steevast geboend en in een vorm gezet. Toen het honeymoonverhaal hem blijkbaar ter ore kwam, vonden we een vol bad vol geurend schuim, omringd door rozenblaadjes en kaarsjes. Echte luxeservice is anticiperen op wat iemand kan willen.
In de namiddag liepen we al de kapitein Cataldo Destefano tegen het lijf die me toevertrouwd: “I read your CV”. Iedereen blijkbaar… Nella is afkomstig van de streek waar ook hij geboren werd (Barletta). Ik besluit mijn grapje met de naam Schettino te laten vallen. ’s Avonds is het gala-avond en natuurlijk werd ik via een officiële uitnodigingskaart geïnviteerd aan de eretafel van cruise director James ‘Jimmy’ Hovel uit Connecticut. Ik trek een van de enige smokings van de vele uit mijn oude tijd waarin ik nog (nauwelijks pas) aan en we maken ons op. Het heeft een heel bijzonder kort elegant jasje met zwarte en grijze strepen. In de gang roep Heri: “I love your jacquet”. Bon, da’s duidelijk. Heri is gay. Voor een moslim geen cadeau.

Het obligate handen schudden en beleefdheidwoordjes. De rij met kapitein, hotel manager en C.D. beleef ik voor de eerste keer van mijn leven aan de andere kant. Dan in het theater de introductie van de officers met zelfs een grapje die ik 20 jaar geleden al deed, maar het is snel voorbij. We dineren met C.D. Jimmy en Mr. en Mrs Bloom, die niet veel meer dan wat tomaat eten en geen alcohol drinken. Ik heb een paar interessante over-en-weers met Jimmy i.v.m. het cruise directorschap  en nadien gaan we naar de openingsshow. Schitterend gezongen in een theater met de modernste technieken waar vele zalen een punt kunnen aanzuigen, maar uiteindelijk is het niet van het niveau van Cunard toen. Tja, mijn schip de Vistafjord toen was ook dubbel de size. Shows waren met een 8 pieceband live + clicktrack en met wervelende dans en effecten, wat hier afwezig blijft. Maar goed, daarvoor komen we niet.

Even uitleggen dat een modaal cruiseschip 1 bemanningslid telt per 3 passagiers. In het luxesegment vroeger werd dat 1 op 2. Maar hier 1 op 1 en de Shadow neemt maximaal 350 gasten mee. Een heel leefbare situatie met genoeg ruimte en personeel ter beschikking overal. Mij krijg je nooit op van die ordinaire massaschepen waar stijl uitgevlakt wordt door kwaliteitsloze “grootheidswaanzin”.
De Silver Shadow is 186 m. lang en 25 m. breed, heeft prachtig interior design en hangt vol geauthoriseerde kunstwerken van Chagall, Picasso, Miro´, … en superbe foto’s die ik nooit voorheen zag van o.m. Marylin Monroe door Milton Greene e.a. Allen te koop, gemiddeld vanaf 10 000$. De kunsthandelaar in charge Rami Ron zegt dat hij mensen rijk maakt maar dat ze het niet eens beseffen.

Nadien gaan we naar de bar waar we, voor we het beseffen, uitfreaken op de dansvloer. Onderweg naar de hut, stopt Wilma van de kleine casinobar ons voor een intieme last drink in haar bar, ik zeg dat ik zot gedanst heb en ze zegt: “I’ve seen you” met een twinkel. O, o.  Maar ik beloof: volgende keer!
Lombok. De volgende ochtend ligt naast het krantenoverzicht alweer een nieuwe dinner invitation, dit keer van de guest relation manager. Ik ben vroeg op om Lembar op het eiland Lombok te bekijken. Verrukkend, overal kreken. Ik volg met belangstelling de vlotte tenderoperatie in volledig overdekte boten, de omroepen van de C.D., de vrijgave van het schip, het dispatchen van de excursies. Een fluitje, vlot, wow.
Op onze programma’s en in ons cruiseboek worden we volop gewaarschuwd voor tekort aan faciliteiten en aftroggelarij in Lombok. Deels willen ze daarmee natuurlijk de officiële excursies promoten, maar ook uit angst dat de frustraties van passagiers als een boemerang in het gezicht van Silversea zullen terugkomen. Ik ken het spelletje en zal ter plaatse wel iets regelen. De hal om de tenders te betreden is quasi leeg. Er is security check en er staan altijd flessen koel water en minihanddoekjes om mee te nemen klaar. In de tender maken we kennis met “Teri Milfsud from Gibraltar" en Erik Bruin, een Nederlander, die samen al 30 jaar een vastgoedbedrijf hebben in Marbella. We worden vrienden met dit flamboyante stel vol pit  gedurende de hele cruise. Want het klikt meteen en we besluiten samen te gaan voor een eigen taxitrip. De onderhandelingen met tientallen tegelijk zijn een bezoeking. Ridicule prijzen worden weggehoond, opdringerige would-be gidsen op hun plaats gezet. Auto’s afgekeurd. Eric: “Een zwart busje, ben je gek, man?”. Uiteindelijk settelen we een deal: een aantal uur hoogtepunten voor 50$. We worden spoedig afgezet bij pottenbakkers “dat we ook zelf mogen proberen”, herhaalt de gids. Na 3 minuten willen we weg tot frustratie van onze sjacheraar. Even later. You wanna see pearls? O.K, but 2 minutes, spellen we uit. Plechtig kondigt onze pipo terwijl we een luxewinkel binnen rijden: “Hier hebben jullie een vol uur de tijd!” 3 minuten later zijn we weer op pad. Teri heeft parels genoeg ...


We bezoeken de wat vervallen Lingsar tempel en lopen een deel van de scheepsexcursie tegen het lijf waar een vriend van Eric – de helft zijn hier al een maand sinds Sidney aan boord- ons vertelt over het Mayura Waterpaleis and Royal Court. Uiteindelijk blijkt dat nog de moeite. Een bijzondere setting, uitbundige moslimkinderen die met kleren en al in het zwembad springen en genoeg lokale cultuur en sfeer om ons tevreden te stellen. We besluiten terug te keren om toch de lunch voor 14 uur mee te pikken. De gids begint dan over hoeveel we hem wel zouden geven “want die 50$ is maar voor de benzine en de driver”. We zijn keihard, een deal is een deal. In de verzengende hitte slurp ik wat fruitpunch voor de lange tenderterugvaart waar we na een sneldouche fris lunchen met onze nieuwe vrienden en ons dan terugtrekken voor een koele siësta. God bless airco. De rest van de avond cocktails en via Teri en Eric massa’s leuke medereizigers leren kennen, show zien en disco dansen. Dan beland ik, toch wel loaded, bij Philippijnse Wilma voor een ultieme nightcap. Het werd verdorie 2 uur. Dat doe ik thuis nooit!
Hoera, een dag op zee die zou eindigen in een regeling door Teri waarbij we in het grillrestaurant  met lecturer en BBC, Discovery en National Geografic cineast/fotograaf Piet De Vries en eega (Hollandse naam, spreekt uitsluitend heu… Australisch) een grote tafel naast het zwembad krijgen. Under the stars met een symfonie van de lekkerste steaks op enorme hotstones gebakken. Mega filet mignons, New Yorksteak, rib eye’s, prawns on the grill en wijnen. Een belevenis! ’s Avonds is er de operashow die ik wel kan pruimen en ... het wordt weer laat. Latere shows tijdens de cruise: de onvermijdelijke Best of Broadway, verder o.m. Best of Beatles, een ABBA-show, enz…

Java. In Probolinggo tenderen we opnieuw. Aan de landingsplaats is een en ander beter geregeld. De port agent zorgde ervoor dat de riksja’s, triksjabrommers en de uitzonderlijke taxi’s een aanschuifbeurtrol hebben. We besluiten gewoon een riksjarit naar het centrum te nemen naar de lokale foodmarket, waar groenten, fruit, geslacht vlees, en specerijen in een duistere overdekte plaats ons betoveren. Onderweg wuift iedereen naar ons en wij wuiven terug like the queen. Het is duidelijk, hier komen erg weinig toeristen. Het stadje zelf heeft niks, is stoffig en armoedig, maar hey, we had a good time!
‘s Avonds dineren we lekker in Le Champagne en wanneer ik de wijnkast ga inspecteren hoor ik aan een van de 8 tafeltjes herkenbare taal. Belgen. Nadien maken we in de ernaast gelegen Connoisseurs room (ofte The Humidor, waar Nella vaak komt roken) kennis met Luc en Marie-Rose die de rest van de reis ons groepje zullen vervoegen.
De volgende dag is de dubbeldag in Semarang, waar we door folkloredansers ontvangen worden tijdens het aanleggen. We bestelden een ontbijt in onze suite en maken ons op voor een vertrek rond 8 uur. Het grote doel is vooral het mysterieuze Borobudur, de grootste Boedhatempel ter wereld en een van de zeven wereldwonderen. Het is minimum 3 uur ver en een transportnachtmerrie. Er werd vooraf een midlandexcursie verkocht met overnachting in de Hyatt en bezoek aan Yogyakarta, de culturele en ‘koninklijke’ hoofdstad van Java niet zover ervandaan, maar die trip kost bijna 1 000$ p.p. en dan zal je onvermijdelijk toch in batikshops of -fabriekjes terechtkomen. En absurd als je nacht aan boord al betaald is natuurlijk. En busexcursies of groepsbezoeken zijn ook helemaal niet mijn ding.
Ik vraag de shore excursion manager een privétransport te regelen, gids hoeft niet. Maar deze service heeft natuurlijk zijn prijs. Omdat ook de mooie Hindoetempel van Prambanan daar vlakbij ligt, besloot ik een marathonnetje te doen. We zouden ‘s ochtends vroeg vertrekken, van het schip allerlei voorraad en picknick in koelboxen meekrijgen om rond 23 uur te landen. Maar er is een misverstand over de prijs die we niet bereid zijn op te hoesten want Teri en Erik hadden via internet ruim vooraf een eigen arrangement geregeld met overnachting op hun eigen tempo voor 300$ p.p. In laatste instantie besluiten we dan toch maar de officiële dagexcursie te nemen naar Borobudur, minimum 3 uur heen en 3 uur terug. Er zijn extra facilities, een privé-VIP-ingang op de site en vooral de begeleiding door 2 lichtflikkerende en sirenezwaaiende politiewagens die alle verkeer in de weg in de berm duwen. Deze escort wordt uitgevoerd door netjes in het uniform zittende “Tourist Police”. Het voelt aan alsof we staatslieden zijn op weg naar een wereldcongres. Da’s erover. Aan de andere kant is het verkeersinfarct door de compleet ontoereikende infrastructuur voor de heksenketel van pick-ups, brommertjes, vrachtwagens en allerlei soorten busjes een hinderpaal die leidt tot uitspraken als: “Je weet wanneer je vertrekt maar nooit wanneer je terugkomt”. Onze gids ‘Mijn naam is Budhi en als ik mijn best doe, wordt ik misschien Boedha’ zou tot mijn ergernis de 7 uur bijna vol lullen, met om de 2 zinnen een ambetant lachje, want hij vertelt nooit iets grappig en ik ben lamlendig moe. Daarentegen weet ik nu alles van Java en hun problemen, hun geschiedenis geterroriseerd vooral door vulkaanuitbarstingen. Want zo kwam ook Borobudur (9de eeuw, een stoepa van 9 etages) aan het licht bedekt door lava en  het werd uiteindelijk door Unesco weer in volle glorie tevoorschijn getoverd in 1973-84. Eens ter plaatse moeten we een sarong om de lendenen en we vermaken ons om in en op dit robuuste maar zo magisch-mysterieuze monument te klimmen en veel prachtige foto’s te nemen waartoe de karakteristieke klokachtige elementen tegen een achtergrond van een heerlijk panoramisch uitzicht zich perfect lenen. Of we kijken ons de ogen uit naar de duizenden muurafbeeldingen over Sidharta en zovele boeddhistische verwijzingen.

Op een bepaald moment wordt het even absurd als we op dit Boedhistenheiligdom in de verte een moskee horen oproepen tot gebed. In een mooie luchtige patio wordt lunch geserveerd met een kleurrijke Javaanse folkloreshow, een heerlijk rustpunt na een paar uur zweten. Dan wordt voor de klassieker “het publiek mag ook meedoen” Nella uitgenodigd (iedereen weigerde) om met een oude man Indonesisch te dansen. Ze doet niet flauw en gehuld met een groene sluier krijgen we Italy dancing the Java. Geen souvenirjagers zijnde, kopen we toch een hele mooie, leuke rykshaw-replica en een schattig boedhavormig asbakje.
Op de terugweg maken we nog een schaduwmarionettentheaterdemonstratie mee. Typische lokale cultuur en interessant om te zien hoe ze het doen. Als we terug naar de bus willen waar tientallen souvenirverkopers dringen om hun waren te slijten, breekt de hel los. Tropisch. Heftig. Nat. Een hele reorganisatie ontstaat om de bussen onder een luifel te laten rijden zodat de passagiers via de achterdeur kunnen opstappen. Silversea-reizigers mogen niet nat worden. Terug is er de klassieke verkeerschaos met opstoppingen waar zelfs the tourist police niks kan aan doen. Als het compleet vast zit, zit het vast.

Ik staar uit het raam naar de weelderige natuur en de heksenketel rond deze baan. De Nederlandse roots kan hier en daar nog teruggevonden worden in de taal: Praktek doctor, Apotek, Restoran en out-of-the-blue Knalpot? En wat moet ik met: Simpatisi paling Indonesia? Bij sommige verkeerslichten staan er tellers die de seconden aftellen tot het groen wordt. Geen goed idee. Met nog 3 seconden te gaan, begint iedereen al aan te zetten.
Door de regen was ook de avondlijke megabarbecue under the stars op de bovendekken geschrapt. Nochtans een feest, werd ons voorgehouden. Maar vervangen door een wereldkeukenbuffet waarbij iedereen een circuit doorheen de kraaknette galley (keukens) aan diverse standjes, tafels, kookplaten, ter plekke gekookte lekkernijen van allerlei wereldlanden kan bekijken en opladen. Deze keer slaan we eerder snel een en ander achterover en kruipen vroeg onder de wol na een vermoeiende dag. Daar bereikt me het trieste nieuws van het overlijden van één van mijn all time hero’s (pdw). De volgende ochtend aan land breng ik het enkel tot de terminal waar opvallend veel volk geniet van free en sneller wifi zonder dat er een paymeter loopt.

Jakkarta. Buzzling, hectic city. Op eigen kracht kan je alleen via een shuttlebussysteem buiten de haven geraken. Het is minimum 45 minuten naar het stadscentrum. Nella, die zich niet lekker voelt, blijft aan boord en ik ga met Teri en Erik op pad. Snel hebben we door dat het het beste is een bleubird taxi te nemen en, als je weet waar je naartoe moet, is het op de meter maar een handvol dollars te delen… We lopen wat doelloos rond op antiekmarktjes, beschouwen de ritten als sightseeing maar Jakkarta heeft geen dwingende noch noemenswaardige bezienswaardigheden. Ik slaag na veel poespas erin om vlakbij het enorme Monasplein mijn nog meer dan 1 miljoen rupia’s (die ik voorzien had voor ons avontuur naar Borobudur) te wisselen in een bank, mits veel administratieve rompslomp waarbij ik zelfs mijn paspoort, die ik uiteraard niet bijheb, moet tonen. Ik kan nog een briefje van 50€ terug scoren en wat losse dollars, de rest geef ik aan onze butler Heri  die ’s ochtends zei: “Eindelijk Jakkarta” (zijn thuis). Maar hij mag niet van boord. Hij zit er al 5 maand op met nog 1 maand te gaan.
More social life on board. We worden voorgesteld aan het oude koppel Lady Penelope Vernon en Sir Michael die een suite bezet waar de gemiddelde flatbewoner bij ons steenjaloers op zou zijn. Teri heeft een plannetje: “I’m giving Marcello a hard time!” Ze wil buiten aanThe Grill bij het zwembad een tafel organiseren waar de 4 koppels vervoegd worden door 4 van de entertainers want deze mogen enkel uitgenodigd worden door een koppel. De achtergrondliggende gedachte is deze jongens en meisjes die normaal in de crew mess eten, de grootste en sappigste steaks te voeren wat resulteert in een opbod van bestellingen allerlei die dan naar hen toegeschoven worden en gretig-vraatzuchtig verslonden. Maar als we naar de afspraak gaan, heeft een minitornado het halve dek meubilair weggeblazen en het giet pijpenstelen. Verwarring alom. Maar er wordt doorgezet en onder een afdak met de regen net naast ons, wordt het een bizar maar onvergetelijk eetfeest. Vooral de graatmagere Lady Penelope – ze weet niet eens hoeveel huizen ze bezit – is een ongelooflijke persoonlijkheid. Levenslustig, vol humor, maar een en al über-aristocratisch klassevol gedrag, is een plezier om mee te maken. Ze neemt foto’s met een iPad in Louis Vuittonhoesje, al weet ze half hoe het ding werkt. Maar heerlijke conversaties en een savoir faire van Britse verfijndheid en toch helemaal zichzelf en beresympathiek. Every inch a lady. En grappig! What a character. Sir Michael in een roos jasje, ook nog clever maar wat hardhorig, zegt op een moment over haar dat ze van Zuid-Afrika afkomstig is, waarop de lady repliceert: “Oh no. That was your first wife!”

De dag op zee die Parai beach op Bangka Island vervangt (jammer toch) is ook de dag dat we de evenaar overvaren met de onvermijdelijke King Neptune Crossing the Equater Ceremony. Een verkleedpartij met Neptunus en zijn koningin, piraten en zeemeerminnen die in aanwezigheid van de kapitein en o.lv. de cruise director slachtoffers (die wel op voorhand hun akkoord gaven) of leden van de staff beschuldigen van allerlei grappige nonsens of inside jokes en dan een enorme vis moeten kussen, of de voet van Neptunus en dan met spaghetti, saus en rotzooi allerlei worden overkapt. Vroeger was ik soms zelf Neptunus of de heraut die alles aankondigt, blij dat ik eens gewoon mag toekijken. De douches en het zwembad zijn voor een paar uur na afloop wel niet meer the place to be. Ik ga naar de infosessie van cruise consultant Alessandra over de savings die je kan scoren bij Silversea, het lidmaatschap van de Venetian Society, de itineraries van hun 7 schepen en ik bewonder de ongelooflijke marketing van hun product.
’s Middags hadden we nog een snelle verfijnde lunch met de 4 koppels en vele foto’s en ’s avonds is er dan het afscheidsgala, smoking aan, weer handjes schudden met de kapitein en gevolg. Het hoogtepunt in een afgeladen theater is wanneer echt wel massaal veel volk van de crew van suite attendants (kajuitstewardesses) tot matrozen, bedienend personeel allerlei, butlers , enz…, met een vlag het grote podium vullen en nadien een diashow wordt vertoond waarop veel passagiers of bemanningsleden  in situaties aan boord of aan land worden geprojecteerd op groot scherm. De scheepsfotograaf deed een ongelooflijke shoot en de ha’s, de haha’s en de oo’s zijn dan ook niet van de lucht. Op het heerlijk melige Con te Partiro wordt het zowaar een kippenvelmoment.

We zijn echter eventjes uitgesocialized en gaan voor het eten op geen enkele uitnodiging meer in. Even een tafeltje alleen met twee. Onze uitleg was dat we dringend een en ander moesten overleggen i.v.m. de aankondiging van onze dochter om in de zomer vrijwilligerswerk te gaan doen met arme weeskinderen in Nepal. We laten ons gewoon verwennen en gaan nog één keer voor een compleet menu. Bij alles staat er het aantal calorieën, vet, carbohydraten, enz… wat me doet beseffen dat ik niet eens actief de Spa (beauty salon, fitness en welness centre) bezocht. Ik eindig met een kaasplank, zelf samengesteld uit 5 kazen waarvan ik nooit hoorde, als afsluiter. Nog even. Waarna we de grote verdwijntruc toepassen.
Singapore, the Great. Singapore is, wat mij betreft, het summum van de bijna perfecte samenleving, proper, geen criminaliteit, superefficiënt en modern georganiseerd. De nieuwe terminal building met vele, maar snelle en vlotte pas- en andere controles is een parel van organisatie. De stad een symfonie van afwisseling tussen prachtige oude koloniale gebouwen en de knapste hoogbouwarchitectuur, skyscrapers met hangende tuinen, tussenparken in balkonnen met overwelvingen naast oude typische stadsgedeeltes zoals Little India en Chinatown. De dynamiek van Orchard Road, het koloniale gedeelte, het Merlion standbeeld, brede banen waar het verkeer soepel doorglijdt met veel groen, parken, water en ontelbare bezienswaardigheden en attracties, de hoogmis van een kapitalisme dat werkt. Het geheim? Zware boetes op alles. Zo wou Nella roken onder een luifeltje wachtend op de bus, we zijn toch in open lucht? Tot een inwoner er ons vriendelijk op komt wijzen dat dit niet mag en haar doorstuurt naar een soort centrale asbak weg van de luifel een eind verder. GAS-boetes consequent uitvoeren en je kan van de grond eten. Tja, dan weet ik het wel.

Goed, Nella was nooit eerder in Singa dus gaan we op de schitterende “topless” opendakdubbeldekbus vanwaar je in een uiterst efficiënt systeem kan afstappen bij bezienswaardigheden en er weer opspringen of een ander lijn nemen die om de 10-15 minuten steeds stipt op tijd komen aan- en afrijden. Heerlijk om een volledig overzicht te hebben van Singapore stad. We stoppen onder meer bij het drukke Little India waar ik op een overdekte foodmarket een Tigerbier soldaat maak. In Chinatown gaan we dan lokale stuff eten op een primitieve manier, een soort wontons en vleesbouillon met van alles in. Later nemen we een taxi naar Mount Faber waar we een mindblowing uitzicht krijgen over stad en eiland. De panorama freak in mij , heu … freakt out. En het summum is de kabelbaan nemen naar Sentosa Island dat ik zowat 25 jaar terug al deed. Deze is vernieuwd en wordt een belevenis met de schitterendste uitzichten mogelijk. Maar eerst een biertje. Geheel tegen mijn gewoonte in supertoeristische sites zoals deze, vergeet ik eerst de prijs te checken. Het wordt het duurste biertje uit mijn leven: 18,80 SGD (Singapore dollars) dat is 11,5€. Oeps.
Een extra meevaller en wat een mooi toeval, is dat de kabelbaan letterlijk over onze suite en het schip glijdt. Ik kan a.h.w. van ons privéliftbakje met grote beker vruchtenpunch naar ons balkonnetje springen. We fotograferen ons de pleuris: bovenopnames van ons cruiseschip en de vergezichten en het wervelende Sentosa Island, dat nu helaas, bweuk …, een attractiepark is geworden. Weliswaar mooi gedaan maar zo veraf van 25 jaar terug toen we gewoon naar het strand wandelden en Tigers dronken in een strandbar. Enfin, evolutie. Terug aan boord is het pakken geblazen, her en der afscheid nemen en we boekten een tafeltje in La Terraza waar we nog nooit ’s avond dineerden. Meestal wel ’s middag waar, naast de vers klaargemaakte heerlijk culinaire gerechten, er ook altijd een pastacorner is waar ze de pasta van de dag à la minute enkel voor jou klaarmaken. Kortom, de Italiaanse toets, daar gaan we dan ook eens voor…

Naar huis. Laatste dag en disembarkation! We vaarden 1 387 nautical miles (wat niet veel is). De temperatuur was constant tussen de 26 en 31°.
Op de cruise leerden we 10 Belgen kennen. 10 op 340 pax! Een ervan, de sympathieke Marc, ex-notaris in Hasselt, was zo vriendelijk ons voor te stellen onze bagage bij hem in het Raffles Hotel achter te laten. Want iedereen blijft hier nog wat in Singa. Wij echter hebben niks voorzien. Om 10 uur moet iedereen van boord en onze vlucht is pas ’s avonds om 23.15 uur en op luchthavens kan je tegenwoordig niet meer onbewaakte bagage achterlaten. Probleem dus oef geregeld. Na een supervlotte disembarkation doen we dit, nemen in de Raffles afscheid van Marc en Nadine en gaan wandelen langs de Riverside vol leuke attracties. We zullen wel zien, misschien een boottoer op de rivier en zo de dag vullen. Nadat we een laatste maal lekker Singaporees-Indonesisch aten, slaat de vermoeidheid in onze benen. De onbedwingbare lust om ergens te gaan liggen, overvalt ons verpletterend. We besluiten dan maar om per taxi om de bagage te gaan en vandaar naar het prachtige Changi Airport. Maar pas vanaf 19 uur kunnen we bagage inchecken en toegang hebben tot comfortabele zit- en ligplaatsen. Wat een misrekening van formaat. Dus wij als sukkelaars in een onmogelijke positie op onze bagage wat proberen te pitten. Na een noedelgerecht zie ik in een lounge op TV de zondagse doelpunten van Lukaku overgoten met hysterische commentaar “And he’s only nineteen!”
Changi lijkt, maar is ook een fantastische luchthaven. Na een lange wandeling in een ontzettende mensenzee, bereiken we onze gate. Om 22 uur is hier zo’n drukke kronkelende symfonie van mensen van alle mogelijke rassen in allerlei soorten kledij die overal heen gaan, dat het me echt treft. Maar alles functioneert op wieltjes. De faciliteiten zijn supermodern en perfect gerund en letterlijk alles is voorzien tot in de kleinste details. Dan de zeer grondige controles opnieuw, toch 540 man in 1 Boeing, met vertrek stipt op tijd. Ik amuseer me met de 3 camera’s buiten op het Air Francevliegtuig (boven op de staart, in de neus en midden onderaan). Het vertrek wordt zo een leuk meeleven als de machine op de startbaan aanzet. Jezelf zien opstijgen. Ik bekijk aan boord de film “Argo” die geen 24 uur daarvoor de Oscar voor beste film won. Het gaat over Amerikaanse gijzelaars die ontsnappen per vliegtuig uit Iran… En dat bekijk ik dan letterlijk boven Iran. In een vliegtuig. My way to escape. Maar slapen kan ik niet ondanks de 12,5 uur lange duisternis. We landen op tijd in Paris CDG waar, weer absurdish, om 6.45 uur ‘s ochtends de wirwar van people-on-the-way (die zich allen willen opfrissen) mij betovert. We komen uiteindelijk om 15 uur thuis aan. Sedert het uitchecken aan boord waren we 36 uur in het getouw.
Van 30° naar min 1°. Ik ben slechts een halve kilo aangekomen maar mijn embonpoint is pronter dan ooit. Aan het werk!

Naschrift: kort na thuiskomst worden we ziek en verkouden, langer dan een week. God straft direct.
Meer foto’s op Flickr.
Meer over mijn cruise- en verleden in het internationaal toerisme in het boek
Toeristenvallen en –opstaan. Rugzakglobbetrotter wordt luxecruisedirector. Ondertussen alweer voorzichtig ideeën voor een vervolgboek. U kan nu vooraf intekenen
:-)