Posts tonen met het label cruise director. Alle posts tonen
Posts tonen met het label cruise director. Alle posts tonen

donderdag 13 maart 2014

REISVERSLAG CRUISE MALEISIË - PHUKET – MYANMAR – PORT BLAIR (INDIA) - SINGAPORE

15/02-04/03/14 HAL


Dag
Omschrijving
Aankomst
Vertrek
Dag 1
Singapore, Singapore
16.00
Dag 2
Malacca, Maleisië
08.00
17.00
Dag 3
Penang, Maleisië
08.00
17.00
Dag 4
Phuket, Thailand
08.00
16.00
Dag 5
Dag op zee
-
-
Dag 6
Rangoon, Myanmar (Visum)
10.30
-
Dag 7
Rangoon, Myanmar
-
-
Dag 8
Rangoon, Myanmar
08.30
Dag 9
Port Blair, India (visum vooraf)
08.00
17.00
Dag 10
Dag op zee
-
-
Dag 11
Porto Malai, Maleisië
08.00
17.00
Dag 12
Port Klang, Maleisië
08.00
-
Dag 13
Port Klang, Maleisië
-
20.00
Dag 14
Singapore, Singapore
12.00
-
Dag 15
Singapore, Singapore
-

 Zaterdagnamiddag + zondag 15-16/02/14

Vlotte avondvlucht Zaventem – Zurich - Singapore met Swissair. Eerste keer dat ik lang kan slapen op een internationale vlucht. Ik bekijk de film ‘Blue Jasmine’ maar als grote Woody-fan vind ik er niet veel aan. We duiken in een credit card cab na rijen aanschuiven en toch supervlotte taxi-dispatch. Ik boekte hotel Copthorns omdat je er op wandelafstand langs de riverbank terrasrestaurantjes hebt. Ik doe me er te goed aan liters Tiger bier (dorst!) nu de hitte ons overvalt en verorber een succulente spicy seafood platter. Nella reuzenasperges en nooit geziene schelpdieren. Dan de doos in om het tijdsverschil meteen eruit te krijgen. Ze gaven ons, omdat we Belgen zijn Room TinTin (1010).
Maandag 17/02/14 Singapore 30°

Het is mijn eerste keer op een schip met meer dan 1 000 pax (1 400!), de MS Volendam van Holland America Line (HAL). We zijn van verleden jaar met Silversea de hoogste luxe en service gewend, we gaan duidelijk een trapje lager, maar beloven onszelf alles te nemen zoals het komt.

Immigratie en inschepingprocedures zijn hier zeer ernstig te nemen en veelomvattend. Maar als Belgen, in tegenstelling tot pakweg Duitsers , Britten of Amerikanen, val je meestal onder “other countries” waar rijen korter zijn en controles iets minder intens. Toch vele checkoperaties en intens papierwerk in te vullen. “Bent u ziek? Hebt u diarree? Moet u overgeven?” Wie hier iets schrijft geraakt nooit aan boord natuurlijk. Eindelijk betreden we onze “ocean view stateroom”, een simpele buitenhut. Twee  supervriendelijke Philippino’s  Mardi en Ram worden onze cabin stewards. Tegenvaller: geen minibar en daar, in tegenstelling tot Silversea, dranken niet inbegrepen zijn en dus duur aantikken, smokkelde ik wat biertjes aan boord die ik nu zal moeten koelen in ijsemmers die we bijvragen. Maar zelfs plat water voor ’s nachts is te betalen en constant zullen we het gevoel hebben dat men achter ons geld aanzit. Ook internet is duur, enkel beschikbaar in lounges en traag (normaal want via satelliet). Eigenlijk een domper op onze cruisebeleving. Maar goed. We gaan aperitieven bij de zwembadbar en lunchen aan het Lidobuffet. Vanwege gastrointestinal illness = GID (of toch het risico) wordt zelfbediening de eerste 24 uur niet toegelaten (incubatietijd) en alles door het personeel met plastic handschoenen aangereikt. GID is dé vloek op cruiseschepen dezer dagen blijkt. Je bent slecht 24 uur ziek (diarree en overgeven) maar het is superbesmettelijk. Het zal de hele cruise een item blijven met warnings en papieren aansporingen (constant handen wassen, sanitizers gebruiken) aangepaste servicemomenten én tot 2 x midden de reis een oproep van de kapitein over de P.A.-system. Het moet ernstig zijn.

Wegvaren uit Singapore is altijd een feest. Aan de poolbar hoor ik een leuk koppel jonge veertigers Vlaams

praten. We maken kennis en het klikt meteen. Bourgondiërs met pakken reiservaring. Een vriendschap ontstaat. Wim en Anja uit Hemiksem zijn grappig, interessant, levensgenieters, begripvol en superaangenaam gezelschap. ’s Avonds stropt de open seating even maar wij willen bij iedereen aansluiten. Het worden twee Australische koppels en een paar … Belgen, Willy en Lut, sympathieke jonge gepensioneerden die al twee maanden aan boord zijn. Het wordt een gezellig gesprek. Aussies are awesome. Maar het eten en de service stellen me teleur. Het geharrewar bij de tafelplaatsing wordt gecompenseerd met een schaal chocolaatjes in de hut nadien.
MS Volendam Is 238 meter lang, 61 214 bruto ton en heeft 10 passagiersdekken. Het bezit 5 restaurants en 7 bars: de Explorer Lounge (piano en viool: klassiek met een twist), The Crown’s Nest 120° panoramisch zicht, helemaal on top en ’s avonds disco, The Pianobar (met sologitarist of pianistentertainer), De Ocean bar (jazzcombo), een koffiebar aan de bibliotheek met internetcafé en een bar aan elke pool. De food, nochtans onder supervisie van culinair consultant Rudi Sodamin (in mijn tijd die van Cunard) is van een veel lager niveau dan ik gewoon ben. Maar goed dat is de prijs ook. Bij de restaurants zitten 2 restaurants aan meerprijs: Canaletto (Italiaans) en Le Pinnacle (Frans), gebaseerd op Sirio Maccioni’s beroemde NewYorks etablissement Le Cirque.

Dinsdag 18/02/14 Malacca (Maleisië) 30°
Na moeilijkheden om fatsoenlijke warme melk te bemachtigen (overkookte, vuile vettige brij, dit is
vele malen gebeurd) leggen we aan in Malacca (Maleisië). Direct een tenderoperatie, de enige deze cruise maar met lokale tenders. Controles ontscheping zijn ernstig maar nu je boordpas (= cabin key + betaalregistratiekaart aankopen aan boord + aanduiding reddingssloep) snel kan gescand worden (direct alle gegevens met foto op computer) gaat het vlot. De plannetjes in het boekje van het schip zijn waardeloos en af en toe zelfs compleet fout. En (bewust?) ook de shore information. Allicht om zoveel mogelijk excursies te verkopen. In de hitte zoeken we ons een weg naar de resten van het Portugese fort Porta de Santiago a Famosa. We lopen het voorbij, want het blijkt enkel een hoopje stenen te zijn. Dan de kerk van Sint-Paulus (wat ruïnemuren) en de bescheiden town hall. Na de drukte en de brandende zon nemen we een rickshaw terug. Deze fietsen hier zijn compleet versierd met bloemen en zottigheden. Onze trapper heeft een Winnie de Poohfiets. Gekke kitsch maar toch uniek. IJswater en gekoelde doekjes zijn geen luxe op de pier. Ik ontdek echter dat ik mijn boordplastiekje kwijt ben, gewoon uit mijn zak gevallen allicht. Maar met Nella bij me en wat praten raak ik toch terug en krijg meteen een nieuwe “passe-partout”.

s’ Avonds is het gala-avond. Opgekleed begeven we ons naar de introductie door kapitein James Russel Dunford (U.K.). die zijn officiers voorstelt. Wij kiezen weer voor open seating bij onbekenden. Het wordt een Canadees onderonsje. Nadien gaan we de show bekijken, een liveorkest en 6 zanger(essen). Titel: “Unforgettable”. Maar ik vind het van een bedroevend niveau. 25 jaar terug op Cunard werden er al voorstellingen gegeven die gevarieerder, boeiender en spectaculairder waren dan dit. Nadien spreek ik met cruise director Bruce. Hij deed al 22 world cruises en altijd enkel HAL. We hebben het over vroeger en nu. “Toen waren cruise director’s nog kings”, zegt hij. Maar ik vind dat hij vast zit en de programma’s bieden weinig nieuws buiten kookdemo’s (heel goed gedaan), Tai Chi en vele eet- en proefhappenings, maar telkens tegen extra betaling.
Woensdag 19/02/14: Georgetown op het magische eiland Penang (Maleisië) 30°

Niet ver buiten de gate bemachtig ik een deftig plan. Onder een koperen ploert wandelen we
doorheen het drukke stadje. Eerst Clan Jetties, een hele huizenwijk op palen boven de zee en dan op zoek naar Khoo Kongsi, een Chinese Clan tempel. Prachtig decoratiewerk en een gek opschrift.
Dan gaan we op zoek naar de Chez Nous.Tussen de aangeraden lunchadresjes waar ik echt Maleis wil eten, staat deze beschreven als ‘Belgian style’. Benieuwd. Ik hoop op een fris Belgisch biertje want buiten Stella is er aan boord enkel Hollands (Heineken brrr), Amerikaans (Bud) of Aziatisch bier. Enkel pils dus… We spraken er af met Wim en Anja om vandaar een taxi te delen naar de grootste Chinese tempel in dit land , de Kek Lok Si Temple  buiten de stad en ook onze eerste (Thai) reclining (liggende) Budha ‘Wat Chaiya’.
De Chez Nous met tergende foto’s van Duvel en Hopus blijkt gesloten. Dat valt tegen. Zeker een biertje vinden, want moslimland. Enkel nogal veel lokale limonades (ik dronk er eentje met speculaassmaak) en ook fatsoenlijk eten valt in de buurt niet meteen te vinden. We besluiten een briefje achter te laten aan de deur met een boodschap, waarna we prompt Wim en Anja tegen het lijf lopen.
Kek Lok Si is een uitspatting van de klassieke Chinese krullen, lampions, felle kleuren afgewisseld met pastelkleuren, in een op en af van tempeltjes, zijpaviljoentjes, beelden en versiering. De taxi parkeert onder de tempel en dan gaat het naar boven, een visueel orgasme. Een funicular brengt ons naar de top waar een enorm “Maria-achtig” beeld met nog in aanbouw zijnd zuilencomplex de heuvel beheerst. Het heeft een soort Corcovadogehalte. Ook een wat grijzig uitzicht over stad, tuinen en de baai. Winkeltjes, prullaria, wierook, fraaie franjes… duizenden impressies uit een andere cultuur bestormen onze zintuigen.. Op weg naar de reclining Budha staat de chauffeur erop de “lifting Budha”  te bezoeken. Hij brengt ons voor een beeld. Als je geknield ervoor gaat zitten, je erg concentreert op een wens en dan in een ruk het beeld boven je hoofd kan tillen, komt die wens uit. Mijn wens zal uitkomen, die van Nella niet… Van de 108 voet lange reclining terug naar het schip waar we om 16 uur van Mex tacos en grilletjes gaan proeven aan de grillbuffetstand op het open dek.

Donderdag 20/02/14 Phuket (Thailand) 32°
Hier was ik al een paar keer, maar Nella nooit. Wat doen? Er is veel, maar alles vraagt een rit.
Wie rijdt op het eiland stort zich dan ook op die meer dan duizend passagiers. Na een geharrewar van taxiopbod en afbieden van 120 $ naar 60, besluiten we daarvoor een scenic drive te doen naar de 45 meter hoge witmarmeren Big Budha met schitterend zicht op Chalong Bay, gevolgd door een goedkope full body massage op Kata Beach. Een gelegenheidskoppel Britten kunnen we overtuigen te taxidelen. Hun filosofie: “O.K., als het niet langer dan 3,5 uur duurt en we terug zijn voor lunch”. De oude vrouw die ons van in het begin aanklampte en niet meer loste blijkt de chauffeur van een relatief nieuwe auto te zijn, toch vergeleken bij wat we de rest van de cruise zagen. De Big B blijkt nog steeds in aanbouw omringd door diverse boeddhistische ornamenten, we klimmen naar boven en wandelen erom heen in een stofwolk. Nadien naar the beach. Tijdens de afdaling geven we een babyolifant te eten, altijd goed voor een leuke foto. We krijgen elk een superstevige body massage op een enorm bed onder een palmafdakje op het strand. 2 Thaise ontfermen zich over ons synchroon (10€ elk). Ik kreun, overal pijntjes. En blijk dezelfde avond vol blauwe plekken te staan. Die tere slanke meisjes hebben supergespierde vingers. ’s Avonds eten we met Wim en Anja en even later plaatsen ze Willy en Lut bij ons. Het wordt gezellig met intens napraten in de Ocean bar met 5 Stella’s in een emmer voor de prijs van 4. Klok ’s nacht 1 uur terug.

Vrijdag 21/02/2014: at sea. 27°
Ontbijten op volle zee met een soundtrack van vogeltjes die fluiten in het bos, het blijft absurd.
Dagje chillen voor het grote avontuur er aankomt. Want in Myanmar, haven Thilawa, de poort naar Rangoon/ Yangon op 1 uur rijden, mag je niet in de haven lopen. Erbuiten zou bijna geen of lamentabel vervoer zijn. Bangmakerij om excursies te verkopen? We zullen er 2 dagen liggen. Er zijn excursies met overnachting via een binnenlandse vlucht naar Bagan, archeologische parel van het eerste Myanmarrijk met zijn unieke Mount Popa en ook naar het fameuze Mandalay. Maar zo’n excursie kost 1 200€ p.p.! Voortdurend worden er navigatiemeldingen gemaakt want het schip is de eerste met dergelijke tonnenmaat die bijgevolg vanaf 3 uur ’s nachts langzaam met soms maar een dikke meter verschil boven bodem, de rivier op zal varen. Delicaat.

Ik ga naar de location talk, een kookshow in een theater met camera’s overal, inclusief plafond. Het is alsof je naar een kookTV-programma kijkt met alles nog eens op grote zijschermen in detail. Ik neem deel aan een teamquiz en breng mijn Amerikaans groepje antwoorden bij die met geografie, Europa en cultuur te maken hebben. Al blijft de quiz erg op Amerikaanse,  Angelsaksische leest geschoeid.
‘s Avonds, tweede gala, en een eetfestijn waarbij een supersympathieke Balinese ober ons verwent. Wim eet gewoon 3 hoofdgerechten i.p.v. de voortoestandjes (kreeft, tonijnsteak). Dan moet de klok een half (!) uur achteruit. Nog nooit meegemaakt. Trouwens, dit is bijna een noord-zuid cruise. Op zo’n klein verschil qua breedtegraad 2,5 uur andere tijdszone, raar….
Zaterdag 22/02/14 Thilawa (Myanmar), naar Bago 28°

Omdat we via diverse kanalen vernamen dat transport beperkt en onberekenbaar is, kozen we
eieren voor ons geld en boekten een busexcursie naar Bago, ooit hoofdstad van lager-Birma geregeerd door de Mon-dynastie 14-16de eeuw. Twee uur rijden over minder goede wegen. De armoede en vooral vuilnis, de ongekende verkeerschaos blijven altijd een schok. Je voelt wel dat dit land krampachtig probeert, in het kielzog van het Thaise succes, een nieuw oord van cultuurtoerisme te worden. Maar de infrastructuur en organisatie zijn effenaf ontoereikend en voor Westerse zielen een bezoeking. Zoals de vuilnis die iedereen gewoon overal achterlaat in een van stof geteisterd land. De walgelijkste toiletten die qua geur, primitiviteit, vuil, nooit papier, je a.h.w. veroordelen in je broek te doen. Ook de transportmiddelen zijn armtierig. Auto’s met een bak waarin hoogstens 10 man kunnen, bevatten er het dubbel opeengepakt en met nog een paar eraan hangend.

Een eerste (te lange en overbodige) stop behelst een War Memorial (27 000 soldaten).
Al heb je het in 5 minuten gezien en is Tyn Cot in Passendale 10 keer aangrijpender. Dan op naar de lunch in een leuk houten gebouw. Het eten is verrassend lekker: mini springrolls, Oosters soepje, een rijke groenten-vlees-met-rijstschotel en een stukje kreefte staart. Het lokale bier “Myanmar” in grote flessen wordt ons wel aangerekend wat niet zou mogen. En dan begint de blotevoetenhel. We bezoeken achtereenvolgens de Shewadaw tempel (met tand van Boeddha), de indrukwekkende Hinthagon pagode met zicht over de stad, en het sobere Kyukhamaing boedhistenklooster. Bezoek aan de refter en keuken, wat een andere wereld, en door een venster bemerk ik zich wassende monniken wat een rondje watergooien blijkt. Shewada’s reclining Budha is 55 meter lang en de tweede langste ter wereld. Blootsvoets is overal verplicht maar de vloeren zijn zo weerzinwekkend vuil dat iedereen nadien absoluut de voeten wil schoonmaken, wat moeilijk kan. En onze gids zegt dat dit zinloos is, vermits we telkens 10 minuten later ze weer moeten afdoen. De monumenten zijn anders prachtig en betoverend. Eindigen doen we in een Mon-dorp, een authentieke village. Iedereen wil overal van alles verkopen.
We zien een primitief weefgetouw in actie, kinderen joelen, brommers toeteren constant, wie een bromfiets heeft, voelt zich verheven boven de rest. En claxonneert zich te pletter, iedereen uit zijn weg. Ik bemerk ook een armoedig huis  met achteraan een schotelantenne en kleine kinderen in bordeauxkleurig boeddhistengewaad. Die zijn er overal.
Zeer laat terug, kapot van de busrit snel naar de dining room waar we verbrande Aziatisch ribbetjes eten. Erbarmelijk en ondermaats. Na onze klacht krijgen we een glas slechte bubbels. De compensatiepolitiek is hier onderdeel van de customer strategy.

Zondag 23/02/14 naar Yangon (Rangoon) 30°
Naar Yangon gaan kan enkel met een betalende shuttle (1 uur rijden) waar we p.p. 50$ voor moeten
betalen. Een schande. De oplichters van HAL zullen toch eens ter verantwoording moeten worden geroepen… De gids spreekt een soort Aziatisch-Engels dat niemand begrijpt. Maar dat houdt hem niet tegen om constant snel en veel te praten. Toch leer ik dat Rangoon 300 000 “populations” telt en een luxeappartement zo duur is als in NY (joking?) en er in het land steeds meer miljoenen toeristen komen. Zijn cijfers worden op bijzonder veel wenkbrauwengefrons onthaalt bij, heu, de niet-Amerikanen. Yankees geloven immers alles… Ter plaatse krijgen we 3,5 uur om er het beste van te maken. Met Wim en Anja delen we een taxi voor een prikje al rijdt de chauffeur constant fout omdat hij niet begrijpt waar we naartoe willen, het nochtans tweede belangrijkste monument hier, een … reclining Budha! Weliswaar de grootste, mooiste en indrukwekkendste van de drie tot nu toe. Die smile op zijn gezicht, die pastelkleuren, de voetzolen met de symbolische tekens, die eerbiedig biddende en offerende godsdienstbeleving van de locals, de wierook, de bloemen…
Vandaar gaat het naar de Shewadagon Pagoda, 2 500 jaar oud. Een enorm complex met ingangen aan alle windstreken. Met een lift naar boven, schouders en knieën bedekt. Mijn lange (korte) broek is 5 cm korter dan die van Wim. Het verdict: ik moet een dieprode sarong huren die makkelijk openvalt en nauwelijks zitten en wandelen toelaat. De fascinerende gouden megapagode met bovenaan onbereikbaar robijnen en edelstenen blijkt zelf nog omringd door een enorme site vol pagodes, tempels en paviljoentjes. Een en al goud, blinkend en tinkelende belletjes. Het is zondag en blijkbaar de grote familie-uitstap. Hele groepen inwoners doen hier overal waarin ze erg goed zijn, nl. zomaar een beetje zitten of hurken, soms wat meegebracht eten verorberend of flanerend. Dat toeristen hier nog uitzonderlijk zijn, blijkt uit het feit dat Nella zowel als Wim, beiden blond (Wim heeft zelfs iets van Kuifje) voor hun mobieltjes moeten poseren. Dit religieuze oord is betoverend, sprookjesachtig, kortom, een andere wereld. We geraken niet uitgekeken. Alleen dit was de moeite van de reis al waard. Het blootvoets lopen hier is aanvaardbaar, want propere vloer, alleen verbranden we ons aan de door de zon heetgebakerde tegels. Nadien met de taxi naar het oud- koloniale Strand Hotel. Airco! Bier! Ouderwets aandoenlijk. Alleen blijkt weer eens dat geen enkel taxichauffeur begrijpt waar we naartoe willen. Niemand spreekt behoorlijk Engels.



Langs kraampjes, food stalls, fruitverkopers, rommelaanbieders wandelen we terug naar de Sule pagode en de City Hall die uitkijken over het centrale park. En dan een uur terug, over die rare brug over de Yangon River. ’s Avonds ga ik even kijken naar “het huwelijkspel” een stokoud format waar men slecht met moeite aan 2 deelnemende koppels geraakt. Later zou nog een Thilawa Muziek en Dansshow volgen. Maar sorry, ik zag al zoveel local folklore shows. Het wordt kletsen met onze Belgische vrienden. Een eind verder ziten nog 2 West-Vlaamse koppels. We zullen constateren dat de Belgen de enigen zijn aan boord die hier de locale (bar)economie rechthouden. Al blijven kelnerinnen ambetant pushy. Je bestelt iets: “ Why not a double?”. Ergerlijk.
Maandag 24/02/14 at sea 28°

Dolce far niente. En alles in het teken van de grote administratieboeman morgen: Port Blair (India) op de Andaman en Nicobar eilanden in de Golf van Bengalen. Onooglijk, slechts een kleine dag daar, maar zeer veeleisend qua immigratiepapierwerk. In België kostte het bloed, zweet en tranen om ons visum te bemachtigen. Veel e-mail, getelefoneer, aangetekend versturen, reguliere pasfoto’s worden geweigerd en passen we zelf dan maar digitaal aan, enz. Er komen wel veel ongevraagde sms’jes toe die stellen: “we zijn bezig”,” het zit nu daar”, en… die ons zullen worden doorgerekend. Eindprijs voor ons beider visum: 301€! Die voor Myanmar kreeg je aan boord en waren minder duur voor 2 volle dagen. We krijgen een pakket documenten in te vullen. Komt daarbovenop de bangmakerij: transport ultraprimitief, ondermaats, nergens airco, relatief weinig te zien (klopt eigenlijk). Ik probeer zoveel mogelijk o.b.v. de info van location guide Ian Page, een leuke Londenaar (die humor) een strategie uit te denken die er zal op neerkomen: we zullen wel zien.
Dinsdag 25/02/14: Port Blair, Andaman en Nicobar isles (India) 30°

Het is zover. ’s Ochtends is het hele schip al stand-by. Met 5 documenten zal iedereen zich in 2 procedures moeten aanbieden voor een face to face met de immigratie, 1 400 man…
Dan pas kan het schip vrijgegeven worden. Als ex-CD maakte ik al zoveel mee en dit soort operaties vlot laten verlopen is uiteraard een zorgenkind. Meestal is de gestrengheid van ontschepingprocedures rechtevenredig met de armoede in het land en corruptiegevoelig (buiten de States en de toenmalige USSR). Aan de andere kant, weet ik dat… En jawel hoor, alles wordt opeens anders. Geen face to face meer, een aantal docs niet meer nodig en met slechts de fotokopie van je reispas met visum en je boordpas mag je eraf. Zelfs de custom declaration form is niet meer nodig. Met Wim en Anja worden we eens buiten de havenuitgang verpletterd door tientallen transportaanbieders, krakkemikkige taxi’s en de sympathieke tuktuks (overdekt brommertje met zitbankkarretje). Het leuke is dat we niet eens moeten afbieden en zagen, maar zijzelf tegen elkaar afbieden. We stappen in een stokoude witte taxi’ (stijl 50’s) met rammelende krakende versnellingen, geen ruiten, geen gordels maar wel een toeter naar het centrum: Aberdeen Bazar bij het Gandhipark. Vanaf daar plannen we te voet naar de enige, echte bezienswaardigheid hier te wandelen: de Cellular Jail (door de Britten gebouwd om freedom fighters te isoleren). Het is klimmen langs slordige straten – alles gebeurt hier op straat – overstelpt door getoeter, geteut en geclaxonneer in een verzengende vochtige hitte (36°) die klam aanvoelt.
De Jail is een gebouw met cellen, reconstructie van lijfstraffen, een ophangruimte, brrr. Maar ook oude foto’s van het eiland en bovenaan in de toren een uitzicht over het eiland. Het brengt me wel flashes van de films “Papillon” en ”Midnight Express”. Het is zweten en puffen, maar voor een schijntje gaan we terug tot de bazaar en halfoverdekte fruit- en groentemarkt met enkele soorten die ik zelfs nog nooit zag. Dan door het gekrioel naar het Ghandiplein.

De mensen hebben hier naast een rot gebit, ook lelijke rode (!) tanden door het kauwen op de
fameuze betel nut. We besluiten een tuktuk terug te nemen. De locals vallen over elkaar heen om je in hun pruttelend bolletje te krijgen. Bij elke prijs die je uitspreekt roept er wel eentje: “O.K. hier!” Dan word het teveel voor Corneel. Ik blaf luidop mijn bod, want ik wil betalen met oude roepies die ik nog had van Goa (25 jaar geleden) opgetopt met een dollar. Bij de roepies zitten enkele munten die zelfs niet meer bestaan. Ik zal ze later cadeau geven aan een verkoper in ruil voor een primitief plan van het eiland. Dan blijkt tuktukken een race te zijn van getoeter en kriskras door elkaar. Alsof het een wedstrijd is zoeven we reutelend op speed terug. ’s Avonds genieten we van een aperitiefje in de pianobar met de geweldige gitarist-zanger Garry. Blijkt er van 17u tot 20u een onaangekondigde “open bar” te zijn over het hele schip om te compenseren dat het schip in Singapore om 17 uur zal aankomen i.p.v. op de middag (waardoor excursies en zelfs terugvluchten sneuvelen). Het anders ‘lege’ schip loopt opeens vol met volk dat van overal (meerdere) drankjes meesleurt, smokkelt,… degoutant! Het menselijk ras dat profiteert, terwijl je anders heel weinig ziet spenderen in de bars... leer ze me kennen. De klokken gaan nu 1 uur vooruit…
Woensdag 28/02/14 at sea 28°

We doen een beetje van alles. Port talk. We zien Wim winnen op de roulette. Nella leert dieren maken met handdoeken. Gala-avond. Eerst ga ik genieten van het piano-vioolduo. Klassiek dat even goed overloopt naar “Smile” van Nat King Cole, gezongen, prachtig  “You'll find that life is still worthwhile If you just smile”. Het wordt mijn motto.  We gaan met zijn vieren eten in Canaletto met Italiaanse specialiteiten. Nella heeft zich als Italiaanse “laten uitnodigen” en dus betalen we geen opleg. Het eten is lekker, het decor en vooral het licht echter tegenvallend. Dan de bar in. Doordat de klok vooruit moet, is het opeens 01.15 uur.

Donderdag 27/02/14 Port Malai, Langkawi eiland (Maleisië) 28°
Prachtige dag, heerlijk eiland. Onbekend tropisch paradijsje met niet teveel toeristen. Maar toch
genoeg georganiseerd om na de armtierigheid van de laatste bestemmingen, dit oord in zijn nog primitieve schoonheid te omhelzen voor zijn minimum aan properheid, hygiëne, en faciliteiten.

Pas de dag voordien werd het schip verwittigd dat er buiten de port gate een wielerwedstrijd zou starten, de Ronde van Langkawi, zeg maar de Aziatische Tour de France. Gevolg: je kan eigenlijk pas van boord vanaf +- 10u30 omdat er toch geen bussen of taxi’s tot daar kunnen komen. Strikt genomen 1,5u verloren, maar goed om 10u20 zitten we op de (voor het eerst gratis, zou altijd zo moeten zijn) shuttlebus naar Pantai Cenang (het mooiste strand vol resorts). Na onderhandelen gaan we met Lut en Willy een taxi delen voor 5 uur “whatever”. Prijs 150 ringgit (18€ per persoon). We doorkruisen het groene weelderige  eiland en gaan aan boord van een toeristenboot voor ons vier, wat een uur ongelooflijk boeiend vaar- en kijkplezier oplevert. Soms megaspeedy tussen prachtige rotswanden, mangroves, vergezichten tot op zee. We verwijlen op een plek waar kleine arenden massaal rond onze hoofden vliegen, bezochten een vissersdorp op palen waar in grote netten allerlei soort vissen gekweekt of gehouden worden. Kleine stukjes calamares voederen levert een spektakel van 20 kg grote vissen die uit het water springen vechtend voor hun aas, een reuzenrog die naar bovenkomt en zich laat strelen en betasten.
Door de omgeving rond ons krijg ik een soort “Amazonegevoel”. De natuur en de hele setting is zo mooi en voelt avontuurlijk aan. Het eindigt met een bezoek aan de Bat Cave (vleermuizengrot). In het duister fluisterend (no talking!) en in het licht van een enkele zaklamp zien we tussen de stalactieten en stalagmieten massa’s van de grootste vliegende zoogdieren hangen. En dan buiten tussen intrigerende mangroves leuke aapjes, moeder met kindje in buidel ontluist andere moeder met baby op nauwelijks een vrije armlengte afstand. Dan weer bukken onder grillige rotsformaties. Een belevenis. Na afloop rijden we naar de Machingang  Mountain cable car, een piek van 700 meter boven de zeespiegel in identieke kabelhokjes als Sentosa (Singapore). Steil klimmend vinden we bovenaan een adembenemend uitzicht over het hele tropische eiland en zijn vele offshore eilandjes (eentje heet  Pregnant Maiden Island) met kleine witte, verborgen strandjes en zijn rijke fauna en flora. Weer een wow-moment.
Het is blijkbaar ook een hidden secret voor low budget travellers want er lopen best wat knappe zongebruinde jonge megablonde vlechtenmeisjes rond. Van het Scandinavische type, een hoog contrast met de kleine ranke mooie donkere lokale meisjes. Terug vangen we nog een glimp op van Cenang beach en zijn bartjes, resto’s en winkeltjes. Het is  4 uur, eten en een fris biertje zijn welkom. Dan volgt de mooie afvaart weg van Langkawi ‘en route to Port Klang’, the gateway voor 2 dagen Kuala Lumpur (KL).

’s Avonds om 21u30 is er een Chinese markt rond de zwembadruimte door schuifpanelen overdekt.
Overal hangen rode lampionnetjes, drakendecoraties en wel tien stalletjes waar live allerlei soorten noodles, dim-sums, wontons, loempiaatjes, sushi, dumplings, steamed buns, yakitori’s enz. ad lib worden klaargemaakt en geserveerd. Een deel van de Aziatische crew komt in stoet voorbij met gemaskerde dansers, grote trommen en veel lawaai. Kortom; precies Chinees Nieuwjaar al moet het plafond snel weer open want de temperatuur loopt snel hoog op. Een uur later is bijna iedereen weg. Helaas kon ik niet meeproeven omdat we net voordien dineerden met starentertainers The Macdonald Brothers uit Glasgow en Eve Sheratt,  een West-Endvocaliste die de avond voordien in het theater bijna een vol huis haalde. De broers treden zowat 10 maand per jaar op, de wereld rond op alle mogelijke schepen en voor diverse rederijen. Cruiseship’s life op zijn best, nl. 1x per week maximum 1 uur optreden, passagier status, goed betaald én de wereld zien. Makkelijker dan CD zijn.

Vrijdag 28/02/14: Port Klang. Naar Kuala Lumpur. 35° en 85% humidity.
Om 8u30 zijn we de eersten van boord. Naast ons komt the Mariner of the Seas aanleggen, zo’n
ellendig massaschip van Royal Caribbean (4 000 pax). We hebben de 1e taxi en tot onze verrassing staan die op een beurtrol en liggen de prijzen vast afhankelijk van wat je doet. Wim en Anja gaan in KL een nachtje op hotel verblijven. Uurtje rijden: 35$. Onderweg bepleit onze driver Kad een deal om ons terug te voeren. Maar maakt dan een voorstel all in om ons alle bezienswaardigheden rond te voeren en te gidsen voor een extra 160 ringgit (+-43€). Even denken. Al liggen heel wat mustsees dicht bijeen in het centrum, een paar taxi’s zouden toch nodig zijn. Een leuke lunchplaats moeten zoeken en Kad zorgt voor een gidsbeurt in goed Engels, advies, duiding en doet alles wat we willen, goede deal dus. Zowat ¼ van de kost van de shuttlebus vol oudjes van het schip. En overal worden we vlakbij gebracht en voorgesorteerd. We klagen niet.

We bewonderen het koninklijk paleis, een dramatische War Memorial, de Lake Gardens met hun
grootste vogelpark worldwide en orchideeën en hibiscus. Al stappen we hier niet af. In de National Mosque kunnen we niet binnen: moslimdienst. Maar het antieke Britse railway station is een uniek gebouw en zeker ook de vele gebouwen rond Independence Square. De onafhankelijkheid van de Britten in 1957 blijkt een belangrijke datum in Maleisië. In het visitor’s center zien we op een reuzenmaquette de groei en troeven van KL. Nu de bekende Petronas  twintowers (met dwarsbrug op kosten van Samsung) onttroond zijn als hoogste torens ter wereld horen we dat er snel een “tweede hoogste skyscraper” (na Dubai) eraan komt.
We bezoeken Central Market dat beantwoord aan onze verwachtingen, veel Oosters batikwerk en crafts naast toeristische prullaria die je in de hele wereld vindt. En een Aziatische eetmarkt. Een biertje (4€ voor een Carlsberg) mag wel, want in een overwegende moslimstad moeilijk te vinden en duur in tegenstelling tot de food. Ik bestel 2 pla’s lokaal Maleisisch eten, Nella 1 en water. Kostprijs voor alles 22 ringgit = +- 5€. Succulent, heel nieuwe smaken maar pikant als de beesten, wat niet in goede aarde valt bij Nella die dan een niet-pittig gerecht bijvraagt. We blijven over met eten voor wel nog 2 man. Dan via Petaling Street (Chinatown) naar Kad. Zijn nut blijkt als hij (zeer belangrijk deze cruise) propere toiletten vindt en een quick stop voor de verplichte foto voor de Petronas Towers en zo. Trouwens, dat was het eerste toilet waar ik papier vond op deze cruise (we hadden altijd onze eigen rol bij, gelukkig).

KL behoort tot de grootste filesteden ter wereld. (2,2 miljoen inwoners). Maar de goodwill en de
dynamiek spat er af. Ook de aanbouw van een HST naar Singapore in 40 minuten (met de auto: 5 uur) en die skyscraperplannen bewijzen dat. Natuurlijk hebben ze naturlijke rijkdommen (rubber b.v.) maar de werkloosheid bedraagt amper 2% en toch noemt Kad, zelf met pensioen als ex-militair maar bijwerkend, dezen ‘lazy bums’ en dat de Maleisiërs geen ordinair werk meer willen doen, daarvoor voeren ze Indiërs en Filippijnen in. Waar hebben we zoiets nog gehoord?
In de terminal building is er free wifi! Joepie! En aan boord is het heerlijk rustig. Velen zullen veel later terugkomen en minder gezien hebben dan wij. Al beweren de vier Westvlamingen dat ze hetzelfde deden als wij voor 85 ringgit slechts i.p.v. 210. Die Belgen toch! ’s Avonds heb ik een klein incident met wine cellar master Ingo omdat de wijnen naast snel uitgeput ook niet door de wijnstewards geduid of geadviseerd kunnen worden. Hij gaat zeer zwak in de verdediging: “Filippijnen zijn geen sommeliers, they are only order takers”. “I’m only 3 weeks on board”, enz... Hoe vriendelijk mijn constructieve kritiek ook is, de Duitser loopt rood aan terwijl hij anders overal de clown uithangt. Het gesprek bereikt een pijnlijk niveau doordat hij me niet snapt en compleet naast de kwestie antwoordt.

Zaterdag 1/03/14: Port Klang 2de dag 29°
Vermits we erin slaagden alles te zien in KL (1 uur rijden en KL is recordstad traffic jams) blijven we
een rustig dagje aan boord. We werden verwittigd dat er geen water zou zijn vanwege werken aan leidingen. Eens het water terug is flush ik na een kleine boodschap. Tot onze ontzetting spuit er water achter het toilet uit, dat niet wegloopt. Zo loopt onze badkamer langzaam vol tot aan de verhoogde deurboord. Alarm geslagen, zandzakjes, heu, grote badhanddoeken gelegd en na wat loodgieters, opzuig- en clean-werk is alles weer in orde. Geen excuses gehoord.

Van 17u30 tot 20u is er een BBQ bij de pool. Maar we gaan met onze Belvrienden eten en nakeuvelen. We worden “weggesprayed” naar bed. Het hele schip ruikt naar ontsmettingsmiddel en overal is personeel aan het spuiten, vegen en poetsen. Alle leuningen, klinken, knoppen. Ook staat de laatste dagen los van de vaste ontsmettingsapparaten nu aan elke eetpost een bemanningslid die het verplicht op je handen spuit
Zondag 2/03/14: op weg naar Singapore 27°

Na ontbijt in de hut krijgen we bericht van het fietsongeval van Tanya, kapotte knie en
hersenschudding + naar de spoed waar ze moet blijven. Het is een machteloos gevoel nu niet bij haar te kunnen zijn. En communiceren is moeilijk, tijdsverschil, moeilijk internet… Maar goed, het is een flinke meid, dramatisch lijkt het niet, maar opeens tellen we de uren af. Morgenochtend van boord, ’s avonds om 23u30 uur de vlucht, om dinsdag 8u in Zaventem te landen. Tijdens de dag nog een scheepsversie van “Dancing with the Stars” gezien waar 6 pax de hele cruise aan werkten. Zat goed in elkaar. Eindelijk een knap idee. Om 17.00 uur leggen we aan in Singa. We verbruikten 860 000 gallons fuel (85 per mijl) en 174 000 gallons drinkwater per dag. In totaal legden we 2 450 zeemijl af.

Maandag – dinsdag 3-4/03/14: Singapore en terugvlucht
Na een vlotte ontscheping gaan we naar een daghotel dat ik huurde om de dag comfortabel door te komen. We maken een wandeling langs de kust om terecht te komen in LongBeach, een premium seafood restaurant waar we verrukkelijke reuzenkrabben smullen (specialiteit black pepper Crab). En kijken naar die gekke geoducks. Dan wat rusten, opfrissen onder een reuzendouche en met een voorspoedige vlucht huiswaarts. In Zurich (6.00 u) klinkt in het treintje dat ondergronds terminals verbindt, het geluid van koebellen op alpenweiden en geloei, we komen niet meer bij… In Brussel komt John ons ophalen. Tanya is al terug thuis van het ziekenhuis, alles komt in orde. Oef.

Meer foto's: http://www.flickr.com/photos/wimvanbesien/sets/72157642303263374/

vrijdag 8 maart 2013

Reis en cruise Bali-Lombok-Java-Singapore 11-26/02/20132


Reis met cruise van Bali naar Singapore 11-26/02/20132
Voorwoord: op vraag van sommigen die best wel een volledig reisverslag wensten, maar mijn invalshoek indachtig (beschouwingen, bedenkingen over de tourist trade, Indonesië, luxecruising in deze tijd en leuke details die me opvielen…) zal dit een eerder lang stuk worden. Ook reflecteer ik over de luxecruises in het licht van mijn verleden als cruise director. Wie mijn boek “Toeristenvallen en –opstaan” las, kan dit stuk een beetje als een opvolger ervan beschouwen.

Inleiding: Na meer dan 20 jaar ga ik terug op cruise, ditmaal als passagier. Ik stopte destijds op een vijfsterrenplus schip van Cunard als Cruise Director (vanwege oncombineerbaar met mijn vers huwelijk). We besluiten het dan ook maar meteen in stijl te doen en gaan voor het beste van het beste. Het wordt Silversea ******, de awardwinning top company in het luxesegment (video). Want we realiseren ons ook dat als ik de werkgerelateerde reizen van die tijd en reizen met een dochter wegdenk, Nella en ik eigenlijk nooit op huwelijksreis waren met z’n twee alleen. Dus noemen we het maar “onze honeymoon”… De tickets arriveren in een mooie zilveren doos met een prachtige lederen tas met daarin alle documenten inclusief grote lederen bagagelabels.
Escape to Bali. We vertrekken 3 dagen vroeger, de vlucht is veel  goedkoper dan en met het gewonnen geld verblijven we zowat gratis in Bali. We kiezen opnieuw voor het heerlijke Sanur, maar in het bescheidener hotel Parigati vlak naast het spectaculair-prachtige Bali Hyatt waar we een paar jaar terug waren. Omdat we eigenlijk al alle hoogtepunten op Bali bezochten toen we daar 2 weken waren, concentreren we ons op puur, rustig genieten.

Met de HST naar Düsseldorf waar we met KLM rond 18.40 uur via Amsterdam en met stop in Singapore naar Denpasar vliegen. Het begint goed. We zijn nog maar net vertrokken en de paus besluit af te treden. De luchthaven van Düsseldorf is vrij nieuw en duidelijk “op de groei gekocht” maar steriel. Tijdens de nachtvlucht bekijk ik films. Ik zie eindelijk het sterke “Jagten” van Vinterberg, “Lincoln” (m.i. overroepen) en de biografiefilm over Hitchcock. Wel ellendig weinig hellende zetels voor een 16 en 1/2 uur durende vlucht.
Als we de warmte op ons voelen vallen en een taxi ons naar het schattige Parigata voert, voelen we ons meteen exotisch gelukkig en de mooie herinneringen overvallen ons in elk detail. Ik maak korte metten met de visumaanschaf en het taxiopbod want ik weet perfect de juiste prijs (internet!). De receptioniste begroet me met een brede glimlach “Welcome Mister Wiiim!” en een fruitpunch. Het is 21.30 uur, snel eten dus. Overal is er free wifi en na een laat lokaal maal om de hoek, skypen we (tijdsverschil 7 uur) met onze dochter Tanya op Erasmus in Lugano, Zwitserland, die het goed blijkt te stellen.
De volgende ochtend meteen vroeg op. Eerst de zon zien opkomen. We zitten de hele reis dicht bij de evenaar, dus zon op rond zowat 6.20 en onder om 18.25 uur. Dan zo snel mogelijk het frisse zwembad in, eigenlijk een lauwwarm bouillonnetje, waar ik tussen de waterstraalspuwende watergeesten en de onvermijdelijke waterval – het regent! - dol als een kind. Het ontbijt. Sober qua keuze. Toch weer mensen die hun borden kunstig opladen. Zwelg-art. Dan snel gaan ATM’n en Rupiahs kopen. Dankzij mijn app converter is het snel omgezet want 1€ is ongeveer 12 657 Rupiahs (IDR). Anders constant rekenwerk. We namen ons voor als eerste activiteit naar Gina te gaan die aan het strand stevige bodymassages verschaft à 4€ voor een uur. Een en ander lijkt al veranderd maar we vinden haar nog en laten ons door haar medewerksters kneden onder airco maar met de geur van de zee. Dan ga ik meteen naar mijn geliefd simpel strandbartje maar de toenmalige meisjes zijn er niet meer en het werd overgenomen door een wat excentriek uitziend maar sympathiek koppel uit … Nieuwpoort!
Ze gaven zichzelf 2 jaar om te slagen hier en offerden daarvoor 3 horecazaken op. Een administratieve jungle, ploeteren door de lokale gewoonten, ‘afdrachten’ en in een mum Balinees geleerd. En je moet maken dat je goed staat met de lokale gemeenschap, de Banjar, want die bepaalt alles  Bij neen, kan je het vergeten. Snel volledig geïntegreerd werk geven aan een pak personeel waarmee je niet met Vlaamse managementprincipes moet afkomen, faut le faire. Maar kijk wat ik ervoor terug krijg, zegt Frederiek, en hij wijst naar de kleurrijke omgeving, de zee, de weelderige plantengroei en het klimaat. De mensen op Bali zijn ook erg vriendelijk en relatief weinig opdringerig vergeleken bij elders in de wereld. Dat komt o.m. vanwege de hoge aanwezigheid van Hindoes die constant kleine bloemen, planten, vruchten en wierookoffertjes brengen op hun duizenden altaartjes, naast een tolerantie met diverse ander godsdiensten. Indonesiëkenners waarschuwden ons: op de andere eilanden is het overwegend moslim en de gedragsverandering is idem dito…

Ik slurp aan de Bintangbiertjes (bintang = ster, hun Stella dus) die erin gaan als water en trouwens meer kosten dan mijn heerlijke veggie curry die ik extra spicy bestelde (3€). Alle Belgische vuiligheid ga ik uit mijn lijf branden, nè! Even een groot onderhoud voor mijn eco-systeem.
We plukken verder de dag. Wandelen langs de zee in een verzengende hitte om te siësten in onze koele kamer. Jetlag overwinnen is ont-jet-liggen. Winter ontvluchten direct smeken om airco. Helaas reisregel nr. 568 treedt in werking. Bel s’ ochtends de receptie als iets stuk is, zeg dat er geen haast bij is en je de hele lange voormiddag niet op de kamer bent, dan komen ze… juist. Ik constateer verder dat ondanks jaren ervaring en het benutten van alle voorbehoedsmiddelen hij daar al weer is: Wim’s knalrode neus.

’s Avonds trekken we op shoppingavontuur want dochterlief moest perse een of ander Chanelleke hebben die hier goedkoop zijn. Buiten het levendige, gezellige gedoe langs de straatjes is dit voor mij een dieptepunt maar kom, de sfeer is betoverend. We slaan om de minuut een vervoeraanbod af en ik moet lachen met de “Tourist Office”. Gewoon een standje op straat met foldertjes allerlei erin, meestal vlakbij een autoverhuurder. We zoeken het restaurantje waar we vroeger een paar keer echt fijn aten. De setting is dezelfde, de food delicious maar alles is meer verwestert en toeristischer met de gehate geplastificeerde afbeeldingen van gerechten en een deurlokster. Ik heb ook niks met een Australiër die op elektrische gitaar Creedence staat te kwelen. We willen beide de gamelanklanken (orkest bestaande uit o.m. diverse soorten xylofonen) die zo mysterieus en zenachtig rustgevend zijn. Maar we beseffen dat straks ook hier het authentieke karakter zal oplossen in de grote globaliseringslokop. Het eten b.v. is helaas al niet meer 100 %  wat zij ooit kookten en aanboden, maar wat zij denken dat wij denken dat zij zouden moeten klaarmaken en hoe wij het willen gepresenteerd zien. Doodjammer vind ik dat altijd. En verwarrend ook: een biertje kost ergens 32 000 IDR, elders 32 000 IDR, jamaar meneer + 12% governementtax en + 5% servicetax. Dan nog elders 32 000 + 21% governementtax. Hoe zit dat hier? Ah, in het paradijs moet dat kunnen.


De volgende ochtend zwembad. Wat Michelinvrouwtjes lopen rond geflankeerd door mannen met spruitendlang grijs borsthaar gedragen boven een goed bedoeld punt. Ik spits de oren, hoor Deens, Frans, Australisch (logisch, Bali is wat Tenerife is voor Europeanen) en red code alarm … Russen. Hoewel deze hier blijkbaar alleen komen om te ‘wonen’ in het zwembad, zou ik toch niet in Kuta willen zitten (badplaats Kuta is ook het lively uitgaanscentrum van het eiland). En alle oudjes hier zitten in ligstoelen met een iPad. Ook deze ouwe jongen.
Vrijheid is altijd en overal je eigen plekje hebben. Straks op de cruise! Hier wordt echter strategisch gedacht. Stoel gescoord in de schaduw, maar straks komt de zon. Beslommeringen. Vandaar de handdoekenboekhouding. In het begin lijkt er een systeem achter te zitten. Elk paar badhanddoeken aan het zwembad wordt per kamer opgeschreven. Waarna later op de dag niemand er nog naar omkijkt en iedereen toch doet wat hij wil. Bali en tolerantie. Er is een poolman die zogezegd toekijkt om alles volgens de regels te laten verlopen, maar nooit iets zal zeggen, want als een klant over hem klaagt, is hij zijn job kwijt. Maar waarvoor dient hij dan? Overal staat b.v.: neem eerst een douche. Waarom ben ik altijd de enige die dat effectief doet?

Iedereen heeft hier een job, weliswaar slecht betaald, maar de uitvoering ervan is op zijn zachtst dubieus. Zo zijn er overal bewakers. Maar de zin ervan ontsnapt me soms. Bagageonderzoek en een metaaldetector aan de hoofdingang van het Bali Hyatt zorgt voor een veiligheidsgevoelshowtje, maar langs het strand kan iedereen over 400 meter ongehinderd het hotel recht binnenwandelen. Als ik de barman wijs naar hun speciale Cocktails of the House, er een “Sunset on Bali” uitpik, begint hij in paniek een soort handleiding te zoeken, over en weer te rennen om raad, om 15 minuten later te vertellen dat een bepaald ingrediënt er niet meer is. Schouderophalen. Maar leuke tropische namen, dat wel. Niet platjes zoals in Albufeira (massatoeristspot Algarve): cocktails met  namen als Viagra, Orgasm en ga maar door. Wel leuk op de barlijst: onder het hoofdstuk Scotch whisky staat: Johnny Walker, J&B, Canadian and Irish Whisky (zonder eind-e). Maar taalfouten zijn er overal: een meunière van vis mét een escalope, que? blijkt escalope van vis te zijn natuurlijk.
We hebben een afspraak met Made Catra, onze privégids van toen. Op de tweede dag gaat het schip naar Tanah Ampo in Oost-Bali. We bezochten in die hoek al veel zoals het justitiepaleis in Klungklung (heerlijke muurschilderijen) en het pre-hindoe zelfbedruipende dorp Tenganan, maar waren nooit bij de Besikah moedertempel bij de vulkaan Agung geraakt. Vanaf Tanah Ampo ware dat ideaal en Made ging ons een trip maken met een en ander dat we nog niet voorheen zagen. Noteer daarbij dat excursies aan boord zeer duur zijn, net omdat vele van dit soort passagiers absoluut niet geconfronteerd wil worden met hassle and chaos en de beste probleemloze reisomstandigheden eisen. Maar da’s niet mijn reisfilosofie. Helaas hadden we net voor de cruise een itinerary change gekregen. Bleek dat er een kleine tsunami was geweest in Indonesië en de jetty (aanlegsteiger) er was weggespoeld zodat er eenvoudig weg niet meer met sloepen kan getenderd worden. Hetzelfde gold voor het vrij ontoegankelijke en dus niet-toeristische Bangka island waar ik ontzettend naar uitkeek. Een verloren groot zandstrand met Seychellenachtig grote ronde rotsen. Mja, er heeft altijd al een Robinson Crusoë of Columbus in mij geleefd. Dit ware toch, noem het, minimale compensatie. Ook al omdat dit een mooi contrast of aanvulling was “in de balans” van de cruise. Na de drukke, hectische miljoenenstad Jakkarta, wat rustig natuurschoon en eenvoudige prilheid. Helaas ook daar was de aanlegsteiger dus washed away. Bedenking: ik moet dringend weer eens het ‘weinig ontdekte’ ontdekken of een boomhut maken ;-). Boys wake up call J.

Wat kan ik nog doen? Ook de mogelijkheid om te paragliden (in het zuidelijk schiereiland) is er niet : foute westenwind. Allemaal jammer voor Made die desperate is voor business. En klaagt. Maar baruitbater Frederiek zegt me later “Er is wel een toeristenterugval en ’t is laagseizoen maar ze zijn zoals de horeca aan onze kust, van zodra ze kunnen, klagen ze”. Belgische nuchterheid. Ik bestel meteen een Bintangbier.
We gingen opnieuw voor een massage want voor de prijs kan je niet sukkelen. Daarna vocht opnemen bij Komilfo, zo heet de tent van Frederiek en Miyu. Ik neem er een cocktail met Bali rum en veel verse vruchtenmix. Het is Valentijn vandaag en Frederiek neemt vanavond zijn personeel met hun liefjes mee naar de McDonald’s. Daar zijn ze hier in de wolken van. Voor hen is dit zo uitzonderlijk, zelfs al moeten ze een uur aanschuiven en bestellen ze gewoon rijst met kip. De McDonald’s verpakkingen zullen een lang souvenirleven leiden in hun huisjes. McDonald’s op Valentijn, het is eens iets anders.
Wijzelf worden geprikkeld om “iets” te doen. Honingmaan, Valentijn, een romantische omgeving…. Ons hotel maakt reclame voor een Valentijndiner met orkest en dans. Het menu is duidelijk stukken duurder dan elders, het ziet er slecht georganiseerd uit, slingertjes en hartjes uit de kleuterklas, ze lijken zelf nog niet alles goed te weten maar we zijn vlakbij onze kamer, ’t is de laatste avond and what the hell… We zien wel… We eten een soort pompoensoep en gegrilde vis. De avond met een Aziatisch eenmansorkest die in fonetische Engels klassieke songs verkracht, lokte 4 koppels. Valentijn die tristesse uitstraalt. Maar we bekijken het van de humorzijde. Jamaica Farewell van Harry Belafonte, dé Caraïbenhit op Valentijn in Bali? Wanneer een koppel de tafel verlaat midden het menu loopt een kelner er in paniek achteraan. Waar gaan jullie naartoe? “Wij gaan dansen, meneer.”


The Silversea Experience. De volgende ochtend koop ik nog wat mooie lekker zittende polootjes en zwembroeken. Het spel van afdingen. Kleine percentjes, rijke ventjes en Nella in een onbarmhartige hoofdrol. Dan opweg naar de haven Benoa en het cruiseschip Silver Shadow. Supereffeciënte check-in, flashing smiles en begroetingen en nadat er van ons snelle foto’s werden gemaakt zal ik vanaf dan voor de rest van de cruise door iedereen die ertoe doet in de sociale context constant begroet worden met “Good morning Mr. Wim” of “Evening Mr. Vènbussien”, zelfs al zag ik ze nooit voorheen. Dit is het systeem dat we in de tijd bij de fivestarplus operation invoerden. Op dit niveau weten wie elke gast is en wat ze willen. Na 1 keer in de bar onthouden ze al je favoriete drankjes of suggereren er die bij je mood moeten passen, een Sea Breeze b.v. Pour it out, Russell!
We worden begroet door Heri Kupaeri, onze kleine Indonesische butler met zwarte zwaluwstaart, grote witte strik en schattige flaporen die ons door de eerste keuzes begeleidt: welke lijn amenities voor de badkamer, keuze uit 6, willen we? We kiezen Bulgari. Welke type kussen willen we? Weeral 6 types (allemaal tot in het detail beschreven) en welke dranken of hapjes willen we at all time in onze koelkast? Mineraalwater, softdrinks, bier, maar ook  champagne kan en fijne wijnen. Ik suggereer “misschien een kleine whisky voor laat op onze veranda als afzakkertje?”. Ik krijg prompt een grote fles Johnny Walker Black die ik van de hele cruise niet zou aanraken. De deal bij zessterrenschepen is simpel: alles is inbegrepen, tenzij laundry, casino, welness, de boetieks aan boord (waaronder een H. Stern), wifi en excursies. En dineren in het intieme Le Champagne restaurant by Relais and Chateaux waar wat bijbetaald moet worden voor net nog iets verfijnder en geraffineerder eten en de kans op exclusievere wijnen, cognacs en sigaren kan wel, maar tegen een kleine opleg na reservatie. Plaats bemachtigen blijkt moeilijk. Maar mijn oude reputatie is me voorafgegaan en we krijgen na elkaar van diverse diensten: gratis laundry, 500 minuten gratis wifi voor een waarde van 170$, 200$ krediet op onze rekening, dus vrij spenderingsbedrag uitgenomen de casino, 1 gratis diner in le Champagne en nog een en ander. Met die 200$ zal Nella 4 tassen van Harrods kopen, want net in solden, en samen een excursie. We bestellen een avondje in Le Champagne en de wifi is voor ons natuurlijk heel belangrijk. Maar via de satelliet is dat toch een stuk moeilijker en trager dan aan land, komt daarbij het hele tellersysteem en de berekening van het in blok aankopen, wat ik hier het enige minpunt vind aan boord. Bij aankomst werd onze credit card geregistreerd en alles gaat er automatisch vanaf. Uiteindelijk zou dat op het einde maar een paar 100-den dollars zijn. Als repeater krijg je ook snel bonussen. Zo ontmoette ik gasten die tegen het einde van de cruise zochten om nog snel 1 000$ krediet op te maken.
Die eerste avond gaan we naar de voorstelling van de staff en de lecturers in de Panorama Lounge en de 6 zanger-entertainers, Wendee, Anastasia, Kashena, Jonathan en Kyle (allen Amerikanen) ronden af met een indrukwekkende “Brindiamo” uit “La Traviata”. We toasten inderdaad. Dan doen we The Bar aan en The Restaurant voor een fijn diner overgoten met allerlei wijnen die ons constant worden voorgesteld zodat we zelfs foto’s nemen met onze iPhones om ze bij een volgende gelegenheid te herinneren. Nadien is er een Balinese show die we echt flut vinden vergeleken bij de spectaculaire en acrobatische spektakels die we vroeger zagen en gaan met plezier onder de wol van het zachtste bed ooit. Want goed slapen was er tot nu niet bij. Vigilo, ergo sum. Geen idee waarom.

Het ontbijt in La Terraza is een feest. Eindelijk de koffie zoals we die echt willen en er is een pletwals aan keuzes van op het moment klaargemaakte warme gerechten. Steevast wordt je bord dan door een ober naar je tafeltje gebracht, stoel onder je en servet op je. Je krijgt ook echt het tafeltje dat je wenst. De maître d’, vooral Marcello (een zeer entertainende Italiaan) moeten meesters zijn in hun vak. We besluiten buiten te eten hoewel het panorama er door de grote vensters overal is. Omdat door de routewijziging het schip een dag langer in Benoa blijft liggen, genieten we van de faciliteiten van het schip. Ik bezoek sporadisch activiteiten, neem een dip in zwembad of jacuzzi, een kort zonnebad, lees in mijn boek Back to Blood van Tom Wolfe (weer een klapper!) of pluk van de mooi gepresenteerde vruchtenschotel in de suite. Elke dag allerlei vers, soms voorgesneden, exotisch fruit waaronder snake en dragon fruit. Butler Heri smeekt a.h.w. dat we hem dingen vragen en zelfs al doe ik het niet, blijken mijn avondschoenen toch steevast geboend en in een vorm gezet. Toen het honeymoonverhaal hem blijkbaar ter ore kwam, vonden we een vol bad vol geurend schuim, omringd door rozenblaadjes en kaarsjes. Echte luxeservice is anticiperen op wat iemand kan willen.
In de namiddag liepen we al de kapitein Cataldo Destefano tegen het lijf die me toevertrouwd: “I read your CV”. Iedereen blijkbaar… Nella is afkomstig van de streek waar ook hij geboren werd (Barletta). Ik besluit mijn grapje met de naam Schettino te laten vallen. ’s Avonds is het gala-avond en natuurlijk werd ik via een officiële uitnodigingskaart geïnviteerd aan de eretafel van cruise director James ‘Jimmy’ Hovel uit Connecticut. Ik trek een van de enige smokings van de vele uit mijn oude tijd waarin ik nog (nauwelijks pas) aan en we maken ons op. Het heeft een heel bijzonder kort elegant jasje met zwarte en grijze strepen. In de gang roep Heri: “I love your jacquet”. Bon, da’s duidelijk. Heri is gay. Voor een moslim geen cadeau.

Het obligate handen schudden en beleefdheidwoordjes. De rij met kapitein, hotel manager en C.D. beleef ik voor de eerste keer van mijn leven aan de andere kant. Dan in het theater de introductie van de officers met zelfs een grapje die ik 20 jaar geleden al deed, maar het is snel voorbij. We dineren met C.D. Jimmy en Mr. en Mrs Bloom, die niet veel meer dan wat tomaat eten en geen alcohol drinken. Ik heb een paar interessante over-en-weers met Jimmy i.v.m. het cruise directorschap  en nadien gaan we naar de openingsshow. Schitterend gezongen in een theater met de modernste technieken waar vele zalen een punt kunnen aanzuigen, maar uiteindelijk is het niet van het niveau van Cunard toen. Tja, mijn schip de Vistafjord toen was ook dubbel de size. Shows waren met een 8 pieceband live + clicktrack en met wervelende dans en effecten, wat hier afwezig blijft. Maar goed, daarvoor komen we niet.

Even uitleggen dat een modaal cruiseschip 1 bemanningslid telt per 3 passagiers. In het luxesegment vroeger werd dat 1 op 2. Maar hier 1 op 1 en de Shadow neemt maximaal 350 gasten mee. Een heel leefbare situatie met genoeg ruimte en personeel ter beschikking overal. Mij krijg je nooit op van die ordinaire massaschepen waar stijl uitgevlakt wordt door kwaliteitsloze “grootheidswaanzin”.
De Silver Shadow is 186 m. lang en 25 m. breed, heeft prachtig interior design en hangt vol geauthoriseerde kunstwerken van Chagall, Picasso, Miro´, … en superbe foto’s die ik nooit voorheen zag van o.m. Marylin Monroe door Milton Greene e.a. Allen te koop, gemiddeld vanaf 10 000$. De kunsthandelaar in charge Rami Ron zegt dat hij mensen rijk maakt maar dat ze het niet eens beseffen.

Nadien gaan we naar de bar waar we, voor we het beseffen, uitfreaken op de dansvloer. Onderweg naar de hut, stopt Wilma van de kleine casinobar ons voor een intieme last drink in haar bar, ik zeg dat ik zot gedanst heb en ze zegt: “I’ve seen you” met een twinkel. O, o.  Maar ik beloof: volgende keer!
Lombok. De volgende ochtend ligt naast het krantenoverzicht alweer een nieuwe dinner invitation, dit keer van de guest relation manager. Ik ben vroeg op om Lembar op het eiland Lombok te bekijken. Verrukkend, overal kreken. Ik volg met belangstelling de vlotte tenderoperatie in volledig overdekte boten, de omroepen van de C.D., de vrijgave van het schip, het dispatchen van de excursies. Een fluitje, vlot, wow.
Op onze programma’s en in ons cruiseboek worden we volop gewaarschuwd voor tekort aan faciliteiten en aftroggelarij in Lombok. Deels willen ze daarmee natuurlijk de officiële excursies promoten, maar ook uit angst dat de frustraties van passagiers als een boemerang in het gezicht van Silversea zullen terugkomen. Ik ken het spelletje en zal ter plaatse wel iets regelen. De hal om de tenders te betreden is quasi leeg. Er is security check en er staan altijd flessen koel water en minihanddoekjes om mee te nemen klaar. In de tender maken we kennis met “Teri Milfsud from Gibraltar" en Erik Bruin, een Nederlander, die samen al 30 jaar een vastgoedbedrijf hebben in Marbella. We worden vrienden met dit flamboyante stel vol pit  gedurende de hele cruise. Want het klikt meteen en we besluiten samen te gaan voor een eigen taxitrip. De onderhandelingen met tientallen tegelijk zijn een bezoeking. Ridicule prijzen worden weggehoond, opdringerige would-be gidsen op hun plaats gezet. Auto’s afgekeurd. Eric: “Een zwart busje, ben je gek, man?”. Uiteindelijk settelen we een deal: een aantal uur hoogtepunten voor 50$. We worden spoedig afgezet bij pottenbakkers “dat we ook zelf mogen proberen”, herhaalt de gids. Na 3 minuten willen we weg tot frustratie van onze sjacheraar. Even later. You wanna see pearls? O.K, but 2 minutes, spellen we uit. Plechtig kondigt onze pipo terwijl we een luxewinkel binnen rijden: “Hier hebben jullie een vol uur de tijd!” 3 minuten later zijn we weer op pad. Teri heeft parels genoeg ...


We bezoeken de wat vervallen Lingsar tempel en lopen een deel van de scheepsexcursie tegen het lijf waar een vriend van Eric – de helft zijn hier al een maand sinds Sidney aan boord- ons vertelt over het Mayura Waterpaleis and Royal Court. Uiteindelijk blijkt dat nog de moeite. Een bijzondere setting, uitbundige moslimkinderen die met kleren en al in het zwembad springen en genoeg lokale cultuur en sfeer om ons tevreden te stellen. We besluiten terug te keren om toch de lunch voor 14 uur mee te pikken. De gids begint dan over hoeveel we hem wel zouden geven “want die 50$ is maar voor de benzine en de driver”. We zijn keihard, een deal is een deal. In de verzengende hitte slurp ik wat fruitpunch voor de lange tenderterugvaart waar we na een sneldouche fris lunchen met onze nieuwe vrienden en ons dan terugtrekken voor een koele siësta. God bless airco. De rest van de avond cocktails en via Teri en Eric massa’s leuke medereizigers leren kennen, show zien en disco dansen. Dan beland ik, toch wel loaded, bij Philippijnse Wilma voor een ultieme nightcap. Het werd verdorie 2 uur. Dat doe ik thuis nooit!
Hoera, een dag op zee die zou eindigen in een regeling door Teri waarbij we in het grillrestaurant  met lecturer en BBC, Discovery en National Geografic cineast/fotograaf Piet De Vries en eega (Hollandse naam, spreekt uitsluitend heu… Australisch) een grote tafel naast het zwembad krijgen. Under the stars met een symfonie van de lekkerste steaks op enorme hotstones gebakken. Mega filet mignons, New Yorksteak, rib eye’s, prawns on the grill en wijnen. Een belevenis! ’s Avonds is er de operashow die ik wel kan pruimen en ... het wordt weer laat. Latere shows tijdens de cruise: de onvermijdelijke Best of Broadway, verder o.m. Best of Beatles, een ABBA-show, enz…

Java. In Probolinggo tenderen we opnieuw. Aan de landingsplaats is een en ander beter geregeld. De port agent zorgde ervoor dat de riksja’s, triksjabrommers en de uitzonderlijke taxi’s een aanschuifbeurtrol hebben. We besluiten gewoon een riksjarit naar het centrum te nemen naar de lokale foodmarket, waar groenten, fruit, geslacht vlees, en specerijen in een duistere overdekte plaats ons betoveren. Onderweg wuift iedereen naar ons en wij wuiven terug like the queen. Het is duidelijk, hier komen erg weinig toeristen. Het stadje zelf heeft niks, is stoffig en armoedig, maar hey, we had a good time!
‘s Avonds dineren we lekker in Le Champagne en wanneer ik de wijnkast ga inspecteren hoor ik aan een van de 8 tafeltjes herkenbare taal. Belgen. Nadien maken we in de ernaast gelegen Connoisseurs room (ofte The Humidor, waar Nella vaak komt roken) kennis met Luc en Marie-Rose die de rest van de reis ons groepje zullen vervoegen.
De volgende dag is de dubbeldag in Semarang, waar we door folkloredansers ontvangen worden tijdens het aanleggen. We bestelden een ontbijt in onze suite en maken ons op voor een vertrek rond 8 uur. Het grote doel is vooral het mysterieuze Borobudur, de grootste Boedhatempel ter wereld en een van de zeven wereldwonderen. Het is minimum 3 uur ver en een transportnachtmerrie. Er werd vooraf een midlandexcursie verkocht met overnachting in de Hyatt en bezoek aan Yogyakarta, de culturele en ‘koninklijke’ hoofdstad van Java niet zover ervandaan, maar die trip kost bijna 1 000$ p.p. en dan zal je onvermijdelijk toch in batikshops of -fabriekjes terechtkomen. En absurd als je nacht aan boord al betaald is natuurlijk. En busexcursies of groepsbezoeken zijn ook helemaal niet mijn ding.
Ik vraag de shore excursion manager een privétransport te regelen, gids hoeft niet. Maar deze service heeft natuurlijk zijn prijs. Omdat ook de mooie Hindoetempel van Prambanan daar vlakbij ligt, besloot ik een marathonnetje te doen. We zouden ‘s ochtends vroeg vertrekken, van het schip allerlei voorraad en picknick in koelboxen meekrijgen om rond 23 uur te landen. Maar er is een misverstand over de prijs die we niet bereid zijn op te hoesten want Teri en Erik hadden via internet ruim vooraf een eigen arrangement geregeld met overnachting op hun eigen tempo voor 300$ p.p. In laatste instantie besluiten we dan toch maar de officiële dagexcursie te nemen naar Borobudur, minimum 3 uur heen en 3 uur terug. Er zijn extra facilities, een privé-VIP-ingang op de site en vooral de begeleiding door 2 lichtflikkerende en sirenezwaaiende politiewagens die alle verkeer in de weg in de berm duwen. Deze escort wordt uitgevoerd door netjes in het uniform zittende “Tourist Police”. Het voelt aan alsof we staatslieden zijn op weg naar een wereldcongres. Da’s erover. Aan de andere kant is het verkeersinfarct door de compleet ontoereikende infrastructuur voor de heksenketel van pick-ups, brommertjes, vrachtwagens en allerlei soorten busjes een hinderpaal die leidt tot uitspraken als: “Je weet wanneer je vertrekt maar nooit wanneer je terugkomt”. Onze gids ‘Mijn naam is Budhi en als ik mijn best doe, wordt ik misschien Boedha’ zou tot mijn ergernis de 7 uur bijna vol lullen, met om de 2 zinnen een ambetant lachje, want hij vertelt nooit iets grappig en ik ben lamlendig moe. Daarentegen weet ik nu alles van Java en hun problemen, hun geschiedenis geterroriseerd vooral door vulkaanuitbarstingen. Want zo kwam ook Borobudur (9de eeuw, een stoepa van 9 etages) aan het licht bedekt door lava en  het werd uiteindelijk door Unesco weer in volle glorie tevoorschijn getoverd in 1973-84. Eens ter plaatse moeten we een sarong om de lendenen en we vermaken ons om in en op dit robuuste maar zo magisch-mysterieuze monument te klimmen en veel prachtige foto’s te nemen waartoe de karakteristieke klokachtige elementen tegen een achtergrond van een heerlijk panoramisch uitzicht zich perfect lenen. Of we kijken ons de ogen uit naar de duizenden muurafbeeldingen over Sidharta en zovele boeddhistische verwijzingen.

Op een bepaald moment wordt het even absurd als we op dit Boedhistenheiligdom in de verte een moskee horen oproepen tot gebed. In een mooie luchtige patio wordt lunch geserveerd met een kleurrijke Javaanse folkloreshow, een heerlijk rustpunt na een paar uur zweten. Dan wordt voor de klassieker “het publiek mag ook meedoen” Nella uitgenodigd (iedereen weigerde) om met een oude man Indonesisch te dansen. Ze doet niet flauw en gehuld met een groene sluier krijgen we Italy dancing the Java. Geen souvenirjagers zijnde, kopen we toch een hele mooie, leuke rykshaw-replica en een schattig boedhavormig asbakje.
Op de terugweg maken we nog een schaduwmarionettentheaterdemonstratie mee. Typische lokale cultuur en interessant om te zien hoe ze het doen. Als we terug naar de bus willen waar tientallen souvenirverkopers dringen om hun waren te slijten, breekt de hel los. Tropisch. Heftig. Nat. Een hele reorganisatie ontstaat om de bussen onder een luifel te laten rijden zodat de passagiers via de achterdeur kunnen opstappen. Silversea-reizigers mogen niet nat worden. Terug is er de klassieke verkeerschaos met opstoppingen waar zelfs the tourist police niks kan aan doen. Als het compleet vast zit, zit het vast.

Ik staar uit het raam naar de weelderige natuur en de heksenketel rond deze baan. De Nederlandse roots kan hier en daar nog teruggevonden worden in de taal: Praktek doctor, Apotek, Restoran en out-of-the-blue Knalpot? En wat moet ik met: Simpatisi paling Indonesia? Bij sommige verkeerslichten staan er tellers die de seconden aftellen tot het groen wordt. Geen goed idee. Met nog 3 seconden te gaan, begint iedereen al aan te zetten.
Door de regen was ook de avondlijke megabarbecue under the stars op de bovendekken geschrapt. Nochtans een feest, werd ons voorgehouden. Maar vervangen door een wereldkeukenbuffet waarbij iedereen een circuit doorheen de kraaknette galley (keukens) aan diverse standjes, tafels, kookplaten, ter plekke gekookte lekkernijen van allerlei wereldlanden kan bekijken en opladen. Deze keer slaan we eerder snel een en ander achterover en kruipen vroeg onder de wol na een vermoeiende dag. Daar bereikt me het trieste nieuws van het overlijden van één van mijn all time hero’s (pdw). De volgende ochtend aan land breng ik het enkel tot de terminal waar opvallend veel volk geniet van free en sneller wifi zonder dat er een paymeter loopt.

Jakkarta. Buzzling, hectic city. Op eigen kracht kan je alleen via een shuttlebussysteem buiten de haven geraken. Het is minimum 45 minuten naar het stadscentrum. Nella, die zich niet lekker voelt, blijft aan boord en ik ga met Teri en Erik op pad. Snel hebben we door dat het het beste is een bleubird taxi te nemen en, als je weet waar je naartoe moet, is het op de meter maar een handvol dollars te delen… We lopen wat doelloos rond op antiekmarktjes, beschouwen de ritten als sightseeing maar Jakkarta heeft geen dwingende noch noemenswaardige bezienswaardigheden. Ik slaag na veel poespas erin om vlakbij het enorme Monasplein mijn nog meer dan 1 miljoen rupia’s (die ik voorzien had voor ons avontuur naar Borobudur) te wisselen in een bank, mits veel administratieve rompslomp waarbij ik zelfs mijn paspoort, die ik uiteraard niet bijheb, moet tonen. Ik kan nog een briefje van 50€ terug scoren en wat losse dollars, de rest geef ik aan onze butler Heri  die ’s ochtends zei: “Eindelijk Jakkarta” (zijn thuis). Maar hij mag niet van boord. Hij zit er al 5 maand op met nog 1 maand te gaan.
More social life on board. We worden voorgesteld aan het oude koppel Lady Penelope Vernon en Sir Michael die een suite bezet waar de gemiddelde flatbewoner bij ons steenjaloers op zou zijn. Teri heeft een plannetje: “I’m giving Marcello a hard time!” Ze wil buiten aanThe Grill bij het zwembad een tafel organiseren waar de 4 koppels vervoegd worden door 4 van de entertainers want deze mogen enkel uitgenodigd worden door een koppel. De achtergrondliggende gedachte is deze jongens en meisjes die normaal in de crew mess eten, de grootste en sappigste steaks te voeren wat resulteert in een opbod van bestellingen allerlei die dan naar hen toegeschoven worden en gretig-vraatzuchtig verslonden. Maar als we naar de afspraak gaan, heeft een minitornado het halve dek meubilair weggeblazen en het giet pijpenstelen. Verwarring alom. Maar er wordt doorgezet en onder een afdak met de regen net naast ons, wordt het een bizar maar onvergetelijk eetfeest. Vooral de graatmagere Lady Penelope – ze weet niet eens hoeveel huizen ze bezit – is een ongelooflijke persoonlijkheid. Levenslustig, vol humor, maar een en al über-aristocratisch klassevol gedrag, is een plezier om mee te maken. Ze neemt foto’s met een iPad in Louis Vuittonhoesje, al weet ze half hoe het ding werkt. Maar heerlijke conversaties en een savoir faire van Britse verfijndheid en toch helemaal zichzelf en beresympathiek. Every inch a lady. En grappig! What a character. Sir Michael in een roos jasje, ook nog clever maar wat hardhorig, zegt op een moment over haar dat ze van Zuid-Afrika afkomstig is, waarop de lady repliceert: “Oh no. That was your first wife!”

De dag op zee die Parai beach op Bangka Island vervangt (jammer toch) is ook de dag dat we de evenaar overvaren met de onvermijdelijke King Neptune Crossing the Equater Ceremony. Een verkleedpartij met Neptunus en zijn koningin, piraten en zeemeerminnen die in aanwezigheid van de kapitein en o.lv. de cruise director slachtoffers (die wel op voorhand hun akkoord gaven) of leden van de staff beschuldigen van allerlei grappige nonsens of inside jokes en dan een enorme vis moeten kussen, of de voet van Neptunus en dan met spaghetti, saus en rotzooi allerlei worden overkapt. Vroeger was ik soms zelf Neptunus of de heraut die alles aankondigt, blij dat ik eens gewoon mag toekijken. De douches en het zwembad zijn voor een paar uur na afloop wel niet meer the place to be. Ik ga naar de infosessie van cruise consultant Alessandra over de savings die je kan scoren bij Silversea, het lidmaatschap van de Venetian Society, de itineraries van hun 7 schepen en ik bewonder de ongelooflijke marketing van hun product.
’s Middags hadden we nog een snelle verfijnde lunch met de 4 koppels en vele foto’s en ’s avonds is er dan het afscheidsgala, smoking aan, weer handjes schudden met de kapitein en gevolg. Het hoogtepunt in een afgeladen theater is wanneer echt wel massaal veel volk van de crew van suite attendants (kajuitstewardesses) tot matrozen, bedienend personeel allerlei, butlers , enz…, met een vlag het grote podium vullen en nadien een diashow wordt vertoond waarop veel passagiers of bemanningsleden  in situaties aan boord of aan land worden geprojecteerd op groot scherm. De scheepsfotograaf deed een ongelooflijke shoot en de ha’s, de haha’s en de oo’s zijn dan ook niet van de lucht. Op het heerlijk melige Con te Partiro wordt het zowaar een kippenvelmoment.

We zijn echter eventjes uitgesocialized en gaan voor het eten op geen enkele uitnodiging meer in. Even een tafeltje alleen met twee. Onze uitleg was dat we dringend een en ander moesten overleggen i.v.m. de aankondiging van onze dochter om in de zomer vrijwilligerswerk te gaan doen met arme weeskinderen in Nepal. We laten ons gewoon verwennen en gaan nog één keer voor een compleet menu. Bij alles staat er het aantal calorieën, vet, carbohydraten, enz… wat me doet beseffen dat ik niet eens actief de Spa (beauty salon, fitness en welness centre) bezocht. Ik eindig met een kaasplank, zelf samengesteld uit 5 kazen waarvan ik nooit hoorde, als afsluiter. Nog even. Waarna we de grote verdwijntruc toepassen.
Singapore, the Great. Singapore is, wat mij betreft, het summum van de bijna perfecte samenleving, proper, geen criminaliteit, superefficiënt en modern georganiseerd. De nieuwe terminal building met vele, maar snelle en vlotte pas- en andere controles is een parel van organisatie. De stad een symfonie van afwisseling tussen prachtige oude koloniale gebouwen en de knapste hoogbouwarchitectuur, skyscrapers met hangende tuinen, tussenparken in balkonnen met overwelvingen naast oude typische stadsgedeeltes zoals Little India en Chinatown. De dynamiek van Orchard Road, het koloniale gedeelte, het Merlion standbeeld, brede banen waar het verkeer soepel doorglijdt met veel groen, parken, water en ontelbare bezienswaardigheden en attracties, de hoogmis van een kapitalisme dat werkt. Het geheim? Zware boetes op alles. Zo wou Nella roken onder een luifeltje wachtend op de bus, we zijn toch in open lucht? Tot een inwoner er ons vriendelijk op komt wijzen dat dit niet mag en haar doorstuurt naar een soort centrale asbak weg van de luifel een eind verder. GAS-boetes consequent uitvoeren en je kan van de grond eten. Tja, dan weet ik het wel.

Goed, Nella was nooit eerder in Singa dus gaan we op de schitterende “topless” opendakdubbeldekbus vanwaar je in een uiterst efficiënt systeem kan afstappen bij bezienswaardigheden en er weer opspringen of een ander lijn nemen die om de 10-15 minuten steeds stipt op tijd komen aan- en afrijden. Heerlijk om een volledig overzicht te hebben van Singapore stad. We stoppen onder meer bij het drukke Little India waar ik op een overdekte foodmarket een Tigerbier soldaat maak. In Chinatown gaan we dan lokale stuff eten op een primitieve manier, een soort wontons en vleesbouillon met van alles in. Later nemen we een taxi naar Mount Faber waar we een mindblowing uitzicht krijgen over stad en eiland. De panorama freak in mij , heu … freakt out. En het summum is de kabelbaan nemen naar Sentosa Island dat ik zowat 25 jaar terug al deed. Deze is vernieuwd en wordt een belevenis met de schitterendste uitzichten mogelijk. Maar eerst een biertje. Geheel tegen mijn gewoonte in supertoeristische sites zoals deze, vergeet ik eerst de prijs te checken. Het wordt het duurste biertje uit mijn leven: 18,80 SGD (Singapore dollars) dat is 11,5€. Oeps.
Een extra meevaller en wat een mooi toeval, is dat de kabelbaan letterlijk over onze suite en het schip glijdt. Ik kan a.h.w. van ons privéliftbakje met grote beker vruchtenpunch naar ons balkonnetje springen. We fotograferen ons de pleuris: bovenopnames van ons cruiseschip en de vergezichten en het wervelende Sentosa Island, dat nu helaas, bweuk …, een attractiepark is geworden. Weliswaar mooi gedaan maar zo veraf van 25 jaar terug toen we gewoon naar het strand wandelden en Tigers dronken in een strandbar. Enfin, evolutie. Terug aan boord is het pakken geblazen, her en der afscheid nemen en we boekten een tafeltje in La Terraza waar we nog nooit ’s avond dineerden. Meestal wel ’s middag waar, naast de vers klaargemaakte heerlijk culinaire gerechten, er ook altijd een pastacorner is waar ze de pasta van de dag à la minute enkel voor jou klaarmaken. Kortom, de Italiaanse toets, daar gaan we dan ook eens voor…

Naar huis. Laatste dag en disembarkation! We vaarden 1 387 nautical miles (wat niet veel is). De temperatuur was constant tussen de 26 en 31°.
Op de cruise leerden we 10 Belgen kennen. 10 op 340 pax! Een ervan, de sympathieke Marc, ex-notaris in Hasselt, was zo vriendelijk ons voor te stellen onze bagage bij hem in het Raffles Hotel achter te laten. Want iedereen blijft hier nog wat in Singa. Wij echter hebben niks voorzien. Om 10 uur moet iedereen van boord en onze vlucht is pas ’s avonds om 23.15 uur en op luchthavens kan je tegenwoordig niet meer onbewaakte bagage achterlaten. Probleem dus oef geregeld. Na een supervlotte disembarkation doen we dit, nemen in de Raffles afscheid van Marc en Nadine en gaan wandelen langs de Riverside vol leuke attracties. We zullen wel zien, misschien een boottoer op de rivier en zo de dag vullen. Nadat we een laatste maal lekker Singaporees-Indonesisch aten, slaat de vermoeidheid in onze benen. De onbedwingbare lust om ergens te gaan liggen, overvalt ons verpletterend. We besluiten dan maar om per taxi om de bagage te gaan en vandaar naar het prachtige Changi Airport. Maar pas vanaf 19 uur kunnen we bagage inchecken en toegang hebben tot comfortabele zit- en ligplaatsen. Wat een misrekening van formaat. Dus wij als sukkelaars in een onmogelijke positie op onze bagage wat proberen te pitten. Na een noedelgerecht zie ik in een lounge op TV de zondagse doelpunten van Lukaku overgoten met hysterische commentaar “And he’s only nineteen!”
Changi lijkt, maar is ook een fantastische luchthaven. Na een lange wandeling in een ontzettende mensenzee, bereiken we onze gate. Om 22 uur is hier zo’n drukke kronkelende symfonie van mensen van alle mogelijke rassen in allerlei soorten kledij die overal heen gaan, dat het me echt treft. Maar alles functioneert op wieltjes. De faciliteiten zijn supermodern en perfect gerund en letterlijk alles is voorzien tot in de kleinste details. Dan de zeer grondige controles opnieuw, toch 540 man in 1 Boeing, met vertrek stipt op tijd. Ik amuseer me met de 3 camera’s buiten op het Air Francevliegtuig (boven op de staart, in de neus en midden onderaan). Het vertrek wordt zo een leuk meeleven als de machine op de startbaan aanzet. Jezelf zien opstijgen. Ik bekijk aan boord de film “Argo” die geen 24 uur daarvoor de Oscar voor beste film won. Het gaat over Amerikaanse gijzelaars die ontsnappen per vliegtuig uit Iran… En dat bekijk ik dan letterlijk boven Iran. In een vliegtuig. My way to escape. Maar slapen kan ik niet ondanks de 12,5 uur lange duisternis. We landen op tijd in Paris CDG waar, weer absurdish, om 6.45 uur ‘s ochtends de wirwar van people-on-the-way (die zich allen willen opfrissen) mij betovert. We komen uiteindelijk om 15 uur thuis aan. Sedert het uitchecken aan boord waren we 36 uur in het getouw.
Van 30° naar min 1°. Ik ben slechts een halve kilo aangekomen maar mijn embonpoint is pronter dan ooit. Aan het werk!

Naschrift: kort na thuiskomst worden we ziek en verkouden, langer dan een week. God straft direct.
Meer foto’s op Flickr.
Meer over mijn cruise- en verleden in het internationaal toerisme in het boek
Toeristenvallen en –opstaan. Rugzakglobbetrotter wordt luxecruisedirector. Ondertussen alweer voorzichtig ideeën voor een vervolgboek. U kan nu vooraf intekenen
:-)