zondag 29 april 2012

Over machtsmisbruik, grensoverschrijdend gedrag, pedos, machos en machas, en nog veel meer. Persoonlijke ervaringen deel 1 (over o.m. lapnamen, kattenkwaad, Rome en Saint-Louis).

Toen ik in de zesde en vijfde Latijn-Griekse zat, was ik een kleine rebel. Of beter een belhamel, een ettertje, een “moospot”. Ik kwam daarbij meermaals in conflict met leraren of “vloog naar de directeur”. Ik heb mijn broek versleten met uren strafstudie op mooie zaterdagnamiddagen. Het was in “Saint-Louis”, het bekende Sint-Lodewijkscollege, toen nog in het hartje van de stad (het huidige Zilverpand). Leraren luisterden er naar “lapnamen” als “den Dweil”, “Flurk”, “de Puupe”, “de Visooge” en meer van dat fraais. Er was een studiezaal op pijlers die de centrale grote speelplaats domineerde en “de Ark van Noë” werd genoemd. Om maar te zeggen hoe poëtisch en grappig volkse naamgeving kan zijn. En nu ik toch bezig ben. Later in het Sint-Jozefsinstituut te Torhout, een enorm uitgestrekte school, had je centraal op het grondgebied een massaal WC-complex ‘De Benelux” genaamd, een koude, hooggelegen slaapplaats met chambrettes “Siberië”en een smalle, lange doorsteek in de richting van het station (en de meisjesschool): “het Suezkanaal”, toen trouwens veelvuldig in het nieuws.

Maar ik ging het over machtsmisbruik hebben. “De Mustang”, de subregent van de vijfdes en zesdes heerste hoog boven honderden studenten om de “studie” te controleren. Een lelijke “paster” die ons, jonge knapen, choqueerde met uitdrukkingen als “ ik sta ’s avonds naakt voor de spiegel om mezelf te bekijken”. Zogezegd overdrachtelijk bedoeld maar hoe denk je wat wij, onschuldige jongelingen, opgevoed met retraites, bezinningsdagen, vroegmissen en boekjes met de titel “Hoe kweek ik wilskracht” er ons huiverig bij voorstelden? De Mustang kon ons makkelijk terroriseren door alleen maar naar je te kijken van op zijn troon en het beruchte duim-en-wijsvinger-gebaar te maken. Dat betekende dat, bovenop onze dagelijkse portie 20 Latijnse woordjes in het geheugen te pompen, we een willekeurig stuk tekst van buiten moesten leren om dit de dag daarna tijdens de speeltijd aan hem op te zeggen. Meestal was dat “La Chèvre de Monsieur Seguin”. Toen ik verleden jaar in de Provence in Fontvieille de moulin en la terre d’Alphonse Daudet bezocht, kreeg ik spontaan enkel nare herinneringen.

De Mustang was het type van “kom maar eens naar mijn kamer”. Naar verluidt was ik toen een niet onaantrekkelijke knaap die naast grossieren in slechte resultaten en kattenkwaad toch een zekere status had, al was het maar omdat ik een van de beste sopraantjes was van het beroemde Ons Dorado koor en orkest o.l.v. Paul Hanoulle. Maar dus was ik ook ooit op zijn kamer. Maar makkelijk laat ik me niet doen. Kortom, ik herinner me niks akeligs. Hoewel…

Ons Dorado was het eerste niet-Italiaanse koor dat de Paasmis op het Sint-Pietersplein te Rome mocht opluisteren. Toen nog voor Paus Paulus VI. Het was die dag bloedheet en we mochten ons niet verroeren want alles kwam live op Eurovisie, zelfs Mundovisie. Enkele jongens kregen zelfs een appelflauwte. Live op Mundovisie! Voor de wereld te kijk staan, heet dat zeker? In elk geval kwam deze pipo al jong wereldwijd de huiskamers binnen :-). En terwijl ik toch bezig ben, dezelfde week ook in een lange zoom-in close-up voor Vaticaan-TV terwijl ik tijdens de Bolero van Carl Orff om de 3 tellen verwoed op een triangel sloeg.

Onderweg naar Rome ravotten we ons rot tijdens de lange treinreis in de slaapwagons. Het was het jaar van “Goeie morgen morgen” van Nicole en Hugo, toen nog Nicole Josy en Hugo Segal. Op een bepaald moment had ik buikpijn en de Mustang bracht me meteen apart naar een ligbed om, hemdje naar boven, aan mijn blote buik te zitten voelen. Doet het pijn hier? Ja! En hier? Ja! En toen zakten zijn handen steeds maar lager. En hier? Nee. … Mijnheer, néééé! Van me afgebeten ondanks zijn machtspositie en geen trauma’s overgehouden, maar ik beken… ik heb nooit een klacht neergelegd. :-)
Terug naar Sint-Lodewijks. En mijn vlegelsteken.

Ooit werden we als 13-jarigen betrapt terwijl we een sigaretje zaten te paffen op het dak, jawel, in de goten van het college. Het was “de Pette” himself, de directeur van het instituut die ons te stekken had. De Pette, soms ook “de Moane” genoemd (hij was klets) was Mr. Lesage die later een bekende schoolinspecteur binnen het Katholiek onderwijs zou worden,. Toen Sinterklaas in de studie kwam en opeens begon over “ het zijn niet alleen de schoorstenen op het dak van de school die roken maar ook…” wisten we al wie de zak in zou gaan.

Tijdens de speeltijd probeerde ik nogal veel binnen te blijven om te “moosen”. Krijtjes duwen tussen de plooien van de bordveger zodat…. Of krijtstof op de stoel van de leraar zodat de flap van zijn blauwe vest …. of jeukpoeder, of… Maar het leukste was natte sponzen vanuit het venster op de eerste of tweede verdieping aan de drukke Noordzandstraat uit te wringen boven onschuldige passanten, ja zelfs – en hier ben ik niet fier op – boven “kindervoituren”.

Deze klaslokalen kan je nog altijd zien, nu boven de winkel Essenza, die grote ramen en dat balkon. In die tijd was daar recht tegenover de bekende parfumeriezaak Jean-Pierre Annys gevestigd. Niets leuker dan krijtjes naar de overkant door het open venster van de slaapkamer van deze parfumier te mikken. Tot op zeker dag midden een les Grieks de Pette binnenstoof, recht naar me toeging, me bij de oren nam die hij het eerste halfuur niet meer zou lossen. Meer zelfs, hij leidde mij tot op straat waar ik in tientallen handelszaken en aan tientallen mensen mijn verontschuldigingen moest aanbieden inclusief Mr. Annys natuurlijk.

Kijk eens. Er bestaat kritiek op het watervalsysteem in het onderwijs maar in mijn geval was het een zegen. Ik was bij de laatsten van de klas en het was harken om boven de 50% te halen. Kortom na het vijfde Latijn-Grieks stapte ik over naar “de Moderne” in het Sint-Jozefsinstituut te Torhout, meteen als intern. Fluks was ik bij de besten van de klas en daardoor gemotiveerd zette ik mijn negatieve energie om in positieve. Ik zou de rest van de humaniora en de afdeling mens-wetenschappen klaspraeses zijn en (mede)organiseerde ik bonte avonden, poëzienachten, theatervoorstellingen en vrije podia. En tot op heden ben ik nog blij met die kleine noties van Latijn en Grieks. Zo zie je maar…

Maar ik ging het over grensoverschrijdend gedrag hebben, daarover meer in deel 2 (over sex op de werkvloer). Beste lezer, na rijp beraad zal ik toch maar geen vervolg schrijven, daar het meeste een recyclage zou zijn van wat reeds in mijn boek "Toeristen(vallen) en opstaan" staat. Boek nog verkrijgbaar bij mij.

1 opmerking: