“The Sky is the Limit?”
(een
reisverhaal vol hemelbestormende verwondering, verbazing, verbijstering
en vragen, veel vragen…)
Dubai? Abu Dhabi? Nee, die staan niet op mijn bucketlist. Maar aan
die prijs? Klasse hotels, spectaculaire bezienswaardigheden, excursies, vluchten
en transfers inbegrepen, nog nooit in deze hoek van de wereld geweest, een
weekje? We doen het!
Donderdag
Natuurlijk heeft een goedkope reisdeal geen ideale vluchturen. Zo
komt het dat we ’s ochtends al
aanzetten naar Zaventem en via Istanboel met
Turkish Airlines (best prima) pas om 3.00 uur ’s nachts in ons hotel toekomen
(GMT+3). We blijken een groepje van 16 te zijn. Onze Nederlandstalige gids heet
Güven, een Turk geboren in Genk. En hij maakt meteen het verschil door niet alleen
info en feiten te vertellen maar vooral duiding om het leven en handelen in de
Emiraten te vatten.
Want dit is een samenleving met een economie en een visie die heel ver van de onze ligt. Marhaba! (welkom). We logeren in het Grand Millennium Al Wahda*****luxe (34 verdiepingen met een roofzwembad, 844 kamers).
Vrijdag
Abu Dhabi
betekent letterlijk ‘Vader van de Gazelle’. Het is het grootste emiraat en
bijna alle olie in de VAE komt van boorplatforms buiten hun kusten. Op de
briefing van onze gids om 11.00 uur blijkt dat allerlei topmomenten niet in de
excursies zijn inbegrepen, zoals de Dubai Dhow Dinner Cruise in Dubai, het
bestijgen van de hoogste toren ter wereld, een bezoek met cocktails aan het
duurste hotel ter wereld. Maar iedereen boekt deze tours erbij, want hier zijn
en dit niet meemaken, lijkt geen optie.
Op de middag vertrekken we naar het Yas eiland. We rijden door
zandvlaktes, langs bouwwerven, bruggen, kaalte, maar toch even langs
uitgestrekte mangroves tussen al dat zand. Op Yas ligt het hypermoderne formule
1-circuit Yas Marina waar binnen enkele weken de Grote Prijs Abu Dhabi wordt
gereden op een 5,5 km lange piste. Er staat een prachtig state-of-the-art
hotel, de Yas Viceroy met een zwevend dak vol lichtdioden en 12 restaurants,
gebouwd over de racebaan heen, zodat je vanuit je hotelsuite de wedstrijd kan
volgen.
Het is 33°, maar aangenaam, toch is een boottochtje vanuit de
Yacht Marina welkom. Dan rijden we naar het Ferrari World Pretpark met zijn
200 000 m² grote rode dak. Het bevat o.m. de snelste achtbaan ter wereld
(van 0 tot 217 km/uur in 2,5 seconden, liefhebbers?) de G-Force attractie en
uiteraard allerlei Ferrarimodellen. Het complex zit vervat in een grote
shopping mall met overal leuke bijzonder versierde auto’s.
Malls zijn hier de bruisende
ontmoetingsplaatsen, koel, vol drink-, hap- en eetgelegenheden en winkels
natuurlijk. Opmerkelijk, overal zijn hier de top- en luxemerken hardnekkig
aanwezig met soms duizelingwekkende producten (en prijzen)… En ze zitten vol
attracties. In de Mall of the Emirates b.v. kan je schaatsen, zelfs skiën.
Terugkerend zien we in de verte op het opgespoten eiland Saadiyat de
site waar binnen vijf dagen Macron het Louvre opent. Het bouwwerk, met een soort zwevende koepel, heeft een kostprijs van 108
miljoen euro. 525 miljoen Amerikaanse dollar werd betaald voor het gebruik van
de naam ‘Louvre’ alleen al en 747 miljoen dollar voor kunstleningen en speciale
tentoonstellingen. Ook Frank Gehry is bezig aan een nieuw Guggenheim. Je kan dus stellen dat Abu Dhabi inzet op
cultuur en sport en Dubai eerder op (spektakel)architectuur.
We gaan naar de Sheikh Zayed Grand Mosque, een van de
betoverendste en grootste moskeeën in de wereld. Sneeuwwit en vol glanzende en
glorieuze koepels en minaretten met binnenin een 5 600 m² groot tapijt door
1 200 vrouwen met de hand geknoopt, kroonluchters van 10 op 15 m met meer
dan een miljoen kristallen, daarmee de grootste Swarovski luchter ter wereld,
prachtige muur- en pilaardecoraties en sierlijk ingelegd vloeren.
Hilariteit als de dames een bedekkende soort djellaba of kaftan
met kap moeten aandoen. Ook de mannen moeten broeken tot onder de knie dragen
en, moeilijk voor ons, handje in handje of affectie tonen mag niet, maar hier
en daar zie ik zondaars. Iedereen moet door sluisgebouwen met een metaal- en
bagagedetector net zoals op een vliegveld. En ook de schoenen moeten uit. Maar
het bezoek laat een overweldigend sprookjesachtige indruk na van pure
schoonheid en het loopt er barstensvol bezoekers uit de hele wereld.
De Islam is de staatsgodsdienst maar toch
(zeker in Dubai) vrij tolerant met b.v. toch zeven vrouwen in een regering van
29.
Terug in het hotel hebben we een uurtje om ons op te frissen en
langs de Corniche rijden we naar het Emirates Palace Hotel, waar staatshoofden en superrijken logeren. Een van de beste hotels ter wereld, pure 1 000 en 1 nacht vol goud en klatergoud, met een prachtige ingang en praaloprit omzoomd met fonteinen en palmen..
Elk stukje groen is hier aangevoerd.
Het ligt recht tegenover de Etihad Towers met een restaurant op de 63
ste
verdieping en een 360° view. Niks bijzonders … in de Taratoren draait het
restaurant op 126 m. zelfs rond. In de verte zien we de residentie van de opper-emir
en dan wacht ons een dinner cruise op een Shuya yacht in de Perzische Golf met
de skyline van Abu Dhabi als hoofdacteur.
Bij het buffet hoort water en fris want in de Emiraten is alcohol strikt verboden, al is er hier en daar wel
een uitweg. Sommige hotelbars en een uitzonderlijke pub. Ook hier kan wijn
besteld worden, al is deze extra wel schromelijk duur.
Terug naar het hotel snakken we naar een biertje. Dus gaan er zes van
ons letterlijk ondergronds want, o geluk, naast het hotel is deep down zo’n
echte, wat Engelse, kroeg met op allerlei schermen voetbal, baseball en acht
bieren op het vat, waaronder Stella en Hoegaarden. Prijzig maar een verlossing
na een hete, drukke dag. En dan hebben we zoveel nog niet gezien. Het Valken-hospitaal
(de valk is het symbooldier hier) de
oasestad Al Ain, de Heritage Village, kamelenraces…
ZATERDAG
We gaan al weer vroeg op weg naart het multiculturele Dubai, met
zijn 680 hotels, zo’n twee uurtjes rijden. We passeren de site waar in 2020 de
wereldexpo zal plaatsvinden. Ook hier worden duizelingwekkende infrastructuren
uit de grond gestampt en de records en getallen slaan ons weer om de oren. Er
worden 30 miljoen bezoekers verwacht. Het thema is “Future”. Kijk eens aan…
Onze drink- en plaspauze gebeurt op een originele stopplaats met
allerlei kleurige en aangeklede foodtrucks en met overal oldtimers. Helemaal de
sfeer van de 50’s, route 66 en andere Americana. Je kan er de heerlijkste,
verse fruitsapcombinaties, smoothies en allerlei wereldkeukenhapjes bekomen. Even
een andere sfeer toch.
Wij rijden verder en zien uit het kale woestijngebied Dubai
opduiken. De autostrade wordt breder en breder (soms tot acht rijvakken!). Het
verkeer wordt steeds drukker (de files
hier duren in het spitsuur twee tot drie uur, elke dag). Tja, met zo’n
benzineprijs… Al is er ook een metro (een half miljoen mensen per dag). Opeens zitten we tussen de wolkenkrabbers.
We zien o.m. een gebouw in de vorm van de Big Ben, later een design frame als
een moderne triomfboog, een cirkelvormig gebouw uitgewerkt volgens de principes
van de gulden snede, de schuine Capital Gate en de ‘verdraaide’ Infinity toren.
De ene al fraaier dan de andere.
Tussen die ontelbare wolkenkrabbers, soms in de gekste vormgeving,
belanden we in de enorme Dubai Mall (met 1 621 winkels, kostprijs 20 biljoen
dollar, slik) in de wijk Business Bay. Daar staat ook de Burj Khalifa, de
hoogste toren ter wereld, en vol architecturale hoogstandjes.
Dubai is het rijk van de creatieve
ingenieurs en bouwpromotors en elk gek idee word na verificatie volledig ondersteund
door de staat.
Mening van een
medereiziger: “Dit geeft ons een beeld wat er in dit deel van de wereld
allemaal aan het gebeuren is. De boot van nieuwe ontwikkelingen en technische
evolutie is hier duidelijk vertrokken, mede door de korte beslissingslijnen,
een boot die we in Europa en zeker in België riskeren te missen door onze
regelgeving en besluiteloosheid”.
Deze mall is een mega-infrastructuur over diverse verdiepingen vol
attracties zoals een reuze-aquarium, een waterval met beelden van duikers, best
mooi, enz… De indrukken houden niet op. En overal blingbling en de shops die me
zeggen: Dubai.
Do.Buy. We gaan dirhams
afhalen om straks iets te eten. Er staan wel twaalf pinautomaten naast elkaar,
ATM’en als een soort ademhalen.
Allerlei mensensoorten lopen door elkaar, met het meest in het oog
springend, de Emirati zelf. Mannen in hagelwitte tunieken en hoofddoek met
zwarte band en supergetrimde baarden, de dames perfect koket opgemaakt op hoge
hakken en vol gracieuze elegantie behangen met de mooiste juwelen en duurste
handtassen over hun hidjab. Wat hier allemaal aan luxe te koop wordt aangeboden,
tart de verbeelding.
En dan komen we buiten. Op de terrassen rond een grote vijver
staan we voor de Burj Khalifa, 828 m. Nekpijnhoog. We mengen ons in de drukte
en eten een kleinigheidje, Anatolia Soujouk en Barba Ganoush. Een echte lokale
keuken bestaat hier niet, wel humus in alle soorten, dadels en vijgen en het
leunt aan bij de Turkse keuken met veel vlees.
Vegetariërs komen aan hun trekken, maar hier is duidelijk nog een lange
weg te gaan. Ik die altijd mij onbekende dingen wil proberen, drink een
gefermenteerd pikant zwart wortelsapje, maar dat zou ik me na een paar uur
ernstig beklagen. Terwijl we eten wordt er een show van de dansende fonteinen
opgevoerd (er zijn er 12 verschillende) maar we zullen morgenavond bij valavond
met een lichtspektakel erbij, er nog meer van genieten.
We rijden naar de old town Bastakiya en bezoeken er het Heritage
House. Een best mooi vormgegeven belevenismuseum met scenische tableaus en
uitleg over hoe de Bedoeïenen leefden, de woestijn, de tentenbehuizing, de
parelhandelaars, de kameel en de flora en fauna. Helaas krijg ik opeens een
vreselijke diarree-aanval. Net op tijd maar een (sorry) spetterend gebeuren. Twee
uur lang voel ik me ongemakkelijk en moet nog enkele keren, maar dan is het
over. ‘Incident de parcours’ met tak en
wortel
uitgeroeid.
Dan wandelen we door de Soeks.
Het doet deugd om na die beklemmende artificiële wereld, deze wijk met zijn
nauwe straatjes vol kraampjes en kleine winkeltjes en een stuk authenticiteit
en “folklore” te beleven zoals we die kennen van de medina’s en de bazars in
Noord-Afrika en het Midden-Oosten. Kortom,
even afkicken en een tegengewicht na de hoogmis van het groot-kapitalisme.
We stappen op een primitieve abra boot (kost 1 Dirham) en varen op
de Creek kanalen (hier liggen de roots van Dubai, ooit een bescheiden
vissersdorp) tussen allerlei houten en oude abra’s naar een verdere overkant.
Een heerlijk moment dat me wat aan de sfeer van de Mekongrivier doet denken.
Vandaar naar hotel Time Grand Plaza, bagage uitladen, even plonsen
in het zwembad op het dak en ons klaarmaken voor een nieuwe uitstap. Een
biertje is een expeditie, maar ik doe een vluggertje en vind een hotel met weer
zo’n grote donkere sportbar en tientallen schermen, snookertafels en vele
bieren op het vat. De eigenaar vertelt me dat Hoegaarden hier het populairste
gerstenat is.
Avonduitstap naar de Dubai Marina om vanaf Pier 7 op een Dhow (een
traditionele Arabische boot) te dineren omheen de panoramische skyline en letterlijk
tussen de fabelachtige
wolkenkrabbers varend naar zee o.m. langsheen het
befaamde, kunstmatig aangelegde beroemde Palmeiland. De ontvangst is met rode
loper, mooi gedekte tafels en ja, het wordt een onvergetelijke belevenis.
Marijke, Veronique, Piet en Annick (uit Maldegem) zijn opnieuw onze
tafelgenoten. Marijke: “Ik loop precies in een film rond”. Klopt, het is
verrukkelijk indrukwekkend en betoverend. De city lights, de warme avond, die
unieke, hoge steeds bijzondere, fraaie torens … wat een avond!
ZONDAG
Güven is onverbiddelijk. We gaan al weer vroeg terug naar het
centrum. Nou ja, de kruising van autostrades met al zijn road interchanges, omgeven door hoogbouw is niet bepaald een
“centrum”.
Onze eerste stop is de Burj Al Arab, zowat het symbool van Dubai,
in de tijd net klaar voor het jaar 2000. We passeren de luchthaven en er wordt
al volop een tweede gebouwd, beiden vlakbij het centrum (hallo
Zaventemproblemen?).
Alles
begon hier met petroleum, vandaar de rijkdom. 88% van de bevolking (op 2,5 miljoen inwoners).
Zijn buitenlanders, vooral Indiërs, Pakistani en Filipino’s, die als (relatief)
goedkope arbeidskrachten (expats) werken in door hen zelf gekozen
omstandigheden. Waaronder vooral bouwvakkers. Of bijzondere jobs zoals
ruitenwassers, meestal, bijna voorspelbaar… Nepalezen. Maar goed. Het hoeft
geen betoog dat de bouwsector hier industrietak nr. 1 is. Waar 40 jaar terug
enkel woestijn was, vallen deze bouwresultaten niet te schatten. Maar olie is
eindig, vandaar dat de Emirati zich volledig gooien op investeringen, waarbij
zij al tientallen jaren voorliggen op ons. Er bestaat ook geen misdaad of
verwaarloosbaar en het is proper. Zie ook Singapore. Maar het is simpel. Wie
kritiek heeft, protesteert of tegenwerkt, die wordt het land uitgezet en komt
nooit meer terug. Emirati zelf zijn “met een pensioen geboren”, hoeven niks
meer te doen en zijn in alles bevoorrecht.
Sheik Moh Bin Rashid in ’95: “I am a leader and I have visions, I watch,
I read faces, I take visions and move full throttle”.
Zelfs tegen de enorme
energieverspilling staan stilaan ook gevorderde ecologische oplossingen zoals
Masdar van Sir Norman Foster. Maar het houdt niet op. Projecten op komst: een
“palmeiland (eigenlijk archipel) in de vorm van de wereldkaart “The World” en
nog twee palmeilanden.
De Durj Al Arab met zijn iconische vormgeving als een zeilschip is
een tophotel 5+2=7 sterren, de Sky View Bar, het heliplatform, het duurste hotel
ter wereld. Sommige suites kosten 30 000 euro per nacht! Ze claimen er ook dat
elk artikel op de wereld bij wens kan gevlogen en geleverd worden binnen de 12
uur. Dus alle gekke grilletjes zijn hier bevredigbaar.
We nemen foto’s van Jumeira Beach (+- 3km) strand. Het is echt
heet nu. 34 graden, en ze zeggen dat het
hier in de zomer tot 60 graden kan oplopen. Dan is buitenkomen onleefbaar en ik
denk aan de energiefactuur alleen al van alle airco hier.
We passeren nog zo’n superhotel, de Jumeira Al Qasr. Buiten staan beelden
van gouden, dartelende paarden. Dan doemt
het
fameuze eiland Dubai Palm op, dat een heel andere dimensie geeft aan het woord ‘palmeiland’.
Volledig opgespoten en een huzarenstukje dat onze Belgische baggeraars DEME en
Jan De Nul geen windeieren heeft gelegd. Het is nog groter dan ik dacht,
maar een echt goed “overzicht” is moeilijk te vinden. We gaan in het begin
zelfs een tunnel in om helemaal op het einde (5 km in zee) vlakbij het
dominerende prachtige hotel Atlantis weer boven te komen. Uiteindelijk gaan we
ook dit indrukwekkende complex bezoeken. Een van de attracties hier is weer het
enorme aquarium “Lost Chambers” vol tropische kleurrijke vissen van alle
soorten en scenografische setting. Je mag er zelfs in snorkelen of duiken.
Terug in het hotel is er oef, eindelijk wat tijd. Ik ga wat zonnen
en zwemmen. Een biertje of alcohol kan weer niet, wat een standing joke wordt.
Marijke: “Straks ga ik nog raar beginnen doen”.
De sfeer in ons groepje Vlamingen is bijzonder aangenaam en iedereen
praat met iedereen. Vanavond gaat iedereen zich op zijn “chicst” kleden want we
zullen eindigen in de Sky Lounge van het Burj Al Arab tijdens onze Dubay by
Night. We krijgen daar dan twee cocktails (eentje van het huis en een naar
keus) maar er heerst dus een strikte dress code. Wat wil je voor het duurste
hotel ter wereld (7 sterren)?
Nu eerst terug naar de Dubai Mall waar we een plaatsje bemachtigen
in het Jones Café, met het beste uitzicht op de dansende fonteinen onder de Burj
Khalifa. We bestellen eten en water en genieten drie maal van een show (1 op ‘Con
Te Partiro’, 1 op ‘Skyfall’ en 1 op ‘iets Oosters’). De oh’s en ah’s zijn niet
van de lucht. Er wordt gefotografeerd en gevideoot bij het leven. Er is een
massa volk en de hele setting is betoverend terwijl het donker wordt en natuurlijk
die imponerende hoogste toren.
Tijd om het te bestijgen. Daar komt een enorme organisatie bij
kijken met veel people traffic control, identiteits- en bagagechecks, een lang
parcours om dan aan te schuiven bij eén van de liften die in nauwelijks een minuut,
met op alle wanden audiovisueel spektakel, ons naar de 125ste
verdieping (er zijn er 163) brengt. Alles wat we zien over de bouw en de
consequenties van dit gebouw is duizelingwekkend, alsook het zicht over Dubai
by night van zo hoog. Weer een WAW-belevenis.
De Durj
Khalifa: 10 000 mensen wonen er, er zijn 54 liften (de snelste 65km/u) het
heeft een verbruik van één miljoen water (cf. een kleine stad bij ons) 100 00
ton koelvloeistof per uur, 22 miljoen werkuren, 300 000m³ beton.
Onder de indruk gaan we op de bus naar die andere Burj, de Burj Al
Arab. Het interieur is verpletterend, wat een ervaring, overal goud, marmer en
versmachtende rijkdom dat ons van de sokken blaast.
Ik hoor dat de ‘goudsoek’ in Dubai 400 winkels telt. Sippend aan
een cocktail in de Sky Lounge verkijken we ons op de rijken der aarde want wij,
gewone stervelingen kunnen hier normaal niet komen en deze exclusiviteit werd
enkel door onze lokale DMC bekomen (allicht tegen een serieuze prijs). En dan buiten
staan de Rolls Royces en andere Bentleys.
Wat
je hier aan dure wagens bijeen ziet, tart de verbeelding. Bepaalde wagens
kosten tot een miljoen en een nummerplaat met een cijfer binnen de 20 zelfs nog
een veelvoud daarvan. Prestige, prestige, indruk maken, dat is waar het hier om
draait. Geld. Kapitaal. Rijkdom.
Na de olie
wordt nu ingezet op investeringen. Wie kent van Dubai (de grootte van Oost en
West-Vlaanderen?) niet Fly Emirates en de voetbalploegen in hun handen of als
hoofdsponsor: Real Madrid, AC Milan, PSG, Arsenal. En van Abu Dhabi, de airline
Etihad en de voetbalploegen Manchester City en New York City FC.
Pompaf duiken we na middernacht in ons bed. Morgen de laatste twee
dagen relax. Eindelijk.
MAANDAG
Op het programma een rondje product demo’s die we moeten
doorbijten, maar voor zo’n excursie wel de prijs helpen drukken. Een
superprofessionele tapijtendemonstratie met werkstukken vol ongelofelijke
kunstige patronen. Leerrijk maar wie wil nog een tapijt? Dan edelstenen en
sieraden. Ik doe er mijn vrouwtje schitterende oorringen cadeau maar mijn
portefeuille kreunt. Dan prachtige lederwaren (van lam, kalf, schaap)
voornamelijk jassen. Weer superprofessionele verkopers waartegen je weerwerk
moet bieden.
Met onze bus rijden we door het Emiraat Sharjah, een erg
moslimgerichte cultuur zichtbaar in de ontelbare overal opdoemende moskeetjes.
Veel eenvoudiger en zowat het verblijf van de gewone man die de dure
appartementen in Dubai niet kan betalen en er per auto elke dag gaat werken (en
in de file staat). Hier moet je niet
roepen als oplossing “iedereen op de fiets”, ik heb er de hele trip maar twee
gezien. Toch een weeffout. Je kan het een verdienste noemen om vanuit het niets
en in een pure droge woestijn in 40 jaar tijd deze duizelingwekkende steden en
infrastructuren te bouwen, maar hier werd niet aan gedacht. Toch lossen ze alle
problemen op, denk aan watervoorziening, staal- en betonproductie en alles,
maar dan ook alles, moet hier ingevoerd worden! En denk alleen al wat het
betekent om op zo’n losse zandgrond vreselijk diepe funderingen te moeten
gieten.
Dan komen we in het Emiraat Ajman waar ons een luxeresort wacht,
de Fairmont Ajman. Moderne elegantie, vijf verschillende restaurants, twee
cafés waar je ook enorme waterpijpen kan roken en je eigen rookmengsel
samenstellen. Het ontbijtbuffet is een eindeloze orgie van specialiteiten en
zowat alles dat gegeten wordt qua ontbijt in de hele wereld, met show cooking
stations Aziatisch, Arabisch, Japans en noem maar op……
Omdat ik goed bekend ben met de geplogenheden van de reisindustrie en mijn weg ken na een leven in het internationaal toerisme, was ik
er in geslaagd een upgrade te bekomen voor een kamer met zeezicht.
Terwijl iedereen al lang ingecheckt was, blijkt die van ons nog
niet klaar, een uur later zelfs nog geen ander alternatief. Teneinde raad
besluit het management ons een upgrade van de upgrade te geven. Dit resulteert
in een stateroom met frontaal zeezicht, luxe canapés en een balkon met buiten
eettafel voor zes een living met zithoek voor tien personen, nog een eettafel
voor zes, twee toiletten, een mooie slaapkamer met nog eens een balkon met
zeezicht en een grote jacuzzi, inloopdouche en twee prachtige wastafels en
uiteraard overal de nodige voorzieningen. Niet dat dit zo belangrijk is. We
zijn hier ook maar twee nachtjes, maar een kers op de taart, ’t zal wel zijn.
We lunchen bij het zwembad met bar, waar je ook in het zwembad aan
de toog kan zitten en vallen prompt nadien in een lange siëstaslaap. Nadien
gaan we heerlijk buiten aperitieven, om dan in resto Kiyi in Ottomaanse sfeer een
Turks maal te verorberen dat we niet eens voor de helft op kunnen.
DINSDAG
De faciliteiten, diverse bars, zwembad en zon vormen de
ingrediënten van een dag uitrusten en genieten. Hoewel de meeste anderen nog
een jeepsafari doen. Maar dat deed ik al ooit, maar dan wel zonder het met lege
banden surfen over de duinen… Mijn rug lijkt opgelucht.
WOENSDAG/
DONDERDAG
Vanavond vertrekt onze vlucht pas na 01u30. Tegen de middag moeten
we uitchecken, al stelt het hotel tot ’s avonds nog wat accommodatiefaciliteiten
ter beschikking. Van reception girl Fiona, een iconisch “Chinees” poppemieke,
kunnen we voor een prijsje bekomen dat we tot 18 uur in de kamer mogen blijven.
Dat komt goed uit. Mijn rug moet horizontaal dringend recupereren als ik een
nacht rechtop zittend zal moeten vliegen.
Na twee en een halfuur bereiken we de luchthaven. Het wordt een nacht met obligaat
aanschuiven en allerlei controles, wachten en als we rond 2u30 in de lucht
zijn, wil iedereen slapen. Maar komen ze rond met eten, tja. Rond 6 uur zijn we
in Istanboel Atatürk en rond 11 uur in Zaventem waar het shuttlebusje ons naar
de goedkope veraf-parking brengt.
EPILOOG
Dat deze reisbestemming verbijstert, dat begrijpt u. En de vragen?
Ja die vragen. Die hebt u allicht…
En dan nog
dit. Mijn dank gaat naar een supergids. Güven was een reisbegeleider, attent,
beschikbaar, vriendelijk, informatief, maar dat zou normaal moeten zijn. Een
enthousiaste verhalenverteller, een infotainer die je op sleeptouw neemt en het
verhaal achter de feiten kan duiden, dat is van onschatbare meerwaarde!
©WimVanBesien 2017, dit artikel is auteursrechterlijk en
intellectueel beschermd.
Meer foto’s van deze reis op
Flickr