zaterdag 9 november 2013

‘n Avondje Antwerpen


Allerheiligenweekend. Ik ben in Antwerpen voor een combine van werk en ontspanning. Dat laatste bestaat vooral uit een Wanneske doen (in de straten verdwalen).
Nadien ga ik aperitieven en een kleinigheidje eten. Maar waar? Al die fastfoodketens. Wat prijs ik me als Bruggeling gelukkig. We hebben nog steeds een centrum zonder een McDonalds.

Maar waarom zit er zo’n verschil op drankprijzen soms? Bij Café Tante Lies betaal je 2,90€ voor een Duvel “triple hop of gewoon, menier?”. Het toilet met witte tegels en een stokoud urinoir met klassieke reuksteen voelt bijna aan als een verlossing. De weekenddrukte passeert druilerig op mijn netvlies. Waarom zijn op feestdagen, net dan, zovele musea dicht? Dit overkwam me nu al zoveel keer.
Ik hoor de Nederlanders naast me zeggen: “Lekker dat vies potje”. Que? Blijken ze een vispannetje te eten. Er zijn verdorie in het weekend meer Nederlanders dan autoch- en allochtonen samen in de scheldestad. In een collectieve verbijsteringkramp “waarom is de stad dicht, mijnheer?” (het is 1 november).

Adolescenten van vooral vreemde komaf flaneren voorbij in een bestudeerd ritme en met kapsels waarover is nagedacht en hard aan gewerkt. De juiste gescheurde jeans, de oogopslag, niet echt macho meer maar duidelijk vele oefeningen voor de badkamerspiegel om cool  te ogen: een soort macho-understatementlook.
2 Oost-Europees uitziende mannen vragen mij in gebrekkig Duits:” Wo sind die Mädchen strassen?” Eerst begrijp ik niet wat ze bedoelen, dan wel. Het Schipperskwartier natuurlijk. Altijd rechtdoor en vraag het dan nog eens, grinnikt het slecht karakter in mij. De “Duitsers” klampen meteen een andere man aan.

Ander terrasje. Druk. Ik spreek een Aantwaaarpenaar aan over zijn leuke koffie verkeerd in 3 nette laagjes. Omdat ik algemeen Nederlands spreek, denk ie allicht dat ik nen Ollander ben. In minder dan 1 ongevraagde minuut krijg ik de volgende onstuitbare boodschap mee: “Vroeger was alles beter. Nu zijn we nog alleen goed om belastingen te betalen voor de vreemdelingen. En die betalen geen belastingen. Ons land gaat failliet”. End of message.
De avond maakt zich op voor het nachtleven. “Oh, my Goooood!” Op mijn terras stormt een blonde del met een dik Russisch accent vol rollende rrr’en en roken, roken… naar buiten. Skinny jeans, megapumps. Ik vang op: “he’s fucking man … No, no, sushi is fuck….. Looking for a job, hey, it’s normal”. Tegen een licht geagiteerde man met zijn ogen constant op haar borsthoogte: “Hey? I am a grandma, you know that?.... You fucking Egyptian man…. Why you not speak good language. Speak language!” Gevolgd door een enorme sigarettendamp. Dan gaan ze samen weg, drukdoend. Om 3 minuten later terug te keren. Ik informeer me. Straks wordt hier al gedanst, de beats gaan al luider. Allerlei nationaliteiten. Stevige veertigers met een willetje. Geen Marokkanen, valt me op….

Een peroxide witharige vamp met loodzware borsten gecorrigeerd door een ruguitsparing met lintjes, rode jeans met Robin Hoodbotjes met luipaardmotief parkeert haar derrière frontaal voor mij. Ik hoor een mengelmoes van talen. Het is nog maar 8 uur maar daar is Billie Jean al. Allen even vlug naar binnen en dan weer massaal buiten roken, tetteren. Veel vrouwen dragen het soort oorringen die me doen denken aan een combinatie van een bomma, een del en … een taart ( van het Engelse tarty dan).
Ik praat met de jonge dienster van Mexicaanse afkomst, zij over de verloedering van de Keyzerlei, geen groen mijnheer. Ik over de vele restaurants, bistro’s en eethuizen, waarop zij: “Ja, maar Antwerpen mist wel nog een Hardrockcafé”. Ik vraag uitleg over de Chinese boog in de straat naast het Astridhotel. Buiten dat er in die straat 2 Chinese eettentjes zijn, krijg ik geen fatsoenlijke uitleg.“We’re lost in Music” schalt naar buiten. Iedereen vlamt weer naar binnen. 4 minuten later sigaretten... De Russische: “Sorry, I go very slow.... I am not romantic..... She’s bad woman! He? Easy boy?”

Het is duidelijk. Vanavond speelt het leven zich niet af voor mijn haardvuur. Filmscriptschrijvers aller landen, ik ken een inspirational environment en denk dus in some kind of movie te zitten. In de toiletten word ik overenthousiast begroet door een stevige leeftijdsgenote met kort ros haar. Help! Maar het blijkt de eigenaarster te zijn die handdoeken vervangt. Wat 2 uurtjes “de avonturen van Wim in Antwerpen” met een mens kan doen.
Ik ben duidelijk niet meer van deze wereld. In de Taj Mahal ben ik gecharmeerd door de gaten in het tafelkleed. Het eeuwenoud vast tapijt, very seventies, leidt naar een onooglijk toilet waar niemand in past en 2 mensen elkaar niet kunnen kruisen, een kronkeltrap met theelichtjes. De menu smaakt naar de reden waarom ik het koos: cheap. 3 Scandinaviërs aan het tafeltje naast me vragen de Indiër: “You have dark beer? Yes? O.K. 3 Duvel!” Ik vind het geweldig. Eens buiten is het nachtleven volop staring in the face. Woekerend. Ik bedenk snel welke BBC-detective er speelt op de VRT en haast me naar mijn hotelkamer. Ja, ik ben een watje. Maar de volgende dag zou ik vlakbij heerlijke biertempels, leuke kroegen, fijne bistro’s en een open museum ontdekken…