Reis met cruise van
Bali naar Singapore 11-26/02/20132
Voorwoord:
op vraag van sommigen die best wel een volledig
reisverslag wensten, maar mijn invalshoek indachtig (beschouwingen, bedenkingen
over de tourist trade, Indonesië, luxecruising in deze tijd en leuke details
die me opvielen…) zal dit een eerder lang stuk worden. Ook reflecteer ik over
de luxecruises in het licht van mijn verleden als cruise director. Wie mijn
boek “Toeristenvallen
en –opstaan” las, kan dit stuk een beetje als een opvolger ervan
beschouwen.
Inleiding: Na
meer dan 20 jaar ga ik terug op cruise, ditmaal als passagier. Ik stopte
destijds op een vijfsterrenplus schip van Cunard als Cruise Director (vanwege
oncombineerbaar met mijn vers huwelijk). We besluiten het dan ook maar meteen
in stijl te doen en gaan voor het beste van het beste. Het wordt Silversea ******, de awardwinning top
company in het luxesegment (video). Want
we realiseren ons ook dat als ik de werkgerelateerde reizen van die tijd en
reizen met een dochter wegdenk, Nella en ik eigenlijk nooit op huwelijksreis
waren met z’n twee alleen. Dus noemen we het maar “onze honeymoon”… De tickets
arriveren in een mooie zilveren doos met een prachtige lederen tas met daarin
alle documenten inclusief grote lederen bagagelabels.
Escape to Bali.
We vertrekken 3 dagen vroeger, de vlucht is veel goedkoper dan en met het gewonnen geld
verblijven we zowat gratis in Bali. We kiezen opnieuw voor het heerlijke Sanur, maar in het bescheidener hotel
Parigati vlak naast het spectaculair-prachtige Bali Hyatt waar we een paar jaar
terug waren. Omdat we eigenlijk al alle hoogtepunten op Bali bezochten toen we daar
2 weken waren, concentreren we ons op puur, rustig genieten.
Met de HST naar Düsseldorf waar we met KLM rond 18.40 uur via
Amsterdam en met stop in Singapore naar Denpasar vliegen. Het begint goed. We
zijn nog maar net vertrokken en de paus besluit af te treden. De luchthaven van
Düsseldorf is vrij nieuw en duidelijk “op de groei gekocht” maar steriel. Tijdens
de nachtvlucht bekijk ik films. Ik zie eindelijk het sterke “Jagten” van
Vinterberg, “Lincoln” (m.i. overroepen) en de biografiefilm over Hitchcock. Wel
ellendig weinig hellende zetels voor een 16 en 1/2 uur durende vlucht.
Als we de warmte op ons voelen vallen en een taxi ons naar
het schattige Parigata voert, voelen we ons meteen exotisch gelukkig en de mooie
herinneringen overvallen ons in elk detail. Ik maak korte metten met de
visumaanschaf en het taxiopbod want ik weet perfect de juiste prijs (internet!).
De receptioniste begroet me met een brede glimlach “Welcome Mister Wiiim!” en een
fruitpunch. Het is 21.30 uur, snel eten dus. Overal is er free wifi en na een
laat lokaal maal om de hoek, skypen we (tijdsverschil 7 uur) met onze dochter Tanya
op Erasmus in Lugano, Zwitserland, die het goed blijkt te stellen.
De volgende ochtend meteen vroeg op. Eerst de zon zien
opkomen. We zitten de hele reis dicht bij de evenaar, dus zon op rond zowat 6.20
en onder om 18.25 uur. Dan zo snel mogelijk het frisse zwembad in, eigenlijk een
lauwwarm bouillonnetje, waar ik tussen de waterstraalspuwende watergeesten en
de onvermijdelijke waterval – het regent! - dol als een kind. Het ontbijt.
Sober qua keuze. Toch weer mensen die hun borden kunstig opladen. Zwelg-art. Dan
snel gaan ATM’n en Rupiahs kopen. Dankzij mijn app converter is het snel
omgezet want 1€ is ongeveer 12 657 Rupiahs (IDR). Anders constant rekenwerk. We
namen ons voor als eerste activiteit naar Gina te gaan die aan het strand
stevige bodymassages verschaft à 4€ voor een uur. Een en ander lijkt al veranderd
maar we vinden haar nog en laten ons door haar medewerksters kneden onder airco
maar met de geur van de zee. Dan ga ik meteen naar mijn geliefd simpel strandbartje
maar de toenmalige meisjes zijn er niet meer en het werd overgenomen door een
wat excentriek uitziend maar sympathiek koppel uit … Nieuwpoort!
Ze gaven zichzelf 2 jaar om te slagen hier en offerden
daarvoor 3 horecazaken op. Een administratieve jungle, ploeteren door de lokale
gewoonten, ‘afdrachten’ en in een mum Balinees geleerd. En je moet maken dat je
goed staat met de lokale gemeenschap, de Banjar, want die bepaalt alles Bij neen, kan je het vergeten. Snel volledig
geïntegreerd werk geven aan een pak personeel waarmee je niet met Vlaamse managementprincipes
moet afkomen, faut le faire. Maar kijk wat ik ervoor terug krijg, zegt Frederiek,
en hij wijst naar de kleurrijke omgeving, de zee, de weelderige plantengroei en
het klimaat. De mensen op Bali zijn ook erg vriendelijk en relatief weinig
opdringerig vergeleken bij elders in de wereld. Dat komt o.m. vanwege de hoge
aanwezigheid van Hindoes die constant kleine bloemen, planten, vruchten en
wierookoffertjes brengen op hun duizenden altaartjes, naast een tolerantie met
diverse ander godsdiensten. Indonesiëkenners waarschuwden ons: op de andere eilanden
is het overwegend moslim en de gedragsverandering is idem dito…
Ik slurp aan de Bintangbiertjes (bintang = ster, hun Stella
dus) die erin gaan als water en trouwens meer kosten dan mijn heerlijke veggie
curry die ik extra spicy bestelde (3€). Alle Belgische vuiligheid ga ik uit
mijn lijf branden, nè! Even een groot onderhoud voor mijn eco-systeem.
We plukken verder de dag. Wandelen langs de zee in een verzengende
hitte om te siësten in onze koele kamer. Jetlag overwinnen is ont-jet-liggen. Winter
ontvluchten direct smeken om airco. Helaas reisregel nr. 568 treedt in werking.
Bel s’ ochtends de receptie als iets stuk is, zeg dat er geen haast bij is en
je de hele lange voormiddag niet op de kamer bent, dan komen ze… juist. Ik
constateer verder dat ondanks jaren ervaring en het benutten van alle
voorbehoedsmiddelen hij daar al weer is: Wim’s knalrode neus.
’s Avonds trekken we op shoppingavontuur want dochterlief moest perse een of ander
Chanelleke hebben die hier goedkoop zijn. Buiten het levendige, gezellige gedoe
langs de straatjes is dit voor mij een dieptepunt maar kom, de sfeer is
betoverend. We slaan om de minuut een vervoeraanbod af en ik moet lachen met de
“Tourist Office”. Gewoon een standje op straat met foldertjes allerlei erin,
meestal vlakbij een autoverhuurder. We zoeken het restaurantje waar we vroeger
een paar keer echt fijn aten. De setting is dezelfde, de food delicious maar
alles is meer verwestert en toeristischer met de gehate geplastificeerde
afbeeldingen van gerechten en een deurlokster. Ik heb ook niks met een Australiër
die op elektrische gitaar Creedence staat te kwelen. We willen beide de gamelanklanken
(orkest bestaande uit o.m. diverse soorten xylofonen) die zo mysterieus en
zenachtig rustgevend zijn. Maar we beseffen dat straks ook hier het authentieke
karakter zal oplossen in de grote globaliseringslokop. Het eten b.v. is helaas al
niet meer 100 % wat zij ooit kookten en
aanboden, maar wat zij denken dat wij denken dat zij zouden moeten klaarmaken en hoe wij het willen gepresenteerd zien. Doodjammer vind ik dat altijd.
En verwarrend ook: een biertje kost ergens 32 000 IDR, elders 32 000 IDR, jamaar
meneer + 12% governementtax en + 5% servicetax. Dan nog elders 32 000 + 21%
governementtax. Hoe zit dat hier? Ah, in het paradijs moet dat kunnen.
De volgende ochtend zwembad. Wat Michelinvrouwtjes lopen
rond geflankeerd door mannen met spruitendlang grijs borsthaar gedragen boven
een goed bedoeld punt. Ik spits de oren, hoor Deens, Frans, Australisch
(logisch, Bali is wat Tenerife is voor Europeanen) en red code alarm … Russen.
Hoewel deze hier blijkbaar alleen komen om te ‘wonen’ in het zwembad, zou ik
toch niet in Kuta willen zitten (badplaats Kuta is ook het lively
uitgaanscentrum van het eiland). En alle oudjes hier zitten in ligstoelen met
een iPad. Ook deze ouwe jongen.
Vrijheid is altijd en overal je eigen plekje hebben. Straks
op de cruise! Hier wordt echter strategisch gedacht. Stoel gescoord in de schaduw,
maar straks komt de zon. Beslommeringen. Vandaar de handdoekenboekhouding. In
het begin lijkt er een systeem achter te zitten. Elk paar badhanddoeken aan het
zwembad wordt per kamer opgeschreven. Waarna later op de dag niemand er nog
naar omkijkt en iedereen toch doet wat hij wil. Bali en tolerantie. Er is een
poolman die zogezegd toekijkt om alles volgens de regels te laten verlopen,
maar nooit iets zal zeggen, want als een klant over hem klaagt, is hij zijn job
kwijt. Maar waarvoor dient hij dan? Overal staat b.v.: neem eerst een douche.
Waarom ben ik altijd de enige die dat effectief doet?
Iedereen heeft hier een job, weliswaar slecht betaald, maar
de uitvoering ervan is op zijn zachtst dubieus. Zo zijn er overal bewakers.
Maar de zin ervan ontsnapt me soms. Bagageonderzoek en een metaaldetector aan
de hoofdingang van het Bali Hyatt zorgt voor een veiligheidsgevoelshowtje, maar
langs het strand kan iedereen over 400 meter ongehinderd het hotel recht
binnenwandelen. Als ik de barman wijs naar hun speciale Cocktails of the House,
er een “Sunset on Bali” uitpik, begint hij in paniek een soort handleiding te
zoeken, over en weer te rennen om raad, om 15 minuten later te vertellen dat
een bepaald ingrediënt er niet meer is. Schouderophalen. Maar leuke tropische
namen, dat wel. Niet platjes zoals in Albufeira (massatoeristspot Algarve):
cocktails met namen als Viagra, Orgasm
en ga maar door. Wel leuk op de barlijst: onder het hoofdstuk Scotch whisky
staat: Johnny Walker, J&B, Canadian and Irish Whisky (zonder eind-e). Maar
taalfouten zijn er overal: een meunière van vis mét een escalope, que? blijkt
escalope van vis te zijn natuurlijk.
We hebben een afspraak met Made Catra, onze privégids van toen.
Op de tweede dag gaat het schip naar Tanah Ampo in Oost-Bali. We bezochten in
die hoek al veel zoals het justitiepaleis in Klungklung (heerlijke
muurschilderijen) en het pre-hindoe zelfbedruipende dorp Tenganan, maar waren
nooit bij de Besikah moedertempel bij de vulkaan Agung geraakt. Vanaf Tanah
Ampo ware dat ideaal en Made ging ons een trip maken met een en ander dat we
nog niet voorheen zagen. Noteer daarbij dat excursies aan boord zeer duur zijn,
net omdat vele van dit soort passagiers absoluut niet geconfronteerd wil worden
met hassle and chaos en de beste probleemloze reisomstandigheden eisen. Maar da’s
niet mijn reisfilosofie. Helaas hadden we net voor de cruise een itinerary
change gekregen. Bleek dat er een kleine tsunami was geweest in Indonesië en de
jetty (aanlegsteiger) er was weggespoeld zodat er eenvoudig weg niet meer met
sloepen kan getenderd worden. Hetzelfde gold voor het vrij ontoegankelijke en
dus niet-toeristische Bangka island waar ik ontzettend naar uitkeek. Een
verloren groot zandstrand met Seychellenachtig grote ronde rotsen. Mja, er
heeft altijd al een Robinson Crusoë of Columbus in mij geleefd. Dit ware toch,
noem het, minimale compensatie. Ook al omdat dit een mooi contrast of
aanvulling was “in de balans” van de cruise. Na de drukke, hectische
miljoenenstad Jakkarta, wat rustig natuurschoon en eenvoudige prilheid. Helaas
ook daar was de aanlegsteiger dus washed away. Bedenking: ik moet dringend weer
eens het ‘weinig ontdekte’ ontdekken of een boomhut maken ;-). Boys wake up
call J.
Wat kan ik nog doen? Ook de mogelijkheid om te paragliden (in
het zuidelijk schiereiland) is er niet : foute westenwind. Allemaal jammer voor
Made die desperate is voor business. En klaagt. Maar baruitbater Frederiek zegt
me later “Er is wel een toeristenterugval en ’t is laagseizoen maar ze zijn
zoals de horeca aan onze kust, van zodra ze kunnen, klagen ze”. Belgische
nuchterheid. Ik bestel meteen een Bintangbier.
We gingen opnieuw voor een massage want voor de prijs kan je
niet sukkelen. Daarna vocht opnemen bij Komilfo, zo heet de tent van Frederiek
en Miyu. Ik neem er een cocktail met Bali rum en veel verse vruchtenmix. Het is
Valentijn vandaag en Frederiek neemt vanavond zijn personeel met hun liefjes
mee naar de McDonald’s. Daar zijn ze hier in de wolken van. Voor hen is dit zo
uitzonderlijk, zelfs al moeten ze een uur aanschuiven en bestellen ze gewoon
rijst met kip. De McDonald’s verpakkingen zullen een lang souvenirleven leiden
in hun huisjes. McDonald’s op Valentijn, het is eens iets anders.
Wijzelf worden geprikkeld om “iets” te doen. Honingmaan, Valentijn, een
romantische omgeving…. Ons hotel maakt reclame voor een Valentijndiner met
orkest en dans. Het menu is duidelijk stukken duurder dan elders, het ziet er slecht
georganiseerd uit, slingertjes en hartjes uit de kleuterklas, ze lijken zelf
nog niet alles goed te weten maar we zijn vlakbij onze kamer, ’t is de laatste
avond and what the hell… We zien wel… We eten een soort pompoensoep en gegrilde
vis. De avond met een Aziatisch eenmansorkest die in fonetische Engels klassieke
songs verkracht, lokte 4 koppels. Valentijn die tristesse uitstraalt. Maar we bekijken
het van de humorzijde. Jamaica Farewell van Harry Belafonte, dé Caraïbenhit op
Valentijn in Bali? Wanneer een koppel de tafel verlaat midden het menu loopt
een kelner er in paniek achteraan. Waar gaan jullie naartoe? “Wij gaan dansen,
meneer.”
The Silversea Experience. De volgende ochtend koop ik nog wat
mooie lekker zittende polootjes en zwembroeken. Het spel van afdingen. Kleine
percentjes, rijke ventjes en Nella in een onbarmhartige hoofdrol. Dan opweg
naar de haven Benoa en het
cruiseschip Silver Shadow. Supereffeciënte check-in,
flashing smiles en begroetingen en nadat er van ons snelle foto’s werden
gemaakt zal ik vanaf dan voor de rest van de cruise door iedereen die ertoe
doet in de sociale context constant begroet worden met “Good morning Mr. Wim”
of “Evening Mr. Vènbussien”, zelfs al zag ik ze nooit voorheen. Dit is het
systeem dat we in de tijd bij de fivestarplus operation invoerden. Op dit
niveau weten wie elke gast is en wat ze willen. Na 1 keer in de bar onthouden
ze al je favoriete drankjes of suggereren er die bij je mood moeten passen, een
Sea Breeze b.v. Pour it out, Russell!
We worden begroet door Heri Kupaeri, onze kleine Indonesische
butler met zwarte zwaluwstaart, grote witte strik en schattige flaporen die ons
door de eerste keuzes begeleidt: welke lijn amenities voor de badkamer, keuze
uit 6, willen we? We kiezen Bulgari. Welke type kussen willen we? Weeral 6
types (allemaal tot in het detail beschreven) en welke dranken of hapjes willen
we at all time in onze koelkast? Mineraalwater, softdrinks, bier, maar ook champagne kan en fijne wijnen. Ik suggereer “misschien
een kleine whisky voor laat op onze veranda als afzakkertje?”. Ik krijg prompt
een grote fles Johnny Walker Black die ik van de hele cruise niet zou aanraken.
De deal bij zessterrenschepen is simpel: alles is inbegrepen, tenzij laundry,
casino, welness, de boetieks aan boord (waaronder een H. Stern), wifi en
excursies. En dineren in het intieme Le Champagne restaurant by Relais and
Chateaux waar wat bijbetaald moet worden voor net nog iets verfijnder en
geraffineerder eten en de kans op exclusievere wijnen, cognacs en sigaren kan
wel, maar tegen een kleine opleg na reservatie. Plaats bemachtigen blijkt
moeilijk. Maar mijn oude reputatie is me voorafgegaan en we krijgen na elkaar
van diverse diensten: gratis laundry, 500 minuten gratis wifi voor een waarde
van 170$, 200$ krediet op onze rekening, dus vrij spenderingsbedrag uitgenomen
de casino, 1 gratis diner in le Champagne en nog een en ander. Met die 200$ zal
Nella 4 tassen van Harrods kopen, want net in solden, en samen een excursie. We
bestellen een avondje in Le Champagne en de wifi is voor ons natuurlijk heel
belangrijk. Maar via de satelliet is dat toch een stuk moeilijker en trager dan
aan land, komt daarbij het hele tellersysteem en de berekening van het in blok
aankopen, wat ik hier het enige minpunt vind aan boord. Bij aankomst werd onze
credit card geregistreerd en alles gaat er automatisch vanaf. Uiteindelijk zou
dat op het einde maar een paar 100-den dollars zijn. Als repeater krijg je ook
snel bonussen. Zo ontmoette ik gasten die tegen het einde van de cruise zochten
om nog snel 1 000$ krediet op te maken.
Die eerste avond gaan we naar de voorstelling van de staff
en de lecturers in de Panorama Lounge en de 6 zanger-entertainers, Wendee,
Anastasia, Kashena, Jonathan en Kyle (allen Amerikanen) ronden af met een
indrukwekkende “Brindiamo” uit “La Traviata”. We toasten inderdaad. Dan doen we
The Bar aan en The Restaurant voor een fijn diner overgoten met allerlei wijnen
die ons constant worden voorgesteld zodat we zelfs foto’s nemen met onze iPhones
om ze bij een volgende gelegenheid te herinneren. Nadien is er een Balinese
show die we echt flut vinden vergeleken bij de spectaculaire en acrobatische
spektakels die we vroeger zagen en gaan met plezier onder de wol van het zachtste
bed ooit. Want goed slapen was er tot nu niet bij. Vigilo, ergo sum. Geen idee
waarom.
Het ontbijt in La Terraza is een feest. Eindelijk de koffie zoals we die echt
willen en er is een pletwals aan keuzes van op het moment klaargemaakte warme
gerechten. Steevast wordt je bord dan door een ober naar je tafeltje gebracht,
stoel onder je en servet op je. Je krijgt ook echt het tafeltje dat je wenst.
De maître d’, vooral Marcello (een zeer entertainende Italiaan) moeten meesters
zijn in hun vak. We besluiten buiten te eten hoewel het panorama er door de
grote vensters overal is. Omdat door de routewijziging het schip een dag langer
in Benoa blijft liggen, genieten we van de faciliteiten van het schip. Ik
bezoek sporadisch activiteiten, neem een dip in zwembad of jacuzzi, een kort zonnebad,
lees in mijn boek Back to Blood van Tom Wolfe (weer een klapper!) of pluk van de
mooi gepresenteerde vruchtenschotel in de suite. Elke dag allerlei vers, soms
voorgesneden, exotisch fruit waaronder snake en dragon fruit. Butler Heri
smeekt a.h.w. dat we hem dingen vragen en zelfs al doe ik het niet, blijken
mijn avondschoenen toch steevast geboend en in een vorm gezet. Toen het
honeymoonverhaal hem blijkbaar ter ore kwam, vonden we een vol bad vol geurend
schuim, omringd door rozenblaadjes en kaarsjes. Echte luxeservice is
anticiperen op wat iemand kan willen.
In de namiddag liepen we al de kapitein Cataldo Destefano
tegen het lijf die me toevertrouwd: “I read your CV”. Iedereen blijkbaar… Nella
is afkomstig van de streek waar ook hij geboren werd (Barletta). Ik besluit
mijn grapje met de naam Schettino te laten vallen. ’s Avonds is het gala-avond
en natuurlijk werd ik via een officiële uitnodigingskaart geïnviteerd aan de
eretafel van cruise director James ‘Jimmy’ Hovel uit Connecticut. Ik trek een
van de enige smokings van de vele uit mijn oude tijd waarin ik nog (nauwelijks
pas) aan en we maken ons op. Het heeft een heel bijzonder kort elegant jasje
met zwarte en grijze strepen. In de gang roep Heri: “I love your jacquet”. Bon,
da’s duidelijk. Heri is gay. Voor een moslim geen cadeau.
Het obligate handen schudden en beleefdheidwoordjes. De rij
met kapitein, hotel manager en C.D. beleef ik voor de eerste keer van mijn leven
aan de andere kant. Dan in het theater de introductie van de officers met zelfs
een grapje die ik 20 jaar geleden al deed, maar het is snel voorbij. We dineren
met C.D. Jimmy en Mr. en Mrs Bloom, die niet veel meer dan wat tomaat eten en
geen alcohol drinken. Ik heb een paar interessante over-en-weers met Jimmy i.v.m.
het cruise directorschap en nadien gaan
we naar de openingsshow. Schitterend gezongen in een theater met de modernste
technieken waar vele zalen een punt kunnen aanzuigen, maar uiteindelijk is het
niet van het niveau van Cunard toen. Tja, mijn schip de Vistafjord toen was ook
dubbel de size. Shows waren met een 8 pieceband live + clicktrack en met wervelende
dans en effecten, wat hier afwezig blijft. Maar goed, daarvoor komen we niet.
Even uitleggen dat een modaal cruiseschip 1 bemanningslid telt per 3
passagiers. In het luxesegment vroeger werd dat 1 op 2. Maar hier 1 op 1 en de
Shadow neemt maximaal 350 gasten mee. Een heel leefbare situatie met genoeg
ruimte en personeel ter beschikking overal. Mij krijg je nooit op van die
ordinaire massaschepen waar stijl uitgevlakt wordt door kwaliteitsloze “grootheidswaanzin”.
De Silver
Shadow is 186 m. lang en 25 m. breed, heeft prachtig interior design en hangt
vol geauthoriseerde kunstwerken van Chagall, Picasso, Miro´, … en superbe foto’s
die ik nooit voorheen zag van o.m. Marylin Monroe door Milton Greene e.a. Allen
te koop, gemiddeld vanaf 10 000$. De kunsthandelaar in charge Rami Ron zegt dat
hij mensen rijk maakt maar dat ze het niet eens beseffen.
Nadien gaan we naar de bar waar we, voor we het beseffen,
uitfreaken op de dansvloer. Onderweg naar de hut, stopt Wilma van de kleine
casinobar ons voor een intieme last drink in haar bar, ik zeg dat ik zot gedanst
heb en ze zegt: “I’ve seen you” met een twinkel. O, o. Maar ik beloof: volgende keer!
Lombok. De
volgende ochtend ligt naast het krantenoverzicht alweer een nieuwe dinner
invitation, dit keer van de guest relation manager. Ik ben vroeg op om Lembar op het eiland Lombok te bekijken.
Verrukkend, overal kreken. Ik volg met belangstelling de vlotte tenderoperatie
in volledig overdekte boten, de omroepen van de C.D., de vrijgave van het
schip, het dispatchen van de excursies. Een fluitje, vlot, wow.
Op onze programma’s en in ons cruiseboek worden we volop gewaarschuwd voor
tekort aan faciliteiten en aftroggelarij in Lombok. Deels willen ze daarmee
natuurlijk de officiële excursies promoten, maar ook uit angst dat de
frustraties van passagiers als een boemerang in het gezicht van Silversea
zullen terugkomen. Ik ken het spelletje en zal ter plaatse wel iets regelen. De
hal om de tenders te betreden is quasi leeg. Er is security check en er staan
altijd flessen koel water en minihanddoekjes om mee te nemen klaar. In de
tender maken we kennis met “Teri Milfsud from Gibraltar" en Erik Bruin, een
Nederlander, die samen al 30 jaar een vastgoedbedrijf hebben in Marbella. We worden
vrienden met dit flamboyante stel vol pit
gedurende de hele cruise. Want het klikt meteen en we besluiten samen te
gaan voor een eigen taxitrip. De onderhandelingen met tientallen tegelijk zijn
een bezoeking. Ridicule prijzen worden weggehoond, opdringerige would-be gidsen
op hun plaats gezet. Auto’s afgekeurd. Eric: “Een zwart busje, ben je gek,
man?”. Uiteindelijk settelen we een deal: een aantal uur hoogtepunten voor 50$.
We worden spoedig afgezet bij pottenbakkers “dat we ook zelf mogen proberen”,
herhaalt de gids. Na 3 minuten willen we weg tot frustratie van onze sjacheraar.
Even later. You wanna see
pearls? O.K, but 2 minutes, spellen we uit. Plechtig kondigt onze pipo terwijl
we een luxewinkel binnen rijden: “Hier hebben jullie een vol uur de tijd!” 3
minuten later zijn we weer op pad. Teri heeft parels genoeg ...
We bezoeken de wat vervallen Lingsar tempel en lopen een
deel van de scheepsexcursie tegen het lijf waar een vriend van Eric – de helft
zijn hier al een maand sinds Sidney aan boord- ons vertelt over het Mayura Waterpaleis
and Royal Court. Uiteindelijk blijkt dat nog de moeite. Een bijzondere setting,
uitbundige moslimkinderen die met kleren en al in het zwembad springen en
genoeg lokale cultuur en sfeer om ons tevreden te stellen. We besluiten terug
te keren om toch de lunch voor 14 uur mee te pikken. De gids begint dan over hoeveel
we hem wel zouden geven “want die 50$ is maar voor de benzine en de driver”. We
zijn keihard, een deal is een deal. In de verzengende hitte slurp ik wat
fruitpunch voor de lange tenderterugvaart waar we na een sneldouche fris lunchen
met onze nieuwe vrienden en ons dan terugtrekken voor een koele siësta. God bless
airco. De rest van de avond cocktails en via Teri en Eric massa’s leuke medereizigers
leren kennen, show zien en disco dansen. Dan beland ik, toch wel loaded, bij Philippijnse
Wilma voor een ultieme nightcap. Het werd verdorie 2 uur. Dat doe ik thuis
nooit!
Hoera, een dag op zee die zou eindigen in een regeling door Teri
waarbij we in het grillrestaurant met
lecturer en BBC, Discovery en National Geografic cineast/fotograaf Piet De
Vries en eega (Hollandse naam, spreekt uitsluitend heu… Australisch) een grote
tafel naast het zwembad krijgen. Under the stars met een symfonie van de lekkerste
steaks op enorme hotstones gebakken. Mega filet mignons, New Yorksteak, rib eye’s, prawns on the grill en
wijnen. Een belevenis! ’s Avonds is er de operashow die ik wel kan pruimen
en ... het wordt weer laat. Latere shows tijdens de cruise: de onvermijdelijke
Best of Broadway, verder o.m. Best of Beatles, een ABBA-show, enz…
Java. In Probolinggo tenderen we opnieuw. Aan de
landingsplaats is een en ander beter geregeld. De port agent zorgde ervoor dat
de riksja’s, triksjabrommers en de uitzonderlijke taxi’s een aanschuifbeurtrol
hebben. We besluiten gewoon een riksjarit naar het centrum te nemen naar de lokale
foodmarket, waar groenten, fruit, geslacht vlees, en specerijen in een
duistere overdekte plaats ons betoveren. Onderweg wuift iedereen naar ons en
wij wuiven terug like the queen. Het is duidelijk, hier komen erg weinig
toeristen. Het stadje zelf heeft niks, is stoffig en armoedig, maar hey, we had
a good time!
‘s Avonds dineren we lekker in Le Champagne en wanneer ik de
wijnkast ga inspecteren hoor ik aan een van de 8 tafeltjes herkenbare taal.
Belgen. Nadien maken we in de ernaast gelegen Connoisseurs room (ofte The
Humidor, waar Nella vaak komt roken) kennis met Luc en Marie-Rose die de rest
van de reis ons groepje zullen vervoegen.
De volgende dag is de dubbeldag in Semarang, waar we door folkloredansers ontvangen worden tijdens het
aanleggen. We bestelden een ontbijt in onze suite en maken ons op voor een
vertrek rond 8 uur. Het grote doel is vooral het mysterieuze Borobudur, de grootste Boedhatempel ter
wereld en een van de zeven wereldwonderen. Het is minimum 3 uur ver en een transportnachtmerrie.
Er werd vooraf een midlandexcursie verkocht met overnachting in de Hyatt en
bezoek aan Yogyakarta, de culturele en ‘koninklijke’ hoofdstad van Java niet
zover ervandaan, maar die trip kost bijna 1 000$ p.p. en dan zal je
onvermijdelijk toch in batikshops of -fabriekjes terechtkomen. En absurd als je
nacht aan boord al betaald is natuurlijk. En busexcursies of groepsbezoeken
zijn ook helemaal niet mijn ding.
Ik vraag de shore excursion manager een privétransport te
regelen, gids hoeft niet. Maar deze service heeft natuurlijk zijn prijs. Omdat
ook de mooie Hindoetempel van Prambanan daar vlakbij ligt, besloot ik een
marathonnetje te doen. We zouden ‘s ochtends vroeg vertrekken, van het schip
allerlei voorraad en picknick in koelboxen meekrijgen om rond 23 uur te landen.
Maar er is een misverstand over de prijs die we niet bereid zijn op te hoesten
want Teri en Erik hadden via internet ruim vooraf een eigen arrangement
geregeld met overnachting op hun eigen tempo voor 300$ p.p. In laatste
instantie besluiten we dan toch maar de officiële dagexcursie te nemen naar
Borobudur, minimum 3 uur heen en 3 uur terug. Er zijn extra facilities, een
privé-VIP-ingang op de site en vooral de begeleiding door 2 lichtflikkerende en
sirenezwaaiende politiewagens die alle verkeer in de weg in de berm duwen. Deze
escort wordt uitgevoerd door netjes in het uniform zittende “Tourist Police”.
Het voelt aan alsof we staatslieden zijn op weg naar een wereldcongres. Da’s
erover. Aan de andere kant is het verkeersinfarct door de compleet
ontoereikende infrastructuur voor de heksenketel van pick-ups, brommertjes,
vrachtwagens en allerlei soorten busjes een hinderpaal die leidt tot uitspraken
als: “Je weet wanneer je vertrekt maar nooit wanneer je terugkomt”. Onze gids ‘Mijn
naam is Budhi en als ik mijn best doe, wordt ik misschien Boedha’ zou tot mijn
ergernis de 7 uur bijna vol lullen, met om de 2 zinnen een ambetant lachje,
want hij vertelt nooit iets grappig en ik ben lamlendig moe. Daarentegen weet
ik nu alles van Java en hun problemen, hun geschiedenis geterroriseerd
vooral door vulkaanuitbarstingen. Want zo kwam ook Borobudur (9de
eeuw, een stoepa van 9 etages) aan het licht bedekt door lava en het werd uiteindelijk
door Unesco weer in volle glorie tevoorschijn getoverd in 1973-84. Eens ter
plaatse moeten we een sarong om de lendenen en we vermaken ons om in en op dit
robuuste maar zo magisch-mysterieuze monument te klimmen en veel prachtige
foto’s te nemen waartoe de karakteristieke klokachtige elementen tegen een
achtergrond van een heerlijk panoramisch uitzicht zich perfect lenen. Of we
kijken ons de ogen uit naar de duizenden muurafbeeldingen over Sidharta en
zovele boeddhistische verwijzingen.
Op een bepaald moment wordt het even absurd als we op dit
Boedhistenheiligdom in de verte een moskee horen oproepen tot gebed. In een mooie
luchtige patio wordt lunch geserveerd met een kleurrijke Javaanse folkloreshow,
een heerlijk rustpunt na een paar uur zweten. Dan wordt voor de klassieker “het
publiek mag ook meedoen” Nella uitgenodigd (iedereen weigerde) om met een oude
man Indonesisch te dansen. Ze doet niet flauw en gehuld met een groene sluier
krijgen we Italy dancing the Java. Geen souvenirjagers zijnde, kopen we toch
een hele mooie, leuke rykshaw-replica en een schattig boedhavormig asbakje.
Op de terugweg maken we nog een schaduwmarionettentheaterdemonstratie
mee. Typische lokale cultuur en interessant om te zien hoe ze het doen. Als we
terug naar de bus willen waar tientallen souvenirverkopers dringen om hun waren
te slijten, breekt de hel los. Tropisch. Heftig. Nat. Een hele reorganisatie ontstaat
om de bussen onder een luifel te laten rijden zodat de passagiers via de
achterdeur kunnen opstappen. Silversea-reizigers mogen niet nat worden. Terug is
er de klassieke verkeerschaos met opstoppingen waar zelfs the tourist police
niks kan aan doen. Als het compleet vast zit, zit het vast.
Ik staar uit het raam naar de weelderige natuur en de
heksenketel rond deze baan. De Nederlandse roots kan hier en daar nog
teruggevonden worden in de taal: Praktek doctor, Apotek, Restoran en
out-of-the-blue Knalpot? En wat moet ik met: Simpatisi paling Indonesia? Bij
sommige verkeerslichten staan er tellers die de seconden aftellen tot het groen
wordt. Geen goed idee. Met nog 3 seconden te gaan, begint iedereen al aan te
zetten.
Door de regen was ook de avondlijke megabarbecue under the
stars op de bovendekken geschrapt. Nochtans een feest, werd ons voorgehouden.
Maar vervangen door een wereldkeukenbuffet waarbij iedereen een circuit doorheen
de kraaknette galley (keukens) aan diverse standjes, tafels, kookplaten, ter plekke
gekookte lekkernijen van allerlei wereldlanden kan bekijken en opladen. Deze
keer slaan we eerder snel een en ander achterover en kruipen vroeg onder de wol
na een vermoeiende dag. Daar bereikt me het trieste nieuws van het overlijden
van één van mijn all time hero’s (pdw). De volgende ochtend aan land breng ik
het enkel tot de terminal waar opvallend veel volk geniet van free en sneller
wifi zonder dat er een paymeter loopt.
Jakkarta.
Buzzling, hectic city. Op eigen kracht kan je alleen via een shuttlebussysteem
buiten de haven geraken. Het is minimum 45 minuten naar het stadscentrum. Nella,
die zich niet lekker voelt, blijft aan boord en ik ga met Teri en Erik op pad.
Snel hebben we door dat het het beste is een bleubird taxi te nemen en, als je
weet waar je naartoe moet, is het op de meter maar een handvol dollars te
delen… We lopen wat doelloos rond op antiekmarktjes, beschouwen de ritten als
sightseeing maar Jakkarta heeft geen dwingende noch noemenswaardige bezienswaardigheden.
Ik slaag na veel poespas erin om vlakbij het enorme Monasplein mijn nog meer
dan 1 miljoen rupia’s (die ik voorzien had voor ons avontuur naar Borobudur) te
wisselen in een bank, mits veel administratieve rompslomp waarbij ik zelfs mijn
paspoort, die ik uiteraard niet bijheb, moet tonen. Ik kan nog een briefje van
50€ terug scoren en wat losse dollars, de rest geef ik aan onze butler
Heri die ’s ochtends zei: “Eindelijk Jakkarta”
(zijn thuis). Maar hij mag niet van boord. Hij zit er al 5 maand op met nog 1
maand te gaan.
More social life on board. We worden voorgesteld aan
het oude koppel Lady Penelope Vernon en Sir Michael die een suite bezet waar de
gemiddelde flatbewoner bij ons steenjaloers op zou zijn. Teri heeft een
plannetje: “I’m giving Marcello a hard time!” Ze wil buiten aanThe Grill bij
het zwembad een tafel organiseren waar de 4 koppels vervoegd worden door 4 van de
entertainers want deze mogen enkel uitgenodigd worden door een koppel. De
achtergrondliggende gedachte is deze jongens en meisjes die normaal in de crew
mess eten, de grootste en sappigste steaks te voeren wat resulteert in een
opbod van bestellingen allerlei die dan naar hen toegeschoven worden en gretig-vraatzuchtig
verslonden. Maar als we naar de afspraak gaan, heeft een minitornado het halve
dek meubilair weggeblazen en het giet pijpenstelen. Verwarring alom. Maar er
wordt doorgezet en onder een afdak met de regen net naast ons, wordt het een
bizar maar onvergetelijk eetfeest. Vooral de graatmagere Lady Penelope – ze
weet niet eens hoeveel huizen ze bezit – is een ongelooflijke persoonlijkheid.
Levenslustig, vol humor, maar een en al über-aristocratisch klassevol gedrag,
is een plezier om mee te maken. Ze neemt foto’s met een iPad in Louis
Vuittonhoesje, al weet ze half hoe het ding werkt. Maar heerlijke conversaties
en een savoir faire van Britse verfijndheid en toch helemaal zichzelf en
beresympathiek. Every inch a lady. En grappig! What a character. Sir Michael in
een roos jasje, ook nog clever maar wat hardhorig, zegt op een moment over haar
dat ze van Zuid-Afrika afkomstig is, waarop de lady repliceert: “Oh no. That
was your first wife!”
De dag op zee die Parai beach op Bangka Island vervangt
(jammer toch) is ook de dag dat we de evenaar overvaren met de onvermijdelijke
King Neptune Crossing the Equater Ceremony. Een verkleedpartij met Neptunus en
zijn koningin, piraten en zeemeerminnen die in aanwezigheid van de kapitein en
o.lv. de cruise director slachtoffers (die wel op voorhand hun akkoord gaven)
of leden van de staff beschuldigen van allerlei grappige nonsens of inside jokes
en dan een enorme vis moeten kussen, of de voet van Neptunus en dan met spaghetti,
saus en rotzooi allerlei worden overkapt. Vroeger was ik soms zelf Neptunus of
de heraut die alles aankondigt, blij dat ik eens gewoon mag toekijken. De
douches en het zwembad zijn voor een paar uur na afloop wel niet meer the place
to be. Ik ga naar de infosessie van cruise consultant Alessandra over de
savings die je kan scoren bij Silversea, het lidmaatschap van de Venetian Society,
de itineraries van hun 7 schepen en ik bewonder de ongelooflijke marketing van
hun product.
’s Middags hadden we nog een snelle verfijnde lunch met de 4
koppels en vele foto’s en ’s avonds is er dan het afscheidsgala, smoking aan, weer
handjes schudden met de kapitein en gevolg. Het hoogtepunt in een afgeladen theater
is wanneer echt wel massaal veel volk van de crew van suite attendants (kajuitstewardesses)
tot matrozen, bedienend personeel allerlei, butlers , enz…, met een vlag het
grote podium vullen en nadien een diashow wordt vertoond waarop veel passagiers
of bemanningsleden in situaties aan
boord of aan land worden geprojecteerd op groot scherm. De scheepsfotograaf
deed een ongelooflijke shoot en de ha’s, de haha’s en de oo’s zijn dan ook niet
van de lucht. Op het heerlijk melige Con te Partiro wordt het zowaar een kippenvelmoment.
We zijn echter eventjes uitgesocialized en gaan voor het
eten op geen enkele uitnodiging meer in. Even een tafeltje alleen met twee.
Onze uitleg was dat we dringend een en ander moesten overleggen i.v.m. de
aankondiging van onze dochter om in de zomer vrijwilligerswerk te gaan doen met
arme weeskinderen in Nepal. We laten ons gewoon verwennen en gaan nog één keer
voor een compleet menu. Bij alles staat er het aantal calorieën, vet,
carbohydraten, enz… wat me doet beseffen dat ik niet eens actief de Spa (beauty
salon, fitness en welness centre) bezocht. Ik eindig met een kaasplank, zelf
samengesteld uit 5 kazen waarvan ik nooit hoorde, als afsluiter. Nog even. Waarna
we de grote verdwijntruc toepassen.
Singapore, the
Great. Singapore is, wat mij betreft, het summum van de bijna perfecte
samenleving, proper, geen criminaliteit, superefficiënt en modern
georganiseerd. De nieuwe terminal building met vele, maar snelle en vlotte pas-
en andere controles is een parel van organisatie. De stad een symfonie van
afwisseling tussen prachtige oude koloniale gebouwen en de knapste hoogbouwarchitectuur,
skyscrapers met hangende tuinen, tussenparken in balkonnen met overwelvingen naast
oude typische stadsgedeeltes zoals Little India en Chinatown. De dynamiek van
Orchard Road, het koloniale gedeelte, het Merlion standbeeld, brede banen waar
het verkeer soepel doorglijdt met veel groen, parken, water en ontelbare
bezienswaardigheden en attracties, de hoogmis van een kapitalisme dat werkt.
Het geheim? Zware boetes op alles. Zo wou Nella roken onder een luifeltje
wachtend op de bus, we zijn toch in open lucht? Tot een inwoner er ons vriendelijk
op komt wijzen dat dit niet mag en haar doorstuurt naar een soort centrale
asbak weg van de luifel een eind verder. GAS-boetes consequent uitvoeren en je
kan van de grond eten. Tja, dan weet ik het wel.
Goed, Nella was nooit eerder in Singa dus gaan we op de schitterende
“topless” opendakdubbeldekbus vanwaar je in een uiterst efficiënt systeem kan
afstappen bij bezienswaardigheden en er weer opspringen of een ander lijn nemen
die om de 10-15 minuten steeds stipt op tijd komen aan- en afrijden. Heerlijk
om een volledig overzicht te hebben van Singapore stad. We stoppen onder meer
bij het drukke Little India waar ik op een overdekte foodmarket een Tigerbier
soldaat maak. In Chinatown gaan we dan lokale stuff eten op een primitieve
manier, een soort wontons en vleesbouillon met van alles in. Later nemen we een
taxi naar Mount Faber waar we een mindblowing uitzicht krijgen over stad en
eiland. De panorama freak in mij , heu … freakt out. En het summum is de
kabelbaan nemen naar Sentosa Island dat ik zowat 25 jaar terug al deed. Deze is
vernieuwd en wordt een belevenis met de schitterendste uitzichten mogelijk.
Maar eerst een biertje. Geheel tegen mijn gewoonte in supertoeristische sites
zoals deze, vergeet ik eerst de prijs te checken. Het wordt het duurste biertje
uit mijn leven: 18,80 SGD (Singapore dollars) dat is 11,5€. Oeps.
Een extra meevaller en wat een mooi toeval, is dat de
kabelbaan letterlijk over onze suite en het schip glijdt. Ik kan a.h.w. van ons
privéliftbakje met grote beker vruchtenpunch naar ons balkonnetje springen. We fotograferen
ons de pleuris: bovenopnames van ons cruiseschip en de vergezichten en het
wervelende Sentosa Island, dat nu helaas, bweuk …, een attractiepark is
geworden. Weliswaar mooi gedaan maar zo veraf van 25 jaar terug toen we gewoon
naar het strand wandelden en Tigers dronken in een strandbar. Enfin, evolutie.
Terug aan boord is het pakken geblazen, her en der afscheid nemen en we boekten
een tafeltje in La Terraza waar we nog nooit ’s avond dineerden. Meestal wel ’s
middag waar, naast de vers klaargemaakte heerlijk culinaire gerechten, er ook
altijd een pastacorner is waar ze de pasta van de dag à la minute enkel voor
jou klaarmaken. Kortom, de Italiaanse toets, daar gaan we dan ook eens voor…
Naar huis.
Laatste dag en disembarkation! We vaarden 1 387 nautical miles (wat niet veel
is). De temperatuur was constant tussen de 26 en 31°.
Op de cruise leerden we 10 Belgen kennen. 10 op 340 pax! Een ervan, de
sympathieke Marc, ex-notaris in Hasselt, was zo vriendelijk ons voor te stellen
onze bagage bij hem in het Raffles Hotel achter te laten. Want iedereen blijft
hier nog wat in Singa. Wij echter hebben niks voorzien. Om 10 uur moet iedereen
van boord en onze vlucht is pas ’s avonds om 23.15 uur en op luchthavens kan je
tegenwoordig niet meer onbewaakte bagage achterlaten. Probleem dus oef
geregeld. Na een supervlotte disembarkation doen we dit, nemen in de Raffles afscheid
van Marc en Nadine en gaan wandelen langs de Riverside vol leuke attracties. We
zullen wel zien, misschien een boottoer op de rivier en zo de dag vullen. Nadat
we een laatste maal lekker Singaporees-Indonesisch aten, slaat de vermoeidheid in
onze benen. De onbedwingbare lust om ergens te gaan liggen, overvalt ons
verpletterend. We besluiten dan maar om per taxi om de bagage te gaan en vandaar
naar het prachtige Changi Airport. Maar pas vanaf 19 uur kunnen we bagage
inchecken en toegang hebben tot comfortabele zit- en ligplaatsen. Wat een
misrekening van formaat. Dus wij als sukkelaars in een onmogelijke positie op
onze bagage wat proberen te pitten. Na een noedelgerecht zie ik in een lounge
op TV de zondagse doelpunten van Lukaku overgoten met hysterische commentaar
“And he’s only nineteen!”
Changi lijkt, maar is ook een fantastische luchthaven. Na een lange wandeling
in een ontzettende mensenzee, bereiken we onze gate. Om 22 uur is hier zo’n
drukke kronkelende symfonie van mensen van alle mogelijke rassen in allerlei
soorten kledij die overal heen gaan, dat het me echt treft. Maar alles functioneert
op wieltjes. De faciliteiten zijn supermodern en perfect gerund en letterlijk alles
is voorzien tot in de kleinste details. Dan de zeer grondige controles opnieuw,
toch 540 man in 1 Boeing, met vertrek stipt op tijd. Ik amuseer me met de 3
camera’s buiten op het Air Francevliegtuig (boven op de staart, in de neus en
midden onderaan). Het vertrek wordt zo een leuk meeleven als de machine op de
startbaan aanzet. Jezelf zien opstijgen. Ik bekijk aan boord de film “Argo” die
geen 24 uur daarvoor de Oscar voor beste film won. Het gaat over Amerikaanse
gijzelaars die ontsnappen per vliegtuig uit Iran… En dat bekijk ik dan
letterlijk boven Iran. In een vliegtuig. My way to escape. Maar slapen kan ik
niet ondanks de 12,5 uur lange duisternis. We landen op tijd in Paris CDG waar,
weer absurdish, om 6.45 uur ‘s ochtends de wirwar van people-on-the-way (die
zich allen willen opfrissen) mij betovert. We komen uiteindelijk om 15 uur thuis
aan. Sedert het uitchecken aan boord waren we 36 uur in het getouw.
Van 30° naar min 1°. Ik ben slechts een halve kilo
aangekomen maar mijn embonpoint is pronter dan ooit. Aan het werk!
Naschrift:
kort na thuiskomst worden we ziek en verkouden, langer dan een week. God straft
direct.
Meer foto’s op Flickr.
Meer over mijn cruise- en verleden in het internationaal toerisme in het boek “Toeristenvallen
en –opstaan. Rugzakglobbetrotter wordt luxecruisedirector”. Ondertussen
alweer voorzichtig ideeën voor een vervolgboek. U kan nu vooraf intekenen :-)