Tanya is voor het eerst naar Werchter geweest, 1 dagje maar. Leuk is dat ze er The Cure zag, 27 jaar later dan haar vader (toen in De Brielpoort). Minder leuk is dat ze dus de nacht moet doorsteken. De trein nemen van 04.00 uur, waarna ik haar om 06.00 uur ophaal aan het station, we haar thuis ontvetten en ontsmetten, op de achterbank gooien en dan gaat het in één ruk 8 uurtjes naar Saint-Privat op de grens tussen de Charente en l'Aquitaine.
Omdat ik het wel gehad heb met de vervelende péage Lille-Paris en zijn periphérique, rij ik om langs Dunkerque-Boulogne, Rouen, Le Mans. Vanaf Angoulème kleine baantjes tot we het huis van ouwe vriend Guy bereiken. Ik zag Guy niet meer sinds de late jaren 80. Hij heeft er een leuk optrekje met een appartementje voor ons. Maar het is echt wel in "la France profonde", the middle of nowhere maar met een enclave van wel 50% Britten. Het is vrijdagavond en happy hour en we eten dan ook in, wat ik denk, het enige restaurant in de verre omgeving, gerund door Engelsen. Guy is ondertussen Brit en leeft er na zijn tijd in Dubai met zijn gezellin Judith. Het wordt gezellig bijpraten. The food cooked by English is zoals het is, maar goedkoop. Guy nam mosselen zo’n kleintjes hebben ik echt wel nooitgezien… We kruipen vroeg onder de wol.
Dag 2: van Guy naar Puy.
De volgende ochtend door naar ons eerste adres voor een week: de gîte Malbec bij Puy-l' Évêque langs de Lot. Maar eerst gaan we Perigueux bezoeken voor we zuidelijker trekken. En wat een meevaller, makkelijk bereikbaar, mooie centrale parking onder heraangelegd modern plein, VVV, openbare automatische, gratis, propere toiletten en meteen toegang tot de middeleeuwse binnenstad met kronkelstraatjes, heerlijke hoekjes en massaal veel leuke pleintjes met overal terrasjes en eethuisjes zonder dat het toeristisch aanvoelt en je wandelt zelfs a.h.w. alleen. Hoe dan ook een voorbeeld voor toeristensteden. Hallo Brugge!
Deze stad was ooit een pelgrimsoord op weg naar Compostella. Nochtans zijn er niet teveel religieuze symbolen, maar je voelt het onderhuids. Place de la Vertu, Rue des Dépêchés. Er is wel de Cathédrale Saint Front in de vorm van een grieks kruis waar net een orgelconcert bezig is. Haëndel hoor ik. De kerk zelf doet aan de Sacré-Coeur van Parijs denken. Het is warm. De dorst slaat toe. Op een terrasje nemen we 2 kleine slaatjes en 1 bord du terroir à 17€ met daarop een reuzenaardappel uit de oven met crème, massa's sla, cuisses en confit de canard, magret de canard, gerookte droge schijfjes canard, (sorry) foie gras, rillettes, en nog een andere eendenbereiding. Overheerlijk, we delen en eten ons een breuk. Value for money. Tja, we zijn in de Périgord maar het canardaanbod is hier echt overal. Confit partout. En een soort Gaia kennen ze hier echt niet, verneem ik later. Erger. Dierenrechten? Mijn gesprekspartners weten echt niet waarover ik het heb…
Op de terugweg laat ik me eens goed gaan op de kronkelende départementals met weinig verkeer. Vijf maanden eco-stand beloon ik door helemaal fout de XF eens uit te testen in de sportstand en het toepassen van de manuele oversturing van de achttrapsautomaat. Langs heuvels en dalletjes, bossen en weiden brullend op de tonen van "Someone Somewhere in Summertime" terwijl The Simple Minds straks op het Werchterpodium staan. :-) Blijkt er nog altijd een jongentje met rijplezier in me te zitten.
Aangekomen in Puy, rijden we over de Lot. Het stadje ligt mooi boven de brug met zijn huizen en donjon tegen de okeren rotswanden. Drie km verder met zicht op onmetelijke wijngaarden, een zwembad voor ons alleen, terras en BBQ blijkt onze gîte leuk gebouwd met respect voor de oude wijnfuncties (vatenpatronen in de muur) maar met alle comfort. Lekker koel, ruime woonkamer en alle comfort. We gaan in de Intermarché inkopen doen en besluiten als we toch maximaal van onze gîte willen profiteren er voor te gaan. Dit is een nieuwe ervaring voor ons gezin. Een aperitiefje kan je anytime uit de frigo halen. Nooit meer afhankelijk van baruren en barprijzen or whatever en je kan liggen en zitten waar en hoe je wil. We genieten van het vooruitzicht.
Dag 3: relax.
Of dat was de bedoeling: zonnen, zwemmen, barbecuetje 's middags, luieren, kortom op onze positieven komen, lezen, zelfverwenning en genieten van onze gîte. Pech, het druilt maar ik haal om 8 uur verse croissants (elke dag) en een baguette.
We veranderen onze plannen, bezoeken in Prayssac vlakbij een zondagse gezellige prondelmarkt, vermeien ons met raadspelletjes op een terras en besluiten in onze chalet, dixit Nella, met hapjes te lunchen en te siësten.
Dag 4: nu echt zonneluieren.
Lekker zwembad, terras en BBQ privé met uniek uitzicht foto: ontbijt), het heeft wat. We profiteren, grillen, wijntje, eten 3 x buiten, ik droom weg en daarmee is alles gezegd.
Dag 5: naar Saint-Cirq-Lapopie/ Cahors/ Luzech
Op de terugweg heb ik eigenlijk geen zin in de hitte van de stad Cahors. Ik navigeer enkel naar de niet te missen Pont Valentré (14e E) met zijn bijzondere vorm afgebakend door 3 vierkante torens. Mooi. Dan door naar het kleine Luzech op de terugweg. Het wordt weer naarboven kruipen in de hitte tot op de ruine van de donjon voor het uitzicht. Eens terug thuis ploft Wim meteen in het zwembad. Koelte! Frisse drankjes, hapjes en een goed dik boek: ” Freedom”het meesterwerk van Jonathan Franzen, meeslepend, beklijvend, dat ik beurtelings in het Engels als iBook lees en in het NL als paperback. En ik erger me aan de Hollandse vertalingen. "Hou er mee op", wordt: "nou kan ie wel weer". En weet u wat "uitvlakken" is? Hooking up = een meisje een beurt geven, stevig van bil gaan .... maar haar "uitvlakken"? Hardstikke asjemenou!
Dag 6: Puy-l'Évêque
Aan de Pont is er een minimarktje des producteurs locals langs de oever. Er zijn bijna geen toeristen (of nog niet). Je kan met je eigen mes en vork aanschuiven aan tafels en van de kaasjes, canardstukken, lokale wijn, groentjes en specialiteiten proeven en ter plaatse opeten. Spotgoedkoop. Maar wij hadden gereserveerd in een crêperie met uitzicht op Puy en de rivier. Ik eet une galette 'le soleil du Quercy' dat letterlijk in die vorm geserveerd wordt, overheerlijk met een rocamadour fermier (al mijn derde ondertussen) als zon en canard fuméreepjes als stralen. Njamie. En een rouge Malbec Famaey natuurlijk.
Dag 7: naar Rocamadour
Het regent weer. Verdorie. "Dat is uitzonderlijk hier". Nou,
dat was onze lente en belgenzomertje tot nu ook. Als we na 75 minuten dartelend
rijden Rocamadour tegen de kalkrotsen zien liggen in de vallée d'Alzou zijn we
meteen onder de indruk. Dat waweffect van dit bijzonder mooie en spectaculaire
stadje ... we snappen waarom dit een mustsee is.
Het
gezellige straatje vol historische gebouwen, winkeltjes en een karaktervolle
sfeer geeft ons moed om de eerste 200 trappen te beklimmen naar de magnifieke
Sanctuaires. De cryptes, kapellen, torentjes, richeltjes, vergezichten... een
onvergetelijk bezoek. Uiteindelijk zullen we meer dan 350 trappen doen, een
wereldprestatie voor ons Nella. Proficiat wuvetje. Maar voor het tweede deel
nemen we de schuine betalende lift. Dan moeten we op het kasteel nog eens
overal op de vestingen klauteren en klimmen maar de zichten lonen absoluut de
moeite. En laten zich niet beschrijven op een pretentieloze snelblog. De
wandeling langs de kruisweg die de pelgrims vroeger op hun knieën deden is
lommerrijk en rustgevend. We profiteren op een gelukkig overdekt terras (it’s
raining again) om op onze positieven te komen en Wim slurpt met smaak zijn
eerste cassoulet "maison" op. Wat een lekkernij toch. Boven
l'Hospitalet maken we nog een panofoto (er was daar nog zoveel te doen, maar
het giet) en dan via het ook onbezochte Gourdon terug. 's Avonds kunnen we toch
nog even buiten zitten.
Dag 8: dolce far niente
Maar we laten het niet aan ons hart komen. Pastisje en in plaats van een zonne- of zwembad is deze blog al meteen up-to-date. En nu de rest van de hapjes, slaatjes en "Vrijheid"... en dat dinner met uitzicht, à la grande.
Meer foto’s vindt u op Flickr:
Dag 9: naar Belvès.
’s Avonds is er een gezellige table d’hôte. Met zijn 9 rond een ronde tafel met een centrale draaischijf. We maken dieper kennis met onze gastheren en medebewoners. Le Petit bonheur. Terecht, what’s in a name. Het is een perfecte setting en een ideale thuis voor Bourgondiërs die Dordogniërs willen worden. De inrichting is charming en oergezellig met een zonneterras, een schaduwterras, grote tuin en een grote, leuke barruimte buiten. Dit wordt echt vakantie!
Dag 10: Langs de Dordogne: Saint-Cyprien, Beynac-et-Cazenac, La Roque-Gageac
Het dreigt de hele dag te regenen. Tant pis. We trekken naar de gezellige zondagmarkt van Saint-Cyprien. Alle soorten kraampjes staan er kriskras door elkaar. Specerijen, kleren, bloemen, lokale specialiteiten en kazen, gadgets, groenten, grappige prullaria, … een symfonie van geuren en smaken. We kopen o.a. 2 truffels (aan 6€ slechts), een shortje, kruiden, gedroogde zwarte trompettes en ‘n regenjasje voor Tanya en een salamiworst van eend met truffel voor 3€. Evidemment. We volgen de slingerende Dordogne tot Beynac.
Dag 11: Op pad naar Sarlat
Dag 12: Montpazier en dichte omgeving
Montpazier is één van de wel tien “les plus beaux villages de France” die je hier vindt binnen een straal van 50 km (waaronder Belvès zelf). Het is een middeleeuwse bastille, wel vlak en met een schaakbordpatroon. Via Beaumont gaan we naar het gehucht Cadouin vlakbij een mooie, oude abdij iets eten en dan lang siësten, lezen, petanquen waarbij Tanya haar ouders afkuist met een vlotte 14 – 11 – 2. Dan picknicken we met een flesje lokale wijn na een uitgebreid aperitief van heu… Belgische biertjes.
Dag 13: Les Jardins de Marqueyssac, avondje Belvès met Marché Gourmand en vervolg.
Dit werd een bijzondere dag. Het is eindelijk wat beter weer. Ideaal om de “hangende” tuinen van Marqueyssac te gaan bezoeken. Buxusstruiken in alle mogelijke vormen geknipt en langs verschillende wandelpaden waaronder de majestueuze zichten op Castenaud, andere kastelen en dorpen en belvedère over de hele uitgestrekte groene Dordognevallei. Een paradijs op zich, kindvriendelijk en een onvergetelijke setting. Een toeristisch pareltje. Tanya laat een heleboel leuke foto’s schieten die ze dezelfde dag nog op haar blog verwerkt tot haar eigen versie van Alice in Wonderland. Surf ernaar voor een creatieve insteek. Aanrader.
’s Avonds maken we ons op om met onze gastheren
en 2 medegasten Belvès te bezoeken en deel te nemen aan de Marché Gourmand. Het
middeleeuwse stadje bevat naast een leuk centraal plein en gebouwen, ook
onverwachte hoekjes en kantjes en … troglodyten. Deze grotholen die zich
letterlijk onder het stadscentrum bevinden, werden in vroegere tijden bewoont
op een zeer primitieve manier. Het bezoeken waard al had het Engels commentaar
een hoog Allo-Allo gehalte. En dan smikkelen en smakkelen: keuze te over. Democratisch.
Primitief-authentiek maar gezellig en met alle ingrediënten van een volksfeest.
Dat in le Petit bonheur wordt verder gezet met o.m. chacha-demo’s (Nella en Carine
vooral) en halve danspartijen. Opeens stonden de 3 koppels allen te slowen. Ja,
daar zijn wij Vlamingen goed in hé. Onze versie van een bal populair. Wel reuzenamusant,
dat spreekt.
Dag 14: Langs de Vézère het groen en de prehistorie in.
Omdat de vorige avond bleek dat men wel eens een tochtje in de Jaguar wil doen, doen we met Luc, Christine, Marnic en Carine een ritje in de omgeving. Waarbij we o.a. de echte originele route naar Compostella dwarsen. Het raakt me als ik denk aan al die trekkende monniken vroeger en waarvan we in de streek al zoveel sporen zagen. Een stuk geschiedenis trekt voorbij. Nadien blijkt er een spijker in mijn al halfplatte voorband te zitten. Maar voor 12,5€ lossen ze het op in de lokale garage. Oef.
Op weg met zijn drietjes dan. We volgen een mooie panoramische route vanaf La Bugue en volgen de Vézère richting Les Eyzies-de-Taynac tot in St.-Léon, nog zo’n idyllisch dorp. We lunchen in een grote tuin. Gésiers d’oie. Onderweg zien we vele rotsspleten met troglodyten. Les Eyzies (niet uitspreken zoals een Hollander daar: Les Zizis) is de streek van de prehistorische grotten. Lascaux is vlakbij maar we voelen geen behoefte de copy van de bekende rotstekeningen in het echt te gaan bekijken al aanschuivend. We genieten vooral, zoals steeds, van de leuke dorpjes en de prachtige streek. Et le manger, mes amis….
Dag 15: rust en pakken
Inpakdag en wat laatste dingetjes. We profiteren van het redelijke weer om buiten ons boek met plezier uit te lezen. Een lunchje in Belvès en ’s avonds onze eigen “restjes” opeten.
Dag 16: naar Saumur (Loîre)
Dag 17: naar huis
De volgende ochtend rijden we in één ruk in minder dan 5 uur (niente traffico) via de Opaalkust naar Brugge waar waarachtig wat zon schijnt. Kort na 13u zijn we er. We deden 2920 km.
PS 1: Nawee 1. De volgende dag maak ik een dampende pastaschotel met volop die truffels. Delicieux, vooral als je weet wat dit op restaurant zou kosten.
PS 2: Nawee 2. Omdat we zo te spreken zijn over Le Petit Bonheur als ons ontdekte aards paradijsje, gaan we er voor een week terug, eind augustus in de gîte-formule. Met Ryanair is het 50€ heen en terug naar Bergerac op 50 minuten. En huurwagentjes kosten 30€/dag en er valt nog zoveel te bezoeken: Castelnaud, kastelen, grotten, dorpjes waaronder nog Domme, Limieux, en ik wil zeker parapenten of ULM’en, en misschien kayakken… en genieten!!!
Wordt vervolgd dus. In de Dordogne is zoveel meer te zien en te doen op een kleine oppervlakte dan in de Provence. Het is er groener, veelzijdiger, gastronomischer en jawel, met meer geschiedenis. Alleen dat weer dat daar stabieler is hé…
Meer foto’s vindt u op Flickr: http://www.flickr.com/photos/wimvanbesien/sets/72157630663611912/ en
http://www.flickr.com/photos/wimvanbesien/sets/72157630663559406/